Laagmaskers in Photoshop Elements 9.0
Een laagmasker is gekoppeld aan een gewone laag en verbergt een deel van het beeld. De witte delen worden getoond, de zwarte delen verborgen, en de grijze delen zijn transparant. De kracht van een laagmasker is dat het originele beeld nooit aangetast wordt en dat alle wijzigingen aangepast of ongedaan gemaakt kunnen worden. Fans van Photoshop Elements moesten aanvankelijk lang wachten op deze functie die voorheen was voorbehouden aan de professionele versie.
1. Zwart-wit
In dit voorbeeld tonen we hoe u met een laagmasker een deel van een foto zwart-wit maakt, maar u kunt uiteraard ook andere effecten maskeren. Zorg dat het palet Lagen in beeld is, zodat u de werking van deze techniek goed kunt volgen. Open een afbeelding waarop u een bepaalde bewerking slechts op een deel van de afbeelding wilt toepassen. In het palet Lagen ziet u de laag Achtergrond. Dupliceer deze laag met Ctrl+J (Mac OS: Cmd+J). Vervolgens klikt u op de bovenste laag in het palet Lagen en u verwijdert alle kleur uit deze laag. Dat doet u het best met de opdracht Verbeteren / Omzetten in zwart-wit. In het venster Omzetten in zwart-wit kunt u onderaan een van de voorgedefinieerde stijlen kiezen: landschapsfoto's, infrarood, portretfoto's, enzovoort. Of u gebruikt de schuifregelaars om op basis van het oorspronkelijk rood, groen en blauw de zwart-witomzetting fijn te regelen.
De bovenste laag zetten we om in zwart-wit.
2. Maskeren
Een laagmasker gebruikt u om bepaalde delen van een laag te verbergen en andere delen te tonen. De bovenste laag is in het palet Lagen nog steeds actief. Onderaan dit palet vindt u de nieuwe knop Laagmasker toevoegen. De knop is een rechthoekje met een cirkeltje in het midden. Als u daar op klikt, verschijnt er in het palet Lagen een wit vlakje naast het miniatuur van de bovenste laag. Op dit ogenblik is het laagmasker volledig wit, dat betekent dat alles van deze laag wordt getoond. Met andere woorden u krijgt het volledige zwart-witplaatje van de bovenste laag te zien. Vanaf nu kunt u het laagmasker handmatig aanpassen tot in de kleinste details met twee kleuren: zwart en wit. Onthoud: zwart bedekt en wit onthult, of gebruik het Engels ezelsbruggetje: 'black conceils, white reveals'. Zorg dat de kleurkiezer dus op zijn standaardinstelling staat: voorgrondkeur zwart en achtergrondkleur wit.
Oorspronkelijk verschijnt het masker als een wit vlakje.
3. Non-destructief
Vervolgens selecteert u een penseel en in de optiebalk kiest u de gepaste penseeldikte. Eerst gaat u met een zwart penseel over de delen waar u de inhoud van de bovenste laag wilt verbergen. Alles wat u met zwart bedekt, zal dus opnieuw zijn oorspronkelijke kleur krijgen. Bent u iets te ver gegaan met het zwart penseel dan selecteert u wit als voorgrondkleur en u gaat met het penseel over de uitschuiver. Om snel tussen wit en zwart (voorgrondkleur en achtergrondkleur) te schakelen, drukt u gewoon de X-toets van uw toetsenbord in. Op die manier werkt u snel het laagmasker bij. Gebruik een penseelpunt met zachte randen om een geleidelijke overgang te verkrijgen tussen de gekleurde zone en de zwart-witomgeving. Bovendien merkt u dat niets aan de oorspronkelijke foto is gewijzigd. Laagmaskers werken immers non-destructief, de oorspronkelijke afbeelding blijft veilig op de achtergrond.
In het miniatuur herkent u de vorm van het masker.