© PXimport

Autokosten berekenen met Excel

Geplaatst: 2 april 2021 - 08:17

Aangepast: 25 november 2022 - 10:52

Wim de Groot

Een eigen auto voel je vooral in de portemonnee als je bij de pomp staat. Maar er zijn ook kosten waar je misschien niet zo snel aan denkt. Wat kost je bolide nou precies? Dat gaan we in kaart brengen met Excel. Doet je mee?

In de linkerhelft van het schema vul je de gegevens in (kolom C en D om precies te zijn). Aan de rechterkant verschijnen de uitkomsten, daar zie je de kosten van de auto voor de hele periode dat je hem hebt, en verdeeld in een bedrag per jaar, per maand en per kilometer (de formules daarvoor plaatsen we daarin).

Bovenaan komen de vaste kosten, daaronder vallen: de afschrijving, motorrijtuigenbelasting, verzekeringspremie en onderhoud. Onderaan komen de variabele kosten: de brandstof of elektriciteit, de banden, rente, pechhulp, wasbeurten en overige kosten.

Zo ziet het schema eruit. Typ je  de aanduidingen maar gewoon over.

© PXimport

Kleuren en lijnen

Met een paar lijnen breng je structuur aan en met kleur maak je verschil tussen cellen met formules en cellen die je mag invullen.

Neem een blanco, nieuw bestand en selecteer het hele werkblad met een klik op het vlak linksboven cel A1 (drukken op Ctrl+A mag ook). Kies in de tab Start, via de knop Opvulkleur voor Wit; zo zie je geen rasterlijnen meer. Selecteer A1 tot en met J39 en klik via Opvulkleur op Meer kleuren; wij kozen uit het palet het lichtgeel links onder het midden. Maak een aantal cellen in dit gele deel wit en de vuistregel is: typ alleen in de witte cellen.

De lijnen vind je in de tab Start via het pijltje naast de knop Randopmaak. Selecteer een cel en kies via dat pijltje bijvoorbeeld Buitenranden als je een rand om een cel wilt. Voor de rand om ‘Vaste kosten’ selecteerden we B1 tot en met D1 en kozen we op die manier Buitenranden. Vervolgens neem je de woorden en aanduidingen over.

Met kleur en randen breng je  structuur aan.

© PXimport

Geld besparen: diensten en accounts delen

Cellen als bedrag, procent of getal

In C3 noteer je het bedrag dat je voor je auto betaalde. Klik op deze cel, klik op de keuzelijst in de groep Getal (waar meestal Standaard staat) en kies Valuta; het getal krijgt er een euroteken bij en twee cijfers achter de komma. Die decimalen hoeven we niet, klik daarom tweemaal op de knop Minder decimalen. Pas deze opmaak ook toe op de cellen C9 tot en met D11, C24, en C31 tot en met D37. Aan de hand van het kader ‘Opmaak kopiëren’ verderop in dit artikel kopieer je snel de bestaande opmaak van een cel naar andere cellen. Doe dit ook voor cel C15 en C20, maar geef deze wel twee decimalen, omdat daar bedragen komen.

Procenten komen in cel C5 (voor de afschrijving) en in C27 (voor de rente). Als je die cellen vooraf de Procentnotatie geeft, hoef je daarna geen %-teken bij het getal te typen. Wil je daar meer decimalen bij, klik dan op de knop Meer decimalen.

Met Valuta krijg je  het euroteken voor een bedrag. Je haalt de cijfers achter de komma weg. En als je  instelt dat er in een cel procenten komen, hoef je  de % er niet meer bij te typen.

© PXimport

Punt voor de duizendtallen

Rijd je enkel op benzine, lpg of diesel, dan vul je de drie cellen vanaf C14 in, rijd je helemaal op stroom dan neem je C19 en daaronder, rijd je hybride, dan vul je beide drietallen in.

De kilometers willen we zien als een heel getal met een punt tussen de duizendtallen. Klik met de rechtermuisknop op cel C14 en kies Celeigenschappen; daarop opent een venster. Klik daarin op Getal, zet het cijfer bij Decimalen op nul en schakel de optie Scheidingsteken voor duizendtallen (.) gebruiken in. Klik op OK en het getal ziet eruit als in de onderstaande afbeelding. Breng deze opmaak over op cel C19 en C25; zie ook weer het kader ‘Opmaak kopiëren’. En stel ook de kolommen F, G en H maar alvast zo in.

In C16 en C21 (voor het verbruik) komt een gewoon getal met één cijfer achter de komma. Typ dat er zo in en klik zo nodig op de knop Meer decimalen.

Via Celeigenschappen regel je  de punt voor de duizendtallen.

© PXimport

Afschrijving: de theorie

Je bent de koning te rijk als je met je nieuwe wagentje de garage uit rijdt. Maar op datzelfde moment is hij al een stuk minder waard, want je ontkomt niet aan de afschrijving. Die is het eerste jaar het hoogst en ieder volgend jaar iets lager; althans in euro’s. In procenten neemt de waarde ieder jaar ongeveer evenveel af. Met een afschrijving van 20 procent per jaar is je auto na een jaar 80 procent van de nieuwprijs waard. Na twee jaar blijft er 80 procent van die 80 procent over, dus 64%. Na drie jaar blijft daarvan weer 80% over enzovoort; een zogeheten exponentiële afname.

Even ter illustratie: zo daalt de waarde van je auto.

© PXimport

Afschrijving: de formule

Je noteert dus in C3 hoeveel je voor je auto betaalde. De prijs voor een elektrische auto wordt gedrukt, want hiervoor betaal je geen BPM en je ontvangt 2000 euro subsidie voor een tweedehands of 4000 euro voor een nieuwe.

In C4 geef je op hoelang je verwacht dat je hem in bezit hebt: het aantal jaren van aankoop tot verkoop.

En in C5 typ je het percentage van de afschrijving; die verschilt per auto. Gemiddeld is die van een nieuwe elektrische auto 13%, zodat deze na vijf jaar nog de helft waard is. Op een dieselauto schrijf je rond 17% per jaar af, op een benzineauto zo’n 21%; deze zijn na vijf jaar nog 40% respectievelijk 30% waard. Voor details googel je op: afschrijving auto per merk, en gaat je naar de site van https://auto-en-vervoer.infonu.nl. Om te berekenen hoeveel de auto na dat aantal jaren nog waard is, nemen we het percentage tot de zoveelste macht; die macht staat voor het aantal jaren. In de formule geven we de macht met het dakje ^ weer en de daling van bijvoorbeeld 80% noteren we als (1-20%) waarin de 1 staat voor 100%. Zo vinden we de waarde die overblijft na bijvoorbeeld drie jaar met:

=(1-20%)^3

De afschrijving is de aanschafwaarde minus deze restwaarde, dus we trekken dit verhaal van 1 af (ook weer van 100%). Het aantal jaren staat in C4, het percentage afschrijving in C5, zodat de formule voor D6 wordt:

=1-(1-C5)^C4

Dit levert een percentage op, het concrete bedrag zetten we in de rechterhelft van de tabel. Typ in cel F6 de formule:

=D6*C3

Deze geeft het bedrag van de afschrijving over de hele periode.

Ben je benieuwd wat de restwaarde zal zijn aan het eind van de rit, typ dan in cel J6 het woord Restwaarde: en plaats daaronder de formule:

=C3-F6

Andere vaste kosten

Dan volgen de wegenbelasting (waarvan elektrische auto’s zijn vrijgesteld), de verzekering en het onderhoud. We kunnen ons voorstellen dat je het bedrag van de wegenbelasting per maand weet en voor de verzekering alleen het jaarbedrag kent. Of andersom: dat je wel de verzekeringspremie per maand weet, maar niet de wegenbelasting per jaar. Geen nood, we hebben de zaak flexibel ingesteld: je mag bij deze drie kiezen; je vult óf een bedrag per jaar in, óf het maandbedrag (maar niet allebei). Overigens is het onderhoud van een elektrische auto goedkoper, want deze heeft geen oliebeurt nodig en het remsysteem slijt veel minder.

In de rechterhelft van de tabel maken we de formule die deze kosten omrekent voor de hele periode. Plaats je in F9 de formule:

=C9*C$4+D9*12*C$4

Kopieer deze omlaag naar F10 en F11. Deze doet het jaarbedrag in C9 maal het aantal jaren in C4, doet het maandbedrag in D9 maal 12 maal het aantal jaren in C4 en telt die beide op. Of je nou een jaarbedrag invult of een maandbedrag, deze formule maakt er altijd een bedrag van voor de hele periode dat je de auto hebt.

Zo berekent je  de vaste kosten van de auto.

© PXimport

De variabele kosten

Voor de variabele kosten beginnen we met de brandstof. Daarvoor moeten we ook invullen hoeveel kilometer per jaar we rijden. Typ je die kilometers in C14. Gebruik je de auto zowel privé als zakelijk, tel dan alle kilometers op.

In C15 noteer je de gemiddelde brandstofprijs. En in C16 typ je je verbruik, in liters per 100 km. Ben je gewend te zeggen: ‘die van mij loopt 1 op zoveel’, dan bereken je dat in cel D17 met de formule:

=100/C16

Voor een elektrische auto noteer je de kilometers per jaar in C19. De kosten per kWh hangen af van waar je de auto oplaadt. Van thuisladen voor 0,22 euro, via een publiek laadpunt voor 0,35 euro tot een Fastned-snellader van 0,60 euro. In het voorbeeld nemen we de middelste optie van 0,35 euro per kWh.

Rijd je hybride, dan vul je beide blokjes in en schat je hoeveel km je op benzine rijdt en hoeveel op stroom.

De brandstofkosten voor de hele periode berekenen we als volgt. Het aantal jaren (C4) maal het aantal kilometers per jaar (C14) maal het verbruik (C16) gedeeld door honderd maal de gemiddelde brandstofprijs (C15). Mee eens? Typ je dan in F16 de formule:

=C$4*C14*C16/100*C15

Kopieer deze naar F21.

Om de kosten van de banden te berekenen, typ je in C24 de prijs van één band en daaronder hoeveel kilometer de banden gemiddeld meegaan.

De kosten van de banden berekenen we met: aantal kilometers per jaar (in C14 en C19) gedeeld door hoeveel kilometer de banden meegaan (C25) maal de prijs van een band (C24) maal het aantal jaren (C4) en dat maal 4 omdat een auto er meestal vier heeft. Geef je F20 de formule mee:

=(C14+C19)/C25*C24*C4*4

Hier zet je  de variabele kosten bij elkaar.

© PXimport

Renteverlies

Heb je voor het aanschaffen van de auto geld moeten lenen, dan betaal je rente aan de bank. Betaalde je hem uit eigen zak, dan had je het bedrag van de waardevermindering kunnen sparen en is deze misgelopen spaarrente een kostenpost. Je typt het rentepercentage per jaar in C27. Voor deze rente geldt het rente-op-rente effect. In tegenstelling tot de afschrijving tellen we nu de rente bij 1 (dat is 100%) op, het aantal jaren staat in C4, dus dat stukje ziet er zo uit:

=(1+C27)^C4

Dat gaat maal de aanschafwaarde (in C3), zodat we de aankoopprijs plus de opgestapelde rente krijgen. Om alleen de rente over te houden, moet daar de aankoopprijs weer vanaf, dus in F27 typt u:

=C3*(1+C27)^C4-C3

Andere variabele kosten

De andere variabele kosten zijn: pechhulp, de wasstraat (als je daar aan doet) en overige kosten. Hier mag u, evenals in de bovenste helft, een bedrag per jaar invullen of het maandbedrag (maar niet allebei). Om deze bedragen om te rekenen naar een bedrag voor de hele periode, kopieer je de formule vanuit F11 naar F31, F32 en F33.

Ontvang je subsidie voor je elektrische auto, en een vergoeding van je werkgever? Noteer dan het bedrag per jaar in C36/C37 of het maandbedrag in D36/D37. En kopieer de formule vanuit F33 naar F36 en F37.

Optellen, aftrekken en delen

De bedragen per onderdeel voor de hele periode staan nu in kolom F. Tijd om de zaak op te tellen. Plaats in cel F35 de formule:

=SOM(F6:F34)

Daarvan moeten de bedragen in F36 en F37 worden afgetrokken. Typ hiervoor in F38 de formule:

=F35-F36-F37

Je hebt nu de kosten in beeld over de hele periode dat je de auto in bezit hebt. Nu wil je natuurlijk weten wat de kosten per jaar zijn. Daarvoor is kolom G en daarin hoeven we alleen de bedragen in kolom F maar te delen door het aantal jaren. Dat aantal jaren staat in C4 en om te zorgen dat de kopietjes van deze formule netjes blijven verwijzen naar rijnummer 4, zetten we daar een $ in (zie ook het kader). Typ in G6 de formule:

=F6/C$4

Je ziet hier de afschrijving per jaar (dat bedrag zou je eigenlijk moeten sparen, zodat je meteen een andere auto kunt aanschaffen als de oude wordt afgedankt).

Om overal jaarbedragen te zien, kopieer je cel G6 omlaag naar G9, G10, G11 en zo verder, zodat er een kopie van deze formule komt naast elk bedrag in kolom F.

Dan brengen we alles terug naar maandelijkse porties, in kolom H. Hiervoor delen we het bedrag in G6 door 12. Typ hiervoor in H6 de formule:

=G6/12

Kopieer die omlaag, zodat er naast elk bedrag in kolom G een kopie van deze formule komt.

Voor de jaarbedragen deel je  de bedragen door het aantal jaren. En die deel je  door 12 voor maandelijkse bedragen.

© PXimport

Kosten per kilometer

Ten slotte willen we weten hoeveel de auto per kilometer kost. Hiervoor delen we het jaarbedrag (in G6) door het aantal kilometers per jaar (in C14 en C19). We zorgen weer dat ieder kopietje van deze formule naar C14 blijft kijken. We zouden kunnen volstaan met de formule:

=G6/(C$14+C$19)

Maar als daar nog geen km staan, verschijnen er vervelende ####. Om dat te vorkomen, geef je cel I6:

=ALS(C$14+C$19=0;0;G6/(C$14+C$19))

Hier willen we wel twee cijfers achter de komma zien. Klik cel I6 en klik op de knop Meer decimalen.

Kopieer cel I6 omlaag, zodat er een kopie van deze formule komt (met twee decimalen) naast elk bedrag in kolom H.

Maar je wilt de kosten per kilometer voor brandstof en elektriciteit natuurlijk apart zien. Plaats daarom in Ii6 de formule:

=ALS(C14=0;0;G16/C14)

En kopieer die naar I21.

Opmaak kopiëren

Met deze kwast kopieer je  de opmaak van een cel naar andere cellen.

© PXimport

Verwijzing vastzetten

Meteen van start

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten