12 tips voor je netwerkproblemen

© PXimport

12 tips voor je netwerkproblemen

Geplaatst: 31 oktober 2014 - 07:47

Aangepast: 24 november 2022 - 11:07

Edmond Varwijk

Heb je een probleem met je back-up of bij het afdrukken van een document? Het is steeds vaker geen computer- maar een netwerkprobleem. Wie zijn netwerk goed kent en een beetje onderhoudt, kan de meest voorkomende problemen zelf snel oplossen. In dit artikel helpen we je met uiteenlopende problemen.

Tip 01: Probleem zoeken

Bij elk computerprobleem is het belangrijk eerst de precieze omvang van het probleem te bepalen. Die informatie is namelijk bepalend voor waar je het probleem moet zoeken en hoe je dit moet oplossen. Stel jezelf daarom altijd eerst twee vragen. Ten eerste: heeft één apparaat last van het probleem of hebben alle apparaten het? Hiermee kun je bepalen of je het probleem moet gaan zoeken in de configuratie en netwerkverbinding van die ene pc, of in de instellingen van het netwerk.

De tweede vraag die je jezelf moet stellen is: werkt alleen het internet niet meer of werkt het hele thuisnetwerk niet meer? Is het 'alleen' het internet dat niet meer werkt, dan weet je dat het thuisnetwerk nog wel goed werkt. Kijk dan eerst bij de router en de verbinding met het internet. Als heel het thuisnetwerk verstoord is, dan moet je je richten op de verbindingen tussen de apparaten en de router. Want dat dan ook het internet niet meer (goed) werkt, is logisch. Alle toegang tot internet loopt immers via het thuisnetwerk.

 

© PXimport

Tip 01 Windows laat duidelijk zien: er is verbonden via wifi, maar de toegang tot internet is stuk.

Tip 02: Begin bij de bodem

Heb je de twee vragen beantwoord, dan weet je ongeveer waar je de oorzaak zult vinden. Ga nu niet direct op de webinterface van de router inloggen om allerlei instellingen aan te passen. Dat is veel te riskant en vaak onnodig. Net als computers, lopen ook routers, switches en wifi-apparaten weleens vast. Schakel het apparaat even uit, wacht een paar seconden, en zet het apparaat dan weer aan. Dit verhelpt al heel veel problemen. Wacht wel tot het apparaat echt de tijd heeft gehad helemaal weer op te starten en alle functies te activeren voordat je test of alles weer werkt.

Helpt ook deze reset niet, wacht dan nog steeds even met het aanpassen van de configuratie. Een oud gezegde onder netwerkbeheerders luidt dat je 'altijd bij laag 1 moet beginnen' en daarmee bedoelen ze bekabeling. Een kabel kan altijd losraken of bekneld raken tussen een deur. Dan is er met de configuratie van de netwerkapparaten niets mis en toch werkt het hele netwerk niet meer. Loop eens even langs alle apparaten in het netwerk. Knipperen en branden overal de statuslampjes nog net als altijd? Je zult niet de eerste zijn die een printerstoring verhelpt door de kabel er weer in te doen.

 

© PXimport

Tip 02 Controleer bij een netwerkstoring eerst eens rustig alle bekabeling en de aangesloten apparaten.

Tip 03: Netwerk-refresh

Is er met de bekabeling en de netwerkapparaten niets mis en hebben niet alle apparaten tegelijk last van de verstoring in het netwerk maar bijvoorbeeld maar één pc of één tablet, controleer dan de netwerkconfiguratie van alleen het betreffende apparaat. Open op de pc een Opdrachtprompt (Windows-toets+R, typ cmd en druk op Enter) en voer daarna het commando ipconfig /all uit. Controleer of de netwerkverbinding een geldige IP-configuratie heeft (zie ook het kader 'Geheimen van netwerkconfiguratie'). De meeste computers staan ingesteld om DHCP te gebruiken. Ze krijgen dan een goede IP-configuratie van de DHCP-server.

Met het commando ipconfig /renew kun je de IP-configuratie van een computer vernieuwen. Gebruikt de pc geen DHCP, probeer dan of DHCP wel een goede netwerkverbinding oplevert. Open het Configuratiescherm en kies Netwerk en internet / Netwerkcentrum / Adapterinstellingen wijzigen. Klik met rechtermuisknop op de netwerkadapter en kies Eigenschappen. Klik bij Onderdelen op Internet Protocol versie 4 en klik op Eigenschappen. Zet beide onderdelen op het tabblad Algemeen op Automatisch. Bevestig via OK en start dan de pc opnieuw op. Mobiele apparaten gebruiken bijna uitsluitend DHCP. Op iPad en iPhone ga je hiervoor naar Instellingen / Wi-Fi. Druk dan op de actieve netwerkverbinding. Je zult zien dat die is ingesteld op DHCP. Klik op Vernieuw lease om de IP-configuratie te verversen.

 

© PXimport

Tip 03 Ook een tablet als de iPad heeft een goede netwerkconfiguratie nodig om met het netwerk en het internet verbonden te zijn.

Geheimen van netwerkconfiguratie

De netwerkconfiguratie van een computer of tablet bestaat eigenlijk uit vier zaken: het IP-adres van het apparaat, het subnetmasker van het netwerk, het IP-adres van de router en het IP-adres van de DNS-server. Het IP-adres van de pc of tablet en de router moeten in hetzelfde netwerk zitten. Hoe groot het netwerk is, dat bepaalt het subnetmasker. In de meeste gevallen zal dat 255.255.255.0 zijn. Dit betekent dat van elk IP-adres in het netwerk de eerste drie blokken hetzelfde moeten zijn. Bijvoorbeeld 192.168.0 of 192.168.1 en alleen het deel daarachter mag verschillen. Een pc met 192.168.0.15 en de router met 192.168.0.1 is dus goed, terwijl een tablet op 192.168.0.15 en een router op 192.168.1.1 niet goed is. Ze zitten dan in verschillende netwerken en kunnen elkaar niet bereiken.

Dat is een probleem, want de router regelt de toegang naar alle andere netwerken, inclusief het internet. De DNS-server is het vierde belangrijke onderdeel. Deze hoeft niet in hetzelfde netwerk als de router en de apparaten te zitten, maar zit dat bijna altijd wel. Vaak hebben de router en de DNS-server hetzelfde IP-adres, doordat de DNS-server een functie is van de router. Om de netwerkconfiguratie van de pc te zien, start je de Opdrachtprompt op (Windows-toets+R, typ cmd en druk op Enter). Op de prompt voer je het commando ipconfig /all uit, druk op Enter om het uit te voeren. De router heet hier Standaard gateway, dat is hetzelfde.

Tip 04: Nieuw apparaat

Heb je net een mooie nieuwe notebook of tablet gekocht maar lukt het niet de internetverbinding te activeren? Een aspect dat vaak wordt vergeten is de grootte van de DHCP-scope. Dat is de reeks IP-adressen die de DHCP-server gebruikt om alle apparaten die het netwerk willen gebruiken een eigen IP-adres te geven. Die scope moet dus minimaal zo groot zijn als het aantal apparaten in het netwerk. En dat aantal apparaten is de laatste jaren nogal snel toegenomen.

Komt de DHCP-server adressen tekort, dan kunnen nieuwe apparaten niet het netwerk op. De oplossing is inloggen op de router, die vaak ook de DHCP-server is. Daar vergroot je de reeks IP-adressen die de DHCP-server mag gebruiken. Open een webbrowser en typ in de adresbalk het IP-adres van de router. Bevestig met Enter en wacht tot je kunt inloggen. Log in en zoek dan naar DHCP. Kijk bij een term als 'Maximum aantal gebruikers' en zet dat aantal hoger. De waarde moet minimaal het aantal apparaten in het thuisnetwerk zijn met nog enige ruimte voor nieuwkomers.

 

© PXimport

Tip 04 Een maximaal aantal van negen gebruikers van het thuisnetwerk is door de komst van smartphones en tablets niet meer genoeg.

Tip 05: Traagheid te lijf

Een veelvoorkomende klacht over netwerken is traagheid. Traagheid is echter lastig op te lossen, want alles werkt wel, alleen het duurt langer dan je wilt of verwacht. Niks is echt stuk, maar de situatie kan wel verbeterd worden. Onderzoek eerst of er één bepaalde oorzaak is die de traagheid veroorzaakt. Wij hebben weleens meegemaakt dat een back-up van een pc naar een NAS automatisch startte, waardoor de NAS zoveel werk te doen had dat het streamen van een film van diezelfde NAS daaronder leed. Je kunt dan het tijdstip waarop de back-up wordt gemaakt, verzetten naar 's nachts of laat in de avond.

Is maar één pc traag, open dan via Ctrl+Alt+Del het Taakbeheer. Klik op het tabblad Prestaties en daarna op Broncontrole. In dit venster kun je heel veel informatie over de werking van de pc vinden. Klik op Netwerk. Bovenin het venster zie je alle processen op de computer die het netwerk gebruiken. Vaak steekt er dan één proces bovenuit dat veruit het meeste netwerkverkeer veroorzaakt. Klik vervolgens onderin het venster op TCP-verbindingen en spoor in deze lijst hetzelfde proces op. In de kolom Extern adres kun je nu zien waarmee dat proces communiceert. Is het een adres op het internet of een uit het thuisnetwerk? Wil je de grootverbruiker stoppen, klik dan met de rechtermuisknop op het proces en kies Proces beëindigen.

 

© PXimport

Tip 05 Spoor processen die het netwerk bovenmatig gebruiken op via het Taakbeheer.

Traagheid op internet of thuisnetwerk?

Ook bij traagheid in het netwerk moet je zien te achterhalen waar het probleem zit. Zit dit in het internet of in het thuisnetwerk? Een manier om dit te weten te komen is met het commando 'traceroute'. Open de Opdrachtprompt en typ het commando tracert gevolgd door de naam van een website, bijvoorbeeld tracert www.nu.nl. Druk op Enter. De computer stuurt nu een verzoek naar de website en vraagt van elke tussenliggende stap op hoelang die geduurd heeft.

De eerste stap is altijd van de pc naar de router van het thuisnetwerk en daarna volgen alle volgende routers tot aan het doel. Kijk naar de verschillende tijden van de 'hobbels'. Zeker de eerste hobbel naar de eigen router mag niet meer dan één milliseconde duren. Latere verbindingen zijn altijd veel langer en drukker. Vertraging op die stukken kun je zelf niet beïnvloeden. Als die de oorzaak zijn, kun je stoppen met zoeken en ligt het probleem buiten jouw macht. Met een tooltje als PingPlotter kun je de traceroute ook grafisch uitvoeren en krijg je extra duidelijke overzichten van de snelheid van de verbinding.

 

© PXimport

Een gratis hulpprogramma als PingPlotter toont de snelheid van de verbinding in een grafiek.

Tip 06: Internet werkt niet

Wanneer het niet meer lukt webpagina's te openen of apps zoals Dropbox of OneDrive te gebruiken, is de oorzaak vaak DNS. Dit is de netwerkdienst die namen van websites omzet naar IP-adressen. Op elk apparaat moet daarvoor minimaal één DNS-server bekend zijn. In het thuisnetwerk is de router vaak ook DNS-server. Wil een pc naar www.computertotaal.nl dan vraagt deze aan de DNS-server, dus aan de router, welk IP-adres daarbij hoort. De router weet dat eigenlijk ook niet maar vraagt het op zijn beurt aan de DNS-server van de internetprovider. Die is veel groter en die weet dat wel óf vraagt het nog weer aan een andere DNS-server.

Gebruik je DHCP om de apparaten te configureren dan krijgen alle apparaten daarbij ook meteen het adres van de DNS-server mee. Vaak dus het adres van de router die ook DNS-server is. Als alle apparaten maar één DNS-server kennen, maakt dat het systeem wel storingsgevoelig. Je kunt op een pc tot wel drie DNS-servers configureren. Je kunt dan bijvoorbeeld ook een DNS-server van de provider opgeven en een van de publieke DNS-servers van Google of OpenDNS. Log in op de router en ga naar de DHCP-instellingen. Klik bij Statische DNS en voer hier de aanvullende DNS-servers in. De IP-adressen van de DNS-servers van de internetprovider vindt je op de website van de provider, die van Google zijn 8.8.8.8 en 4.4.4.4 en die van OpenDNS zijn 208.67.222.222 en 208.67.220.220. Bevestig met Toepassen of OK.

 

© PXimport

Tip 06 Met meerdere DNS-servers wordt de internetverbinding minder afhankelijk van de standaard DNS-server.

Tip 07: Printerprobleem

Een handigheid in Windows 8 is het automatisch opsporen en configureren van printers. Wanneer Windows opstart, scant het gelijk het netwerk naar de aanwezigheid van apparaten, waaronder nu ook printers. Vindt Windows een printer dan zal het via Windows Update de driver downloaden en de printer zonder verdere vragen klaarmaken om erop af te drukken. Bijna altijd werkt het zo, maar soms niet. Bijvoorbeeld wanneer de printer tussentijds van IP-adres is veranderd. Geef de printer daarom een vast IP-adres. Dit kun je soms instellen via de configuratiesoftware van de printer, maar vaker via een klein schermpje op de printer.

Kies altijd een IP-adres op hetzelfde netwerk, anders zal Windows de printer zeker niet vinden, de netwerkscan naar nieuwe apparaten gaat namelijk niet verder dan het eigen netwerk. Bij bluetooth-printers en printers die draadloos verbonden zijn, is het belangrijk dat de printer echt ingeschakeld is. Staat de printer in slaapstand, dan wordt deze vaak niet gevonden. Activeer de printer daarom als deze niet gevonden wordt, bijvoorbeeld door deze even uit en weer in te schakelen. Belangrijk is dat onder Windows zelf de netwerkdetectie is ingeschakeld. Klik hiervoor met de rechtermuisknop op het pictogram van de netwerkverbinding in de taakbalk. Kies Netwerkcentrum openen. Klik op Geavanceerde instellingen / Particulier netwerk / Netwerkdetectie inschakelen.

 

© PXimport

Tip 07 Is de netwerkdetectie uitgeschakeld, dan zal Windows de printer nooit vanzelf ontdekken.

Tip 08: Providerwissel

Ben je overgestapt van provider en heb je nu ineens problemen? Dan kan dit aan de IP-instellingen liggen. Het via DHCP uitdelen van een IP-adres met de bijbehorende instellingen aan elke pc en tablet die zich op het thuisnetwerk aanmeldt, is zeker voor mobiele apparaten de standaard. Maar ook voor computers die wel altijd op dezelfde plaats staan, werkt het goed. Voor netwerkonderdelen die echt een functie aanbieden op het netwerk zoals een printer, een NAS, een scanner of netwerkcamera, is het niet handig. Die apparaten wil je altijd op dezelfde plaats aantreffen, zodat de netwerkkoppelingen naar de NAS bijvoorbeeld altijd lukt. Veranderen de instellingen van het netwerk, dan is het belangrijk om ook de configuratie van alle apparaten met een vast IP-adres aan te passen.

Vaak gaat dit mis wanneer je wisselt van provider en een nieuwe router krijgt. Die gebruikt vaak namelijk een andere IP-reeks voor het thuisnetwerk of voor de router zelf. De oplossing is: voor je de nieuwe router in gebruik neemt alle apparaten met een eigen IP-adres terug te zetten naar DHCP. Neem dan de nieuwe router in gebruik, start alle apparaten op en geef ze dan weer een nieuw vast IP-adres.

 

© PXimport

Tip 08 Netwerkapparaten zoals printer en NAS hebben voordeel van een vast IP-adres.

Tip 09: Sonos onvindbaar

Ziggo, UPC en KPN gebruiken het internetmodem om al hun klanten gratis te laten verbinden via wifi, mochten ze bij jou op de stoep staan. Als dank hiervoor mag je zelf met je mobiele apparaten ook dit Ziggo-, UPC- of KPN-netwerk gebruiken wanneer je onderweg bent. Wat vaak misgaat is dat je mobiel bij thuiskomst niet overschakelt naar je eigen wifi, maar verbonden blijft met dat van Ziggo, UPC of KPN.

Dat merk je meestal pas als je iets in je thuisnetwerk wilt. Bijvoorbeeld wanneer je muziek wilt afspelen op je muzieksysteem van Sonos of een bestand wilt downloaden van de NAS. Dan blijken die apparaten ineens niet meer vindbaar. En dat klopt, want je mobiel zit op een ander netwerk! Maak je geen gebruik van deze Ziggo-, UPC- of KPN-dienst, dan kun je die helemaal uitschakelen. Wil je wel onderweg dit wifi gebruiken, zorg dan dat je eigen wifi-netwerk het voorkeursnetwerk is. Schakel op het mobiele apparaat bij het draadloos Ziggo-, UPC- of KPN-netwerk ook de optie Automatisch verbinden uit.

 

© PXimport

Tip 09 Schakel automatisch verbinden uit bij netwerken die je weleens gebruikt maar die niet je voorkeursnetwerk zijn.

Tip 10: Slechte wifi

Een slechte wifi-ontvangst is, net als traagheid, lastig op te lossen. Onoplosbaar is het gelukkig niet. Ten eerste speelt de leeftijd van de router een rol. Er komen steeds nieuwe modellen routers en draadloze accesspoints uit, met telkens betere zenders en een grotere reikwijdte. Standaarden als 802.11a, 802.11b en 802.11g zijn echt verouderd. Zijn dat de enige standaarden die jouw draadloze accesspoint ondersteunt, dan is het zeker aan te raden eens een nieuwe router te kopen. De snelheid en reikwijdte van het signaal van 802.11n of 802.11ac zal je echt verbazen en van veel klachten verlossen, zeker omdat de meeste mobiele apparaten die nieuwe standaarden al wel ondersteunen. Is de router nog jong genoeg, kijk dan eens naar de plaatsing.

In de meterkast is helemaal niet erg, maar het liefst staat de router niet direct naast een paar ijzeren buizen. Als het model duidelijk bedoeld is om te staan, hang de router dan ook niet op, de antennes zullen dan helemaal verkeerd gericht zijn. Experimenteer eens door de router anders neer te zetten, of geef het apparaat een plekje helemaal bovenin de meterkast in plaats van halverwege omdat daar toevallig net een handig plankje zit.

 

© PXimport

Tip 10 Wifi-bereik slecht? Een nieuwe router met de nieuwste standaarden kan uitkomst bieden.

Tip 11: Betere wifi

Een goede router alleen is nog geen garantie voor een goed wifi-signaal. Daarvoor zijn er teveel storende factoren mogelijk, bijvoorbeeld de wifi-signalen van de buren. Draadloze netwerken gebruiken de 2,4- of de 5GHz-band. Daarbinnen zijn nog weer kanalen gedefinieerd en elk wifi-netwerk gebruikt er daar een van. In de ideale situatie heeft elk wifi-netwerk één kanaal voor zichzelf maar in de praktijk gebruiken veel wifi-netwerken hetzelfde kanaal. Dit verzwakt het signaal. Om je eigen wifi te optimaliseren, kies je dus een kanaal waarop zo min mogelijk andere netwerken actief zijn. Het programma inSSIDer maakt zichtbaar welke netwerken er zijn en welke kanalen die gebruiken. Dit programma is alleen sinds een poosje niet meer gratis.

Met Google vind je gemakkelijk de gratis oudere versie (versie 3.1.2.1). Download en installeer het pakket. Laat het meteen starten en klik op Networks. Onderin zie je de 2,4- en de 5GHz-band. Op de horizontale as zie je de kanalen. Het is duidelijk te zien welke banden niet of minder gebruikt worden. Log in op de router en zet je eigen kanaal over naar een van de rustige kanalen. Geen pc bij de hand? Wifi Analyzer is een heel bruikbaar alternatief voor op de Android-telefoon.

 

© PXimport

Tip 11 Met inSSIDer kun je de draadloze netwerken zichtbaar maken en een vrij kanaal uitzoeken voor je eigen wifi-netwerk.

Tip 12: Eén programma

De Windows Firewall beveiligt de toegang tot het netwerk vanaf de pc. De firewall in Windows Vista, 7 en 8(.1) controleert niet alleen het inkomende maar ook uitgaande verkeer. Programma's die op de gewone manier geïnstalleerd worden, worden door Windows direct al met de juiste toestemmingen aan de firewall-regels toegevoegd. Lastiger kan het zijn met programma's die je niet hoeft te installeren zoals veel hulpprogramma's. Die willen nog weleens door de firewall geblokkeerd worden als ze vanaf de computer naar het netwerk of het internet willen. Je kunt in zo'n geval het programma zelf toevoegen aan de firewall.

Open het Configuratiescherm en kies voor Systeem en beveiliging / Een programma via Windows Firewall toestaan. Klik op Instellingen wijzigen en daarna onder in hetzelfde venster voor Een ander programma toestaan. Kijk of het programma in de lijst staat en klik anders op Bladeren om het programma op de harde schijf te selecteren. Klik eventueel nog op Netwerklocatietypen om te kiezen of de regel ook voor openbare netwerken geldt, en kies dan Toevoegen. Sluit dan via OK. Het programma kan nu via de firewall met het netwerk en het internet communiceren.

 

© PXimport

Tip 12 Programma's die niet op de gewone manier geïnstalleerd worden, krijgen weleens tegenstand van de Windows Firewall.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten