Virtualiseren op OS X, Windows en NAS
Wil je een onbekend programma gebruiken maar ben je bang je pc te besmetten met malware? Wil je Windows of OS X upgraden maar is je dure Adobe-pakket niet compatibel? Voor elk van deze situaties is virtualisatie de oplossing. Wij zetten alle opties voor virtualisatie op een rij.
Normaal staat op een computer één besturingssysteem, meestal Windows, soms OS X of Linux. Het besturingssysteem bepaalt de verdere gebruiksmogelijkheden: Windows heeft de meeste programma's, OS X de mooiste, en Linux biedt maximale vrijheid maar de minste programma's. Wil je helemaal niet kiezen, dan is multiboot een oplossing. Lees ook: Oude software draaien op Windows 10.
Je installeert dan niet één maar meerdere besturingssystemen, elk op een eigen deel van de pc. Je geniet dan maximaal van de mogelijkheden van de pc, maar zit toch telkens weer vast in dat besturingssysteem. Even snel wisselen of alleen één programma uit het andere besturingssysteem gebruiken, dat kan niet en vereist altijd een volledige herstart van de computer. Ook informatie uitwisselen tussen de besturingssystemen gaat lastig.
Virtualisatie heeft deze nadelen niet. Bij virtualisatie installeer je één besturingssysteem en daarop een virtualisatieprogramma. Met het virtualisatieprogramma maak je virtuele machines, en daarbinnen installeer je elk volgend besturingssysteem. Ineens is geen herstart meer nodig, maar gebruik je het andere besturingssysteem net zoals een document in Word of Excel.
Virtualisatie is veel flexibeler dan multiboot en daardoor al snel de betere keuze.
Virtualisatie op de Mac
Drie programma's
De bekendste programma's voor virtualisatie op OS X zijn Parallels Desktop, VMware Fusion en VirtualBox. VirtualBox is opensource en gratis, beide andere programma's niet. Heel duur zijn ze overigens niet, maar doordat er bij elke nieuwe release van OS X en Windows wel een nieuwe Fusion en Parallels uitkomt, kan het totaalbedrag toch aardig oplopen. Van VirtualBox is er maar één versie, van Parallels Desktop en VMware Fusion zijn er twee: namelijk een standaard- en een Pro-versie. Beide Pro's richten zich vooral op testers en ontwikkelaars, bijvoorbeeld met extra opties voor netwerkanalyse en debuggen en directe koppeling aan ontwikkelsoftware als Visual Studio. Parallels Desktop Pro is alleen als abonnement te koop. Parallels is sowieso streng: een licentie kan maar op één Mac worden geïnstalleerd, wat ook nog eens via internet wordt gecontroleerd. Een licentie van Fusion geeft recht op drie installaties, VirtualBox is zoals alle opensource software onbeperkt te gebruiken.
VirtualBox is gratis maar prima geschikt om Windows te virtualiseren op een Mac.
Gebruiksvriendelijkheid
Met elk van de drie oplossingen kun je Windows virtualiseren, maar ook heel veel andere besturingssystemen zoals Linux, BSD, oudere en exotische software als Netware, Solaris en OS/2 en natuurlijk OS X zelf. De werkwijze van de programma's is grotendeels gelijk. Naast een aantal instellingen voor de software zelf, regel je alle instellingen per virtuele machine (vm). De belangrijkste stel je in zodra je een nieuwe virtuele machine maakt, bij alle drie aan de hand van een wizard. Fusion is hier het meest gebruiksvriendelijk, Parallels schiet met de nieuwe wizard zijn doel een beetje voorbij, terwijl VirtualBox zich beperkt tot het hoogst noodzakelijke.
Dat laatste geldt ook bij de snapshots. Een snapshot is een momentopname van een virtuele machine. Je kunt het gebruiken om later naar terug te keren of om verschillende afsplitsingen van één bron-vm te maken. Fusion doet dit het beste en is het meest flexibel, daarna volgt Parallels. Ook VirtualBox kan dit, maar is duidelijk minder overzichtelijk en heeft minder mogelijkheden.
Parallels nieuwe wizard om een nieuwe virtuele machine te maken is erg mooi maar onoverzichtelijk.
Verschillende mogelijkheden
Als je graag het gratis programma VirtualBox wilt draaien, dan moet je een paar nadelen op de koop toe nemen. Allereerst kunnen Fusion en Parallels Windows helemaal automatisch installeren: je moet even de juiste versie selecteren, het bootmedium aanwijzen, de productcode invoeren, en alle verdere handelingen gaan vanzelf. Dit bespaart veel tijd in vergelijking tot VirtualBox, zelfs nu een Windows-installatie steeds minder klikken vergt.
Een tweede functie die Fusion en Parallels wel hebben maar die ontbreekt in VirtualBox, is een multiboot-Windows-installatie als virtuele machine gebruiken. Wanneer je Windows als multiboot naast OS X hebt draaien, kunnen Fusion en Parallels deze dus draaien alsof het een virtuele machine is. Dit kan door de Windows zoals die dan is te importeren, maar ook door de Boot Camp-partitie van Windows gewoon als virtuele harde schijf te benutten. Wijzigingen in de virtuele machine en ingelogd via Boot Camp zijn dan dezelfde.
Het derde voordeel van Fusion en Parallels boven VirtualBox, zijn de mogelijkheden om een programma dat eigenlijk in een virtuele machine draait, direct op OS X te presenteren. Waar zo'n programma normaal de hele virtuele machine zichtbaar maakt, is nu alleen het programma zelf te zien, de rest blijft onzichtbaar. Weliswaar heeft ook VirtualBox een dergelijke 'naadloze modus' maar deze werkt vaker niet dan wel en laat hooguit de titelbalk van de virtuele machine verdwijnen. Het is kortom onvergelijkbaar met de zogeheten Coherence- en Unity-mode bij Parallels en Fusion. Deze tonen beide bovendien het startmenu van de virtuele machine rechtstreeks op het dock (de taakbalk van OS X), waardoor je eenvoudig ook andere programma's op deze manier zichtbaar maakt.
Parallels en Fusion kunnen een multiboot-Windows-installatie gebruiken als virtuele machine.
Keuze maken
Parallels en Fusion ontlopen elkaar weinig. Welke de beste is, hangt af van de keuze tussen functionaliteit en prestaties. Parallels Dekstop is vaak net even uitgebreider dan Fusion en sluit ook meer aan bij typische Mac-opties en mogelijkheden zoals de betere ondersteuning van FireWire- en Thunderbolt-schijven. Ook het opstarten en afsluiten van een virtuele machine gaat bij Parallels net even sneller. En waar Fusion heel het systeem blokkeert wanneer je wilt afsluiten maar nog een Boot Camp-vm hebt openstaan, sluit Parallels die netjes af en daarna de Mac.
Er is echter één punt waar Fusion echt Parallels voorbijstreeft en dat is bij de grafische kwaliteit. Beide ondersteunen Retina, beide doen DirectX 10, maar bij OpenGL scoort Fusion echt beter dan Parallels. Dit is vooral belangrijk wanneer je onder OS X ook Windows-games wilt spelen.
VirtualBox tot slot is alleen interessant wanneer je gewoon Windows en Windows-programma's wilt gebruiken vanaf OS X, en je het niet vervelend vindt daarvoor je OS X-omgeving achter je te laten en volop in Windows terecht te komen.
Parallels haalt bij films betere prestaties dan Fusion, Fusion wint het van Parallels bij games.
Parallels Desktop 11 *****
Pluspunten
Prestaties
Naadloze modus
Net even meer OS X-ondersteuning dan concurrenten
Snapshots
Minpunten
Maar één installatie
Minder gebruiksvriendelijk dan Fusion
Pro-versie alleen via abonnement
Specificaties
Prijs
€ 79,99 voor één Mac (Pro € 99,99 per jaar voor één Mac)
Taal
Engels
OS
OS X 10.9.5 en hoger
Website
VMware Fusion 8 ****
Pluspunten
Grafische prestaties
Naadloze modus
Gebruiksvriendelijker dan concurrenten
Snapshots
Minpunten
Mindere prestaties dan Parallels
Mindere ondersteuning FireWire en Thunderbolt
Specificaties
Prijs
€ 81,95 voor drie Macs (Pro € 200,94 voor drie Macs)
Taal
Engels
OS
OS X 10.9.0 en hoger
Website
VirtualBox (OS X) ***
Pluspunten
Gratis
Prima voor een gewone virtuele machine
Nederlandstalig
Minpunten
Prestaties
Gebruiksvriendelijkheid
Geen Boot Camp-vm
Geen goede naadloze modus
Specificaties
Prijs
Gratis
Taal
Nederlands
OS
OS X 10.8 en hoger
Website
Virtualisatie op Windows
Vier programma's
Op Windows heeft VMware geen concurrentie van Parallels Desktop, maar vindt het wel ineens drie gratis oplossingen tegenover zich. Een daarvan komt nota bene van VMware zelf, dat is VMware Workstation Player. Deze is gratis voor niet-commercieel gebruik, bij gebruik in een organisatie of bedrijf moet wel betaald worden. Het is dan alsnog ongeveer de helft goedkoper dan VMware Workstation Pro, dat de bekendste virtualisatiesoftware voor Windows is. Verder kun je nog kiezen voor de Windows-versie van VirtualBox, die gratis en open source is. Tot slot biedt Microsoft de gebruikers van de Pro-versie van Windows 10 de mogelijkheid Hyper-V te installeren. Hyper-V op Windows 10 Home is niet mogelijk, en daarmee zullen verreweg de meeste gebruikers voor één van de andere producten moeten kiezen.
Hyper-V lastig te doorgronden
Microsoft richt zich met Hyper-V duidelijk op de gevorderde gebruiker die tijd en liefhebberij heeft om het gebruik ervan zelf uit te pluizen. Komen nieuwe Windows-programma's standaard in het startmenu terecht, Hyper-V is er niet in te vinden. En ook nergens in hint hoe je het wel moet gebruiken. En heb je dan Hyper-V-beheer zelf ontdekt, dan kom je in het gebruik alsnog regelmatig voor een verrassing te staan. Gebruik je bijvoorbeeld de wizard om een virtuele machine te maken, dan loopt deze halverwege vast omdat je niet eerst een virtuele switch hebt aangemaakt. En maak je dan die virtuele switch, dan toont Windows gerust een enorme waarschuwing dat dit de netwerkverbinding kan verstoren. En zo zijn er legio situaties die op zich allemaal kloppen, maar waar Hyper-V de gebruiker wel telkens flink aan het twijfelen brengt.
Met Hyper-V-beheer maak en gebruik je de virtuele machines.
Gebruik van Hyper-V
Het aantal besturingssystemen dat Hyper-V ondersteunt in een virtuele machine, is beperkt tot Windows, Windows Server en een bescheiden aantal Linux- en BSD-versies. Oudere versies van Windows en Windows Server worden bovendien alleen ondersteund zolang Microsoft ze support geeft. Alle virtuele machines krijgen dezelfde instellingen mee, specifieke instellingen op basis van het te installeren besturingssysteem ontbreken.
Eenmaal doorgrond is Hyper-V goed genoeg om een virtuele machine te maken en te gebruiken. Zodra je echter meer wilt dan alleen even een functie proberen, zullen beperkingen vaak tot een teleurstelling leiden. Zo ontbreekt ondersteuning voor usb en meervoudige snapshots, en missen we de mogelijkheid een applicatie uit een virtuele machine direct onder het gast-besturingssysteem te gebruiken zoals VMware dat kan.
Hyper-V ondersteunt van alle geteste programma's de minste besturingssystemen in een virtuele machine.
Gratis VMware Workstation Player
De komst van Hyper-V was in 2008 voor VMware aanleiding om ook met een gratis product te komen. Dat werd VMware Workstation Player, waarmee je aanvankelijk ook alleen virtuele machines kon gebruiken en niet aanmaken. Inmiddels is dat wel mogelijk, waardoor VMware Workstation Player meer dan ooit een uitgeklede versie van VMware Workstation Pro is.
In niet-commerciële omgevingen mag het bovendien gratis gebruikt worden, alleen bij zakelijk gebruik is een licentie nodig. Beide producten delen een aantal belangrijke kwaliteiten die de VMware-producten op Windows doen uitstijgen boven de concurrentie. Beide pakketten bieden bijvoorbeeld een enorme selectie aan ondersteunde besturingssystemen voor gebruik binnen een virtuele machine. Ook krijg je op zowel de gratis als de betaalde variant dezelfde VMware Tools die je in een virtuele machine installeert om de prestaties en de hardwarecompatibiliteit van de virtuele machines te verbeteren. Zelfs de geavanceerde Unity-functie om een programma uit de virtuele machine in een eigen los venster te gebruiken alsof het een programma is dat op de computer zelf draait, is ook in de gratis Player te gebruiken.
VMware Workstation Player is met elke versie meer op de grote broer VMware Workstation gaan lijken. Het mist alleen nog de heel geavanceerde functies.
Functies VMware Workstation Pro
De belangrijkste functies voor het maken en gebruiken van een virtuele machine uit Workstation Pro zitten dus ook in Workstation Player. Of een upgrade naar de Pro-versie loont, is dan ook helemaal afhankelijk van hoe belangrijk de ontbrekende functies zijn. De belangrijkste functie die alleen de Pro-versie heeft, is de geavanceerde netwerkeditor waarmee je meerdere virtuele machines via een virtueel eigen netwerk met elkaar kunt verbinden zonder de rest van het netwerk risico's te laten lopen.
Ook ontbreekt in de gratis Player-variant de mogelijkheid om met Player virtuele machines op een ESXi-server te gebruiken en ook de ESXi-server zelf aan te sturen, iets wat VMware Workstation Pro dus wel kan. Heb je een ESXi-server, dan voeg je eenmalig de benodigde gegevens van die server aan Workstation Pro toe en gebruik je daarna de virtuele machines op die ESXi-server op precies dezelfde manier als virtuele machines op de eigen computer. Behalve dat je de eigen pc niet belast met geheugen- en processorgebruik door de virtuele machine, scheelt het ook heel veel opslagruimte op de harde schijf.
Een snapshot is een momentopname van de virtuele machine. Je kunt deze in VMware Workstation Pro op elk moment maken, zowel als de virtuele machine in rust is als wanneer deze juist vol wordt gebruikt. Ga je iets doen wat riskant is of wat je later vermoedelijk weer ongedaan wilt maken, dan maak je een snapshot. VMware Workstation Pro kan van elke virtuele machine een oneindig aantal snapshots maken en daarna razendsnel tussen de verschillende snapshots wisselen. Met Snapshot Manager kun je momentopnames die niet meer nodig zijn verwijderen.
VMware Workstation Pro laat je ook de virtuele machines op een ESXi-server gebruiken.
VirtualBox gratis maar beperkt
De Windows-versie van VirtualBox presteert beter dan de versie voor OS X, maar kent overwegend toch dezelfde tekortkomingen. Zo gaat het kopiëren via slepen van bestanden tussen de virtuele machine en het host-systeem vaak niet goed en zijn er opnieuw problemen met de grafische prestaties. Hoewel de 3D-acceleratie zich nu in een Windows 10 virtuele machine wel laat inschakelen, werkt even later opnieuw de zogeheten naadloze modus niet. In plaats van dat het programma los op het gastsysteem beschikbaar komt, bedekt het de gehele desktop en is opnieuw eigenlijk alleen de titelbalk van het VirtualBox-venster onzichtbaar. FIFA of een andere game spelen is opnieuw niet mogelijk.
Het beeld dat VirtualBox achterlaat op Windows is daarmee beter dan op OS X, maar uiteindelijk toch alleen goed genoeg voor het maken van een rechttoe-rechtaan virtuele machine voor wat eenvoudig testwerk. Daarvoor krijgt VMware Workstation Player dan al snel de voorkeur omdat het beter presteert en toch ook gratis is. Dit is dan ook het systeem dat wij voor de meeste situaties aanraden. Als je toch één van de Pro-functies mist, is het upgraden hiernaar een verstandige stap.
VirtualBox naadloze modus is ook op Windows onbruikbaar.
Microsoft Hyper-V ****
Pluspunten
Gratis
Volledig te scripten met PowerShell
Nederlandstalig
Minpunten
Niet voor Windows 10 Home
Gebruiksvriendelijkheid
Weinig gast-OS'en
Kan niet meerdere snapshots maken
Specificaties
Prijs
Gratis bij Windows 10 Pro
Taal
Nederlands
OS
Windows 10 Pro
Website
VMware Workstation Player 12.0 ****
Pluspunten
Gebruiksvriendelijk
Naadloze modus Unity
Functionaliteit
Drie installaties
Gratis voor niet-commercieel gebruik
Minpunten
Geen server-connectie (ESXi)
Geen snapshots
Specificaties
Prijs
Gratis voor niet-commercieel gebruik (€ 134,95 voor commercieel gebruik)
Taal
Engels
OS
Windows 7 of hoger, Linux 5.8 of hoger
Website
VMware Workstation Pro 12.0 *****
Pluspunten
Naadloze modus Unity
Functionaliteit
Snapshots
Drie installaties
Server-connectie (ESXi)
Minpunten
Prijs
Specificaties
Prijs
€ 200,95
Taal
Engels
OS
Windows 7 of hoger, Linux 5.8 of hoger
Website
VirtualBox (Windows) ***
Pluspunten
Gratis
Prima voor een virtuele machine
Nederlandstalig
Minpunten
Prestaties
Gebruiksvriendelijkheid
Geen naadloze modus
Weinig mogelijkheden snapshots
Specificaties
Prijs
Gratis
Taal
Nederlands
OS
Windows Vista SP1 of hoger
Website
Een virtuele machine op de NAS
Nu steeds meer NAS-apparaten zijn uitgerust met een snelle Intel-processor die ook een grafische processor bevat en flink veel geheugen, ligt gebruik van de NAS voor virtualisatie steeds meer voor de hand. Marktleiders QNAP en Synology zijn dan ook druk bezig dit verder te ontwikkelen. Synology richt zich vooral op zakelijk gebruik en gebruikt virtualisatie om zijn producten extra robuust te maken. QNAP daarentegen zet vol in op virtualisatie van Windows, Linux en Unix op zijn NAS'en. De virtuele machines zijn via de browser te gebruiken en dus gemakkelijk toegankelijk, zelfs via smartphone en tablet.
Met Virtualization Station biedt de nieuwe versie van het QTS-besturingssysteem van QNAP de mogelijkheid virtuele machines te maken op een QNAP-NAS.
Conclusie
Virtualisatie is ooit begonnen om de niet-benutte rekenkracht van servers te gebruiken. In zekere zin geldt dit nu ook voor de virtualisatie op de pc's die we dagelijks gebruiken: stuk voor stuk zijn ze voorzien van een flinke overdosis aan processorkracht en geheugen, ruim voldoende om ook nog een of meer virtuele machines te kunnen gebruiken. Dat is echter niet meer de hoofdreden om een virtuele machine te gebruiken, maar wel een mooie (en vereiste) bijkomstigheid.
Het aantal momenten waarop virtualisatie ons kan helpen, neemt nog steeds toe. De test van alle beschikbare software voor virtualisatie op OS X en Windows laat zien dat ook de software die nodig is om te virtualiseren, geen belemmering meer is. Gratis software zoals VirtualBox is zeer volwassen aan het worden, terwijl de oplossingen van VMware en Parallels behalve nog beter ook zeer innovatief zijn.
De beste keuze voor virtualisatie op de Mac is wat ons betreft Parallels Desktop 11. Wel slechts met minieme voorsprong op Fusion, dat voor gamers de betere keuze is. Op Windows heerst VMware. Werk je niet commercieel of heb je genoeg aan de basisopties, dan is Workstation Player de juiste keuze. Wil je echt geavanceerde dingen doen of heb je een ESXi-server waarop je virtuele machines host, dan ben je het beste maar helaas ook het duurste af met VMware Workstation Pro.