Motorola eist 10 dollar per verkochte iPhone
Motorola, onderdeel van Google, eist een vergoeding van 10 dollar per verkochte iPhone van Apple. Dit is aanzienlijk hoger dan het bedrag dat Apple eerder aangaf over te hebben voor het gebruik van een patent op mobiele verbindingen.
Dit meldt Foss Patents. Het patent op mobiele verbindingen is van toepassing op de iPhone, maar niet op de iPod touch aangezien hiermee niet gebeld kan worden. De iPhone gaat voor 400 tot 450 euro meer over de toonbank dan de iPod touch. Motorola stelt dat zijn patent op mobiele verbindingen dan ook zorgen voor een aanzienlijke meerwaarde.
2,25 procent van de meerwaarde
Het bedrijf baseert de hoogte van de vergoeding daarom op het prijsverschil tussen de iPhone en iPod touch. Het bedrijf eist 2,25 procent van de meerwaarde van de iPhone ten opzichte van de iPod touch. Dit komt neer op een vergoeding van 9 tot 10 dollar per iPhone.
Het bedrag dat Motorola van Apple vraagt is aanzienlijk lager dan het bedrag dat Apple voor het gebruik van het patent overheeft. Apple stelde eerder 'slechts' een vergoeding van één dollar per verkochte iPhone aan Motorola te willen betalen.
Eerdere rechtszaken
Apple en Motorola zijn al lange tijd verwikkeld in een juridische strijd over allerlei onderwerpen. Zo klaagde Motorola Apple aan wegens het schenden van patenten van de iPhone, iPad, Mac's en Siri. Apple wist op zijn beurt in september 2012 een verkoopverbod af te dwingen op smartphones en tablets van Motorola.
De International Trade Commission oordeelde in maart 2012 dat Motorola geen inbreuk maakt op drie patenten van Apple, waaronder een belangrijk patent op een multitouch systeem. Apple verloor daarnaast in september een rechtszaak tegen Motorola en Samsung. De iPhone-fabrikant stelde dat de bedrijven inbreuk maakte op zijn multitouchpatent.