7 wederopstandingen in de IT-wereld

© CIDimport

7 wederopstandingen in de IT-wereld

Geplaatst: 1 april 2013 - 05:57

Aangepast: 16 november 2022 - 10:05

Redactie Computer!Totaal

In de IT-wereld vind je verhalen genoeg van mensen en bedrijven die zich vanuit het niets verschijnen en zich ontpoppen tot een grote speler. En andersom. Met Pasen bekijken we 7 IT-fenomenen die ten onder gingen maar dankzij een miraculeuze wederopstanding nu weer aan de top staan.

Wederopstanding 1: Opkomst en ondergang van IBM

De roots van IBM liggen in de ontwikkeling van computertechnologie. Al rond 1900 produceerde de voorloper van het bedrijf automatische rekenapparatuur en IBM (opgericht in 1924) bouwde in de jaren 50 de gigantische mainframes die we nu vooral kennen van archiefbeelden. De IBM-pc was dé heerser in de opkomende markt van personal computers in de jaren 70 en 80. IBM werd zelfs de de facto standaard van pc-producten. Zo werden diskettes op de markt gebracht met het opdruk ‘IBM compatible’ om te laten dat ze geschikt waren voor de pc die iedereen had - als ze geen Macintosh hadden.

Het ging steeds minder goed met de fabrikant die links en rechts werd ingehaald door fabrikanten die efficiënter computers bouwden. IBM hanteerde een methode die opeens inefficiënt was: het bedrijf bouwde de computer van A tot Z op en als hij dan na maanden op de markt kwam, was hij degelijk, maar flink duurder dan die van de concurrerende producenten. Zij keken naar de marktontwikkelingen en stelden pc’s samen met de voordelige onderdelen waar klanten om vroegen. IBM moest flink daardoor inleveren op de marge en behaalde weinig winst in vergelijking met de concurrentie.

De eens zo machtige computergigant bloedde langzaam dood en het einde van IBM hing dan ook in de lucht. Met een frisse start onder nieuwe leiding begon IBM aan het rigoureus trekken aan het onkruid. Pc’s en printers gingen onder de Lexmark-vlag verder dat zich enkele jaren later uitkocht, de hardeschijfproductie werd overgedaan naar Hitachi, het werk aan OS/2 werd stopgezet en de pc-tak werd uiteindelijk verkocht aan fabrikant Lenovo.

IBM is teruggegaan naar zijn roots en is nu weer een van de meest gevestigde denktanks op het gebied van rekenkracht. Zo blies het bedrijf leven in de Big Data-verwerker Watson en had IBM tot voor kort ’s werelds krachtigste supercomputer Sequoia – inmiddels van de troon gestoten door de Amerikaanse concullega Cray. In 2012 stond het bedrijf op de negende plaats in Forbes’ lijst van de 50 meest winstgevende bedrijven, nog boven Intel en Google.

Wederopstanding 2: Het GIF-formaat

Bewegende plaatjes in GIF-formaat waren groot in de begindagen van internet. Je struikelde over de homepages die mensen hadden opgezet die bomvol stonden met ronddraaiende borden en knipperende lampen. Bewegende plaatjes waren het helemaal in de mode in de tijd dat we sites nog in elkaar draaiden met simpele dedicated hosting-programma’s en gratis providers als het befaamde, en inmiddels ook gesneuvelde, Geocities.

Het tijdperk van de GIF kwam zo eind jaren 90 langzaam ten einde. Websites, ook privésites, snakten naar een kalme, professionele uitstraling en er was daardoor minder plek meer GIF’s. Bovendien vraten ze capaciteit vergeleken met een gewoon plaatje. Een GIF bestaat immers uit een serie JPG’s op een rij. GIF werd gezien als dat irritante formaat dat schuldig was aan de knipperende logo’s en ander esthetisch onverantwoorde ongein. Als mensen bewegend beeld wilden, keken ze wel een filmpje, want streaming video was ook in opkomst dankzij betere compressie en meer bandbreedte. YouTube zag in 2005 het levenslicht en dat had de nagel in de kist van de GIF kunnen zijn.

Maar GIF’s zijn met een opvallende wederopstanding bezig. Ze worden veel gebruikt als videoloops voor hun humoristische waarde. Bijvoorbeeld de overvallers van een snackbar die frituurvet over zich heen krijgen, mensen die onderuit gaan en allerlei onverwachte dingen. Waarom? In het mobiele tijdperk met datalimieten klikken zuinige gebruikers eerder op een plaatje dan een YouTube-video. Een GIFje snoept minder op. Daarnaast laat het medium toe dat je een bepaalde actie in korte tijd vaker achter elkaar kunt bekijken, waardoor je de actie achter elkaar kunt zien. Verder speelt ongetwijfeld een stukje nostalgie mee bij een groot deel van de gebruikers.

Beeldblog Tumblr is groot geworden met de GIF. Vooral voor humoristisch aangelegde bloggers maken zulke blogs, die inmiddels ook ontdekt zijn door PR-bureau’s die merkreclame’s aanmaken met bewegende beelden. En ontwikkelaars spelen handig op de trend in door apps te bouwen waardoor mensen snel een GIF in elkaar kunnen draaien op basis van foto’s.

Wederopstanding 3: Spamhaus terug van de afgrond

Vorige week was spamfilterbedrijf Spamhaus flink in het nieuws vanwege de Nederlandse DDoS-aanval op de dienstverlener. Hosters maken zich zorgen over de macht die het bedrijf heeft om hele providers af te sluiten door IP-ranges te blokkeren voor afnemers. Dit om spam te voorkomen door in te kunnen grijpen bij allerhande malafide activiteiten online. De Nederlandse aanvallers ageerden tegen de macht die Spamhaus heeft om websites en hele providers te blokkeren. Dit leidt meer dan eens tot onrust bij ISP’s, omdat sommige providers om de haverklap op die lijst worden gezet als klanten van ze mailservers spammen.

Maar enkele jaren terug dreigde Spamhaus nog ten onder te gaan aan een uit de hand gelopen conflict met een Amerikaans marketingbedrijf dat ten onrechte op de zwarte lijst van Spamhaus verscheen. Spamhaus vond dat de VS geen gezag had over het Britse bedrijf en reageerde niet op de hele kwestie, totdat de Amerikaanse rechtbank het bedrijf niet alleen veroordeelde tot een miljoenenboete, maar ook besloot dat het domein opgeheven moest worden. Een escalatie van jewelste waardoor Spamhaus werd gedwongen zich toch te verdedigen.

Internetbeheerder ICANN kreeg daarop een dwangbevel om de stekker uit Spamhaus te trekken. De domeinverstrekker weigerde dat echter omdat de ICANN daar de autoriteit niet voor heeft. Analisten volgden de zaak met grote interesse, omdat er zich een machtsstrijd kon ontwikkelen tussen de Amerikaanse rechterlijke macht en de ICANN. Zo ver kwam het niet, want Spamhaus ging in beroep tegen het dwangbevel en een hogere rechter veegde die van tafel.

Wederopstanding 4: De tablet

De officieren van Star Fleet liepen er in de jaren 80 al mee rond: tablets. In de jaren 90 vonden een aantal fabrikanten dat de tijd rijp was om het pc-tijdperk achter ons te laten. De tablet-pc was cool, zo schreef ook Bill Gates (met een door Steve Jobs zo gehate stylus) op de tablet van Microsoft. Apple was ze al voor en in het Job-loze tijdperk kwam de fabrikant met de Newton. Met, jawel, de verfoeide stylus. Compaq was er in 1992 al bij met de Concerto.

Early-adopters liepen ermee weg en vooral de Newton vond een kleine niche aan fans. Maar de rest van de wereld liet de tablet links liggen. Als consumenten al een handcomputer overwogen, was dat veel eerder een PDA en dan kwam je al snel bij Palm uit die furore maakte met modellen in de Tungsten-lijn die in menig bedrijf werden uitgerold. Maar de tablet? Nee, die stierf een roemloze dood. De toekomst lag meer in kleinere laptop, de befaamde netbooks.

De ontwikkelingen in de mobiele industrie gingen ondertussen door met de komst van de smartphone, die eigenlijk weer een geëvolueerde PDA was. BlackBerry maakte het concept van de smartphone (vooral in het buitenland) groot en ook Microsoft zette stappen met Windows Mobile. Maar het was de iPhone die het concept op z’n kop zette en de smartphone-ontwikkeling in een stroomversnelling bracht.

Het is daarom misschien niet verwonderlijk dat ook innovatie op tabletgebied uit dezelfde hoek kwam. In 2010 introduceerde Steve Jobs de iPad. Inderdaad, nog maar drie jaar geleden. Het was een direct en immens succes. De tablet verruilde de zolderkamer van de enthousiaste hobbyist voor de woonkamer van het gemiddelde gezin. Apple bewees dat de tablet wel degelijk een toekomst had. De technologie was er in de jaren 90 simpelweg nog niet rijp voor.

Wederopstanding 5: Apple

De drie techneuten Steve Wozniak, Ronald Wayne en Steve Jobs richtten samen op 1 april 1976 Apple op. De thuiscomputer Apple II werd vooral in de VS een bekend gezicht. De machine was voornamelijk ontworpen door Wozniak. Jobs zag een grote toekomst in de graphical user interface (GUI) die hij had ontdekt bij Xerox. Apple ging eind 1980 naar de beurs en was de succesvolste beursgang sinds Ford.

Een paar jaar later kwam de Macintosh en Apple werd een gevestigde naam. Tegelijkertijd ontstond er een machtsstrijd tussen het bestuur van Apple en de techneuten met Jobs voorop. Steve Jobs kon de muiterij van het bestuur niet winnen, stapte op, richtte direct zijn eigen bedrijf NeXT op en nam een aantal Apple-medewerkers met zich mee. Wozniak verliet het bedrijf twee jaar later en Wayne had Apple in 1977 al vaarwel gezegd.

Met Apple ging het bergafwaarts na het vertrek van zijn oprichter. Aanvankelijk ging het nog goed, met onder meer de introductie van de Mac-laptop PowerBook. Apple zette zich breed in en ontwikkelde allerlei producten voor de consumentenmarkt, zoals de PowerCD, de Pippin en een settop-box. Deze producten flopten en ook de Newton-afdeling bloedde flink omdat succes uitbleef. Een mislukte rechtszaak tegen Microsoft voor zijn GUI Windows (Apple was eerder), de geflopte producten en deadlines die niet werden gehaald beschadigden de reputatie van het eens zo coole Apple.

NeXT deed het ondertussen vrij goed met nieuwe computersystemen en onder nieuw bewind kocht Apple het bedrijf op en nam Steve Jobs in dienst. Jobs had een visie voor mobiele apparaten en zag niks in de Newton waar hij vrijwel direct de stekker uittrok. Daarnaast introduceerde hij de iMac, het unieke ontwerp met de opvallende kleuren die je eind jaren 90 opeens overal zag. Besturingssysteem Mac OS X volgde in 2001 en het kwakkelende Apple klom na de mindere jaren 90 weer helemaal bovenop.

Wederopstanding 6: Het EPD

De komst van een landelijk elektronisch patiëntendossier werd met een mengelmoes van voorzichtig enthousiasme tot grote scepsis tegemoet gezien. De Nederlandse overheid was niet blij met het losbladige systeem van allerlei medische databases die met incompatibiliteits- en veiligheidsissues werden geplaagd en begon zo’n tien jaar geleden aan een inzet voor één centrale database. Via een schakelpunt moesten artsen voortaan uniform en op een veilige manier dossiers kunnen uitwisselen.

In 2006 moest het systeem starten, maar er volgde al vrij snel uitstel omdat het technisch ingewikkelder bleek om een betrouwbaar schakelpunt te bouwen dan van tevoren werd aangenomen. Na veel uitstel kwam de zaak even in een stroomversnelling in 2009. Acht miljoen Nederlanders hadden toestemming gegeven – of liever, ze hadden geen bezwaar gemaakt – de toenmalige minister van Voilksgezondheid liet hackers aantonen dat het systeem veilig zou zijn en de Tweede Kamer keurde de invoering van het EPD in 2009 goed.

Maar de kritiek bleef. Het kwam tot een treffen tussen het College Bescherming Persoonsgegevens en het ministerie van Volksgezondheid dat de adviezen van de privacywaakhond in de wind sloeg. De Eerste Kamer zette er eerst maar eens flink de rem op in 2010 en toen de Senaat zijn oordeel over het EPD moest vellen, waren de leden het er unaniem over eens dat het schakelpunt grote privacyrisico’s met zich meebracht. De Eerste Kamer joeg een kogel door het hart van het EPD.

Maar het opgerichte Landelijk Schakelpunt (LSP) wilde de visie van een uniform EPD niet opgeven. De afgeschoten plannen werden opgewekt en deze keer zonder de bemoeienissen van de overheid. De zorgsector ging deze keer zelf aan de slag. Zorgverleners en zorgverzekeraars pakten het plan op en na zo’n anderhalf jaar was het EPD terug. De 8 miljoen burgers is de dienst kwijtgeraakt, maar het EPD staat weer op de rit. Vooralsnog in een regionale versie waar alleen artsen en apothekers in kunnen kijken. Maar een uitbreiding naar allerlei behandelaars is al aangekondigd, met de nodige kritiek tot gevolg.

Wederopstanding 7: Windows

Dankzij een aantal zetten van Microsoft stond de pc in de jaren 90 synoniem met Windows. De koppelverkoop zou de softwaregigant uiteindelijk nog opbreken, maar ondertussen gebruikten we bijna allemaal Windows en was OS/2 voorbehouden aan geeks en gespecialiseerde bedrijfssystemen. Een hoogtepunt van Microsoft was ongetwijfeld Windows 95. Het besturingssysteem werd bejubeld in de pers en klanten stonden ‘s nachts in de rij voor de software. Na een paar minder succesvolle tussenstappen kwam de softwarereus in 2001 met Windows XP. Het bedrijf had opnieuw een hit te pakken. Maar het dreigde helemaal mis te gaan met opvolger Windows Vista.

Een ontwikkeltraject vol tegenvallers en vertragingen voorspelde niet veel goeds en scepsis overheerste bij de komst van Vista, dat aanvankelijk gretig aftrek bond. Klachten over compatibiliteit, de voor Windows-gebruikers ietwat onwennige Aero-interface, het beheer met de irritante meldingen, het Vista Capable-debacle, de cracks, de lekken – Vista had vanaf de meet af aan te maken met een reputatieachterstand ten opzichte van Windows XP.

Bedrijven bleven massaal hangen bij Windows XP en Nederlandse bedrijven die de stap wél hadden gemaakt stapten zelfs terug naar XP. Een probleem dreigde voor Microsoft. Er waren opeens kansen voor concurrenten als Linux en Apple. De softwarereus had zich ernstig vergaloppeerd aan Vista en geen servicepack kon die reputatieschade aan de naam Vista goedmaken. Uiteindelijk werd het OS een voetnoot in de geschiedenis van Windows. De ondersteuning voor Vista werd zelfs eerder gestopt dan de inmiddels antiek lijkende Windows XP.

Microsoft dreigde zijn dominantie in te leveren en de PR-nachtmerrie was enorm. OEM’s boden klanten met Vista-problemen zelfs een downgrade naar XP aan. Lezers van Webwereld riepen Vista uit tot slechtste product van 2007. Microsoft zorgde snel voor een wederopstanding van de merknaam Windows. Hoewel nieuwe Windows-versies in de regel jaren op zich lieten wachten, verscheen Windows 7 iets meer dan een jaar na Windows Vista. Windows 7 was een Windows Vista zonder de fouten en ergernissen en belangrijker: zonder de besmeurde naam ‘Vista’.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten