Dit kunnen we straks verwachten van de betaalbare smartphone

© PXimport

Dit kunnen we straks verwachten van de betaalbare smartphone

Geplaatst: 14 december 2016 - 08:21

Aangepast: 24 november 2022 - 12:17

Rens Blom

Vier jaar geleden waren er genoeg redenen om goedkopere smartphones links te laten liggen. Ze hadden een goedkoop ontwerp, waren traag en kregen praktisch geen software-updates. Nu is dat heel anders en heb je met een budget van 250 euro de keuze uit tientallen prima modellen waar je jaren mee vooruit kan. Er zijn grote stappen gezet, maar blijft die trend zich voortzetten? Computer!Totaal zet de verwachtingen voor de aankomende jaren op een rijtje.

De rek is eruit

Net als bij computers, mp3-spelers en andere elektronica is er in pak ‘m beet vier, vijf jaar veel veranderd in de smartphonewereld. Vooral de goedkopere modellen (rond de 250 euro), vaak met het Android-besturingssysteem, zijn er enorm op vooruitgegaan. Een plastic behuizing, weinig opslaggeheugen en trage software zijn niet meer van deze tijd. Nee, de modellen van nu zijn van metaal, vlot in gebruik en hebben functies als een vingerafdrukscanner. Wat volgt? Smartphonejournalist Arnoud Wokke verwacht minder innovatie. ‘Grote vernieuwingen gaan we niet meer zien. De specificaties zullen elk jaar wat beter worden, zoals dat ook het geval is bij duurdere toestellen.’

Ab Seghrouchni van smartphonefabrikant Wiko deelt die mening en legt uit dat technologie steeds goedkoper wordt. ‘Nieuwe functies blijven zich ontwikkelen, waardoor toestellen voor dezelfde prijs steeds betere specificaties krijgen.’ Het belangrijkste voorbeeld van de afgelopen jaren is de vingerafdrukscanner. Die was eerst alleen op dure toestellen als de iPhone te vinden, maar is nu bijna standaard aanwezig op een smartphone vanaf 250 euro. Dat fabrikanten zulke functies naar goedkopere modellen brengen, is een gevolg van de snelle innovatie in de technologiebranche. Nieuwe technologieën verschijnen als eerste in dure smartphones en wanneer de ontwikkelingskosten zijn terugverdiend, komen ze ook voor goedkopere toestellen beschikbaar.

De Lenovo Moto G4 Play biedt voor 159 euro een lange accuduur

© PXimport

Chineze smartphonemerken

Die trend is de afgelopen jaren als eerste opgepikt door Aziatische smartphonemerken als Xiaomi en OnePlus. Zij kwamen met kwalitatief goede toestellen voorzien van nieuwe functies, maar boden ze via internet voor honderden euro’s minder aan dan gevestigde namen in Europa. Een aantal ‘Chinezen’ is aardig succesvol geworden, maar Huawei is anno 2016 nog steeds de enige Chinese fabrikant die zijn toestellen ook in fysieke winkels en met een abonnement verkoopt. De rest werkt daaraan, maar volgens smartphoneanalist Tim Wijkman van Telecompaper hoeven we geen revolutie in de Nederlandse telecomwereld te verwachten. Hij is van mening dat de opkomende merken weliswaar prima smartphones voor scherpe prijzen verkopen, maar de Europese markt nog niet goed doorhebben. ‘OnePlus en veel concurrenten gebruiken hier dezelfde strategie als in China, dus met een focus op online verkopen. Maar in Europa worden veel toestellen nog in de winkel gekocht en in combinatie met een abonnement van een provider.’

Wokke is het daarmee eens en denkt dat de Chinese partijen voorlopig niet veel groter gaan worden in Europa. Hij legt uit: ‘Voor Aziatische smartphonemerken zijn de VS erg interessant omdat daar vier grote telecomproviders zijn die samen 250 miljoen klanten hebben. Weet je een deal te sluiten met meerdere of zelfs alle providers dan bereik je in één klap een enorme groep mensen.’ In Europa zijn dubbel zoveel potentiële klanten, maar die wonen verspreid over tientallen landen met evenveel providers. Kortom: het is veel lastiger om al die mensen te bereiken. Guido Hoogvorst, werkzaam bij Wileyfox, een smartphonemerk dat vorig jaar is opgericht in Engeland. Hij vult aan: ‘Aziatische telefoonmakers ondervinden bij een Europese introductie ook last van de vele rechten en patenten die hier gelden. Het inburgeren vraagt tijd, moeite en een lokale aanwezigheid. Dat is voor veel van dat soort merken een (financiële) drempel.’

De Wileyfox Spark+ is een prettige smartphone die 129 euro kost

© PXimport

Maar ook de garantie is een onderdeel waar bekende fabrikanten als Samsung en Sony een streepje op voor hebben. Want is je OnePlus-smartphone stuk dan moet je hem opsturen naar Duitsland, en bij veel andere merken moet hij zelfs terug naar China. Je bent hem dan voor langere tijd kwijt en krijgt mogelijk te maken met taalbarrières en douanekosten. De software-ondersteuning is bij Aziatische merken over het algemeen ook minder goed. Om de toestelprijs laag te houden, is het softwareteam klein en worden er weinig tot geen updates voor de smartphones beschikbaar gesteld. Bij merken die serieuzer naar de Europese markt kijken, wordt dit overigens wel steeds beter.

Twijfels over betere software-ondersteuning

Maar niet alleen de kleinere Aziatische merken staan in negatieve zin bekend om hun updatebeleid. Fabrikanten als Samsung, LG en Sony ondersteunen hun duurdere modellen enkele jaren, maar besteden weinig aandacht aan de goedkopere smartphones. Alhoewel de situatie beter is dan een paar jaar geleden, valt er nog genoeg winst te behalen. Gaat dat ook gebeuren? Wokke hoopt het, maar ziet voorlopig geen grote veranderingen plaatsvinden. En dat hebben we deels aan onszelf te danken. ‘Het zou voor het eerst in de computergeschiedenis zijn als mensen om updates gaan geven. Ze zien er het nut niet van. Daarom besteden veel smartphonemakers er weinig aandacht aan; een goed updatebeleid kost geld en de consument heeft liever een snellere telefoon.’ Hoogvorst beaamt dat maar benadrukt dat ook goedkopere smartphones geüpdatet moeten worden omdat er constant nieuwe beveiligingslekken in de Android-software ontdekt worden. Updates dichten die lekken en zijn volgens hem (en beveiligingsexperts) daarom van essentieel belang om je smartphone veilig te houden.

De Wiko Ufeel Prime biedt goede hardware, maar het is onduidelijk of hij wordt geüpdatet naar Android 7.0.

© PXimport

BKR-registratie op komst

Een interessante ontwikkeling is de aanstaande invoering van de BKR-registratie voor telefoonabonnementen met een toestel dat meer dan 250 euro kost. Telecombedrijven moeten zulke abonnementen, vaak met een ‘gratis’ dure smartphone, straks aanmelden bij het Bureau Kredietregistratie (BKR). Wie later een hypotheek wil afsluiten, kan duizenden euro’s minder lenen omdat het telefoonabonnement als een lening wordt gezien. Telecompaper-analist Wijkman voorspelt dan ook dat de Nederlandse telecommarkt meer gaat lijken op die van België. Daar worden minder dure maandelijkse abonnementen met een premium smartphone verkocht en meer sim only-abonnementen met een los gekochte smartphone. En dan geen iPhone van achthonderd euro, maar een toestel van maximaal vierhonderd euro omdat je toch in een keer dat bedrag moet neerleggen. ‘Het is vooral aantrekkelijk voor Nederlandse studenten omdat die vaak al een studielening hebben. Als daar een smartphonelening bijkomt, kunnen ze straks nog nauwelijks hypotheek krijgen’, zo verduidelijkt hij.

Telecomproviders zijn niet blij met de BKR-registratie omdat zij aan een sim only-abonnement minder verdienen dan aan een abonnement met duur toestel. Hetzelfde geldt voor smartphonemakers: goedkopere telefoons leveren minder winst op dan modellen van zes, zevenhonderd euro. Seghrouchni is wel benieuwd: omdat Wiko alleen toestellen aanbiedt die minder dan 250 euro kosten, verwacht hij door de BKR-registratie stijgende verkoopcijfers. Wokke en Hoogvorst nuanceren dat beeld: de BKR stuit op zoveel kritiek dat hij waarschijnlijk wordt afgezwakt, waardoor het effect zal meevallen.

Toekomstbeeld

Met de BKR-registratie op komst, wordt een goedkopere smartphone dus aantrekkelijker. Maar ook zonder lijkt de toekomst rooskleurig. De toestellen in de prijsklasse van zo’n 250 euro zijn voor een groeiende groep mensen goed genoeg, wat te danken is aan de steeds betere hardware. Komt het einde van de dure telefoon daarom in zicht? Nee, dat niet. Volgens Wokke blijft er vraag naar premium modellen met de nieuwste functies en bijbehorende hoge prijskaartjes. Dat is voor veel fabrikanten ook nodig, want goedkopere toestellen leveren weinig winst op. Toch zijn er genoeg bedrijven die het volledig moeten hebben van dit soort modellen, met Wileyfox en Wiko als voorbeelden. Maar hun verdienmodellen zijn naar eigen zeggen rendabel, ook op de lange termijn. Zolang je maar genoeg toestellen met een kleine winstmarge verkoopt, klinkt het. Zo eenvoudig kan het zijn.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten