Het systeemvak is in Windows 7 flink onder handen genomen. U weet wel, het rechterdeel van de taakbalk. Was daar voorheen op menig computer een flinke rij pictogrammen te zien, onder Windows 7 lijken er nog maar een paar van over te zijn. Lijken, want ook al ziet u ze niet, ze zijn er wel degelijk.
1. Verborgen pictogrammen
Het systeemvak is flink verbeterd. U kunt nu nog nauwkeuriger instellen welke programmapictogrammen er wel en niet te zien zijn, of dat ze alleen tevoorschijn springen zodra er iets belangrijks te melden is. Op deze manier houdt u meer overzicht en wordt u niet lastig gevallen door een lange rij pictogrammen waar u in de praktijk amper naar omkijkt. Links van het systeemvak ziet u een driehoekje (pijltje). Klik erop zodat een venstertje met pictogrammen verschijnt. Dit zijn de verborgen pictogrammen, met andere woorden, de pictogrammen die u niet in het systeemvak ziet. Dat houdt de boel lekker opgeruimd. Het hangt van uw computer en de programma’s die bijvoorbeeld automatisch opstarten af, welke pictogrammen er bij u te zien zullen zijn. Niet alles nestelt zich in het systeemvak. Bij vorige versies van Windows bevond zich ook een pijltje naast het systeemvak, maar als u daar op klikte, vouwde het vak zich verder open. De verborgen pictogrammen waren dan in het gewone systeemvak te zien, maar dat ging ten koste van de vrije ruimte in de taakbalk.
De verborgen pictogrammen hebben een eigen venstertje gekregen.
2. Terug in het systeemvak
Om in te stellen of pictogrammen al dan niet in het systeemvak terechtkomen, klikt u onderin het venstertje op Aanpassen. In een nieuw venster ziet u een lijst met pictogrammen met elk een korte omschrijving. Klik bij een pictogram in de kolom Gedrag om een keuze te maken in het snelmenu. Het pictogram verschijnt direct in het systeemvak zodra het programma draait, als u het gedrag instelt op Pictogram en meldingen weergeven. Wilt u het pictogram alleen zien als het programma een belangrijke mededeling heeft, kies dan voor Alleen meldingen weergeven. Tot die tijd blijft het pictogram dan verborgen.
Om een pictogram onder alle omstandigheden te verbergen, kiest u Pictogram en meldingen verbergen. Dan is het pictogram alleen nog in het venster met verborgen pictogrammen te vinden. Vindt u het maar niks, al dat gedoe met verborgen pictogrammen en wilt u gewoon alles zien? Zet dan onderin het venster een vinkje bij Altijd alle pictogrammen en meldingen op de taakbalk weergeven. Het systeemvak snoept dan wel een flink deel van de taakbalk af.
Het gedrag voor elk pictogram instellen.
3. Systeempictogrammen
Een pictogram verbergen kan ook door hem met de muis uit het systeemvak te verslepen. U laat hem gewoon ergens op het bureaublad vallen, of op het venstertje met verborgen pictogrammen dat tijdens het slepen vanzelf verschijnt. Andersom is een pictogram vanuit het venster met verborgen pictogrammen terug naar het systeemvak te slepen. Tot slot mag u van Windows 7 met pictogrammen slepen om zelf de volgorde te bepalen. Het werkt zowel in het systeemvak als in het venster met verborgen pictogrammen.
Systeempictogrammen zijn niet alleen te verbergen, u kunt ze ook volledig uitschakelen. Voorbeelden van systeempictogrammen zijn het klokje, de volumeregelaar en de netwerkstatus. Klik met rechts op het klokje en kies Meldingspictogrammen aanpassen in het snelmenu. Opnieuw verschijnt de lijst met pictogrammen die we al eerder zagen, maar ditmaal klikt u onderin op Systeempictogrammen in- of uitschakelen. Hier vindt u een soort ‘hoofdschakelaar’ voor alleen de systeempictogrammen. Inschakelen betekent dat ze in het systeemvak of het venster met verborgen pictogrammen te zien zijn. Schakelt u ze uit, dan blijven ze volledig buiten beeld.
Systeempictogrammen zijn volledig uit te schakelen.