Breuken, vierkantswortels, logaritmes, matrices... Menig student heeft al geworsteld om formules netjes in Word-bestanden te krijgen. Wij leggen je uit hoe je wiskundige symbolen in Word 2003, 2007 en 2010 invoegt.
Word 2003
Plaats je cursor op de plaats waar je een breuk, integraal of wortel wilt en kies Invoegen / Veld. Scrol in het lijstje Veldnamen naar beneden en klik op Eq. Klik vervolgens op de knop Vergelijkingseditor. Je krijgt nu een nieuwe balk te zien met verschillende categorieën wiskundige symbolen. Kies eerst de categorie die je nodig hebt, bijvoorbeeld de matrices, en selecteer vervolgens één van de verschillende aangeboden mogelijkheden.
Via deze balk kun je tig verschillende wiskundige symbolen invoeren en bewerken.
Word 2007 en 2010
Plaats je cursor op de plaats waar je een breuk, integraal of wortel wilt en kies Invoegen / Vergelijking. In het lint (de ribbon) krijg je de verschillende categorieën wiskundige symbolen te zien: breuk, script, wortel, integraal, grote operator, vierkante haak, functie, accent, limiet en logaritme, operator en matrix. Kies de categorie die je nodig hebt en selecteer een sjabloon, bijvoorbeeld een breuk. Deze breuk kun je helemaal zelf bewerken. Voor wiskundige symbolen die je vaak gebruikt, kun je zelfs een snelkoppeling aanmaken. Kies hiervoor in het rechtermuisknopmenu voor Galerie toevoegen aan werkbalk snelle toegang.
Heb je ook gemerkt dat Word je enkele standaardsjablonen aanbiedt? Deze kun je zelf niet aanpassen, maar het bespaart je wel wat tikwerk. Ben je op zoek naar échte formules? Ook die zitten in Word verwerkt. De formule van Newton of de Stelling van Pythagoras bijvoorbeeld. Kies hiervoor Invoegen en klik op het kleine driehoekje onder Vergelijking. Klik één keer op de formule die je nodig hebt om ze in te voegen.
In de ribbon kun je simpelweg aanklikken wat je precies nodig hebt.