Zijn Windows 7-tweaks nog zinvol?

Sinds het uitkomen van Windows 7 hebben we dit besturingssysteem op verschillende pc's geïnstalleerd. Elke keer viel daarbij op hoe goed deze machines al direct na de installatie van het OS en de overige programma's presteerden. Zonder enige verdere aanpassingen verlopen het opstarten, het werken met de pc en het afsluiten meteen al zo vlot, dat de vraag rijst of het nog wel nodig is om dit besturingssysteem te optimaliseren.

Uiteraard zal elke gebruiker na aankoop van een nieuwe machine of na een schone installatie bepaalde instellingen wijzigen, om het systeem op die manier aan zijn of haar eigen wensen aanpassen. Dit is een vorm van systeemoptimalisatie, maar deze is er meestal op gericht om de machine op de persoonlijke voorkeur af te stemmen. Deze instellingen verschillen per gebruiker. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de grootte en plaatsing van de taakbalk, maar ook de instellingen van het Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) vallen hieronder. In dit artikel beperken we ons echter tot de handelingen die op elke machine uitgevoerd kunnen worden om Windows zo vlot mogelijk te laten werken. We geven hierbij aan wat nog zinvol is om zelf uit te voeren, en wat u helemaal aan Windows kunt overlaten.

Overigens raadt Microsoft als minimale systeemeisen voor Windows 7 een processor van 1 GHz, een geheugen van 1 GB en een grafische kaart van 128 MB aan, en hoewel het besturingssysteem hiermee alleszins redelijk presteert, adviseren wij u toch deze waarden minimaal te verdubbelen. Met een 2 GHz processor, 2 GB aan geheugen en een grafische kaart van 256 MB komt dit besturingssysteem pas goed tot zijn recht. Ook na uitbreiding met de komende servicepacks zal het met een dergelijke hardwareconfiguratie vlot blijven werken - zeker wanneer u de volgende tips opvolgt.

1. Windows Update

Een eerste vereiste voor een goed werkend besturingssysteem is dat het volledig up-to-date is. Standaard staat Windows Update (Start / Alle programma's / Windows Update) zodanig ingesteld dat de updates automatisch worden gedownload en geïnstalleerd. Het gaat hierbij om essentiële en aanbevolen updates, en aangezien deze altijd geïnstalleerd dienen te worden is de standaardinstelling van Windows hiervoor naar onze mening de beste optie. Optionele updates worden niet automatisch geïnstalleerd. Om te controleren of er optionele updates zijn, kunt u af en toe Windows Update openen. Tenzij een dergelijke update duidelijk niet nodig is, raden we u aan ook deze updates altijd te installeren. Dat al uw overige programma's eveneens altijd van de laatste beveiligingsupdates moeten zijn voorzien, spreekt vanzelf.

© PXimport

Door automatisch te updaten is uw pc altijd van de laatste beveiligingspatches voorzien.

2. Overbodige opstartitems uitschakelen

Er zijn tientallen programma's die bij het inschakelen van de pc allerhande services en nevenapplicaties laten opstarten. Sommige hiervan hebben enig nut, van andere is noch het nut ervan noch enige invloed op de prestaties van de pc te bemerken, en weer andere laten het systeem beduidend trager opstarten of afsluiten. Het is in ieder geval nog steeds een goede gewoonte om alle overbodige opstartitems uit te schakelen. U vindt deze items op het tabblad Opstarten in het venster Systeemconfiguratie. Om dit te openen drukt u op de Windows-toets+R, typt u msconfig en klikt u op OK.

Of een opstartitem overbodig is en zonder risico uitgeschakeld kan worden, is meestal door een eenvoudige zoekopdracht via Google te achterhalen. Er bestaan ook sites waar u de naam van het betreffende item in kunt voeren, waarna u hierover advies krijgt. Een voorbeeld van zo'n site is Sysinfo. Schakel in geen geval zaken uit die met uw beveiligingssoftware te maken hebben.

Er zijn enkele opstartitems die regelmatig terug zullen keren. Programma's als Java en Adobe Reader plaatsen deze na elke update weer terug. Deze programmaatjes nemen echter nauwelijks systeembronnen in beslag, en u zult er bij het opstarten niets van merken, mede doordat Windows 7 de belasting van het systeem beter verdeelt tijdens de opstart. Het steeds opnieuw uitschakelen van deze opstartitems kost u alleen tijd, maar levert geen prestatiewinst op. U kunt dit dus achterwege laten.

© PXimport

Uitschakelen van overbodige opstartitems vermindert de systeembelasting.

3. Overbodige services uitschakelen

Wat de Windows-services betreft kunnen we kort zijn: laat deze altijd ongewijzigd. Er is geen enkele prestatieverbetering te behalen door het uitschakelen ervan. Bovendien zijn veel services van elkaar afhankelijk, en loopt u dus grote kans dat er problemen optreden wanneer u de verkeerde service uitschakelt. Services die geïnstalleerd zijn door programma's van derden kunnen echter af en toe problemen veroorzaken, zoals het traag afsluiten van de pc, en soms zijn ze eenvoudigweg overbodig. Om te zien om welke services het gaat, opent u het venster Systeemconfiguratie (zoals in stap 2 beschreven). Op het tabblad Services zet u vervolgens een vinkje bij Alle Microsoft-services verbergen. Evenals bij de opstartitems geldt hier dat u services van uw beveiligingssoftware ongemoeid dient te laten. Van de overige services kunt u via een zoekmachine meestal gemakkelijk achterhalen of ze al dan niet uitgeschakeld kunnen worden.

© PXimport

Services van derden kunnen vaak uitgeschakeld worden.

4. Visuele effecten uitschakelen

Windows 7 bevat talrijke visuele effecten, die behoorlijk wat van uw machine eisen. Terwijl deze effecten in Windows Vista en Windows XP meestal alleen voor een mooi uiterlijk zorgen, zijn ze in Windows 7 vaak functioneel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een functie als Aero Peek. Hiermee haalt u een venster in een oogwenk naar de voorgrond, waarbij de overige vensters tijdelijk transparant worden. Door de transparantie uit te schakelen ontlast u het ­systeem natuurlijk, maar verliest u tegelijkertijd deze handige functie.

Vanwege de functionaliteit van de visuele effecten in Windows 7 raden we u aan deze alleen uit te schakelen als uw machine slechts aan de minimale systeemeisen voldoet. In dat geval kan de vertraging die het gebruik van visuele effecten met zich meebrengt zwaarder wegen dan het gemak dat men van deze effecten heeft.

Om visuele effecten in of uit te schakelen klikt u met uw rechtermuisknop op Computer, kiest u voor Eigenschappen en klikt u vervolgens op Geavanceerde systeeminstellingen. Op het tabblad Geavanceerd klikt u op de knop Instellingen onder Prestaties. Vinkt u op het tabblad Visuele effecten iets uit, dan klikt u op Toepassen om het effect direct te kunnen beoordelen. Zodra alles naar wens is klikt u op OK, en sluit u de overige vensters.

© PXimport

De visuele effecten in Windows 7 zijn vaak meer dan alleen oogstrelend.

© PXimport

Wees spaarzaam met het uitschakelen van visuele effecten.

5. De pagefile

De processor haalt zijn gegevens uit het RAM, uit verschillende caches, en uit het schijfgeheugen. Het schijfgeheugen van Windows is de pagefile. Over de instelling van de pagefile zijn inmiddels duizenden pagina's volgeschreven; een zoekopdracht via Google voor "pagefile settings" levert ruim 1,7 miljoen hits op. Er worden momenteel drie manieren aangeraden om de pagefile optimaal in te stellen.

De eerste methode maakt de pagefile zo klein mogelijk. Dit had wellicht zin toen er nog werd gewerkt met schijven van tien tot dertig GB, maar met de capaciteit van de huidige schijven is deze methode niet zinvol meer te noemen.

De tweede methode is de pagefile een vaste grootte te geven. Bij een RAM-geheugen van 2 GB of meer komt dit over het algemeen neer op een pagefile die even groot is als het RAM-geheugen. Een pagefile met een vaste grootte heeft als voordeel dat deze niet gefragmenteerd kan raken.

De derde methode laat de standaardinstelling van Windows ongewijzigd. Dat wil zeggen dat de toegewezen begingrootte van het schijfgeheugen ongeveer gelijk is aan de grootte van het RAM-geheugen, terwijl de pagefile daarbij uitgebreid kan worden tot ongeveer anderhalf maal die hoeveelheid.

We hebben geen verschil in prestaties kunnen bemerken tussen de beide laatste instellingen en fragmentatie bleek evenmin op te treden. Ons advies is daarom dan ook om de standaardinstelling te handhaven: Wisselbestandsgrootte voor alle stations automatisch beheren. Deze instelling kunt u eventueel wijzigen op het tabblad Geavanceerd, wat u vindt naast het tabblad Visuele effecten (zie stap 4). Klik hier op de knop Wijzigen en pas de instellingen naar uw eigen voorkeur aan.

© PXimport

Het beheer van de pagefile kunt u rustig aan Windows overlaten.

6. Prefetching

Sinds XP is Windows voorzien van een techniek die 'prefetching' wordt genoemd. Dit versnelt onder meer het opstarten van het besturingssysteem en de overige programma's. Prefetching zorgt voor een vlot werkend systeem door belangrijke bestanden in de juiste volgorde op de schijf te zetten waardoor deze zo snel mogelijk gelezen en geladen kunnen worden, en door op basis van het specifieke gebruik van programma's bepaalde code vooraf in het geheugen te laden.

Toch zijn er nog mensen die regelmatig de map C:\Windows\Prefetch legen, in de veronderstelling dat dit de prestaties van de pc verhoogt. Het doet echter precies het tegenovergestelde: hierna zullen Windows en uw overige programma's enige tijd veel trager opstarten, totdat de inhoud van de map Prefetch weer hersteld is en Windows op basis hiervan de nodige optimalisatieroutines heeft uitgevoerd. De instellingen die Microsoft voor prefetching­ heeft ­bepaald zijn optimaal, en elke wijziging die u hierin aanbrengt vermindert de systeemprestaties. Alle registertweaks die beloven prefetching te verbeteren doen dit pertinent niet.

U kunt wel aangeven of prefetching de nadruk moet leggen op uw programma's of op de achtergrondprocessen. Dit doet u eveneens op het tabblad Geavanceerd, dat u naast het tabblad Visuele effecten vindt (zie vorige stappen). In het overgrote deel van alle gevallen zal prefetching voor uw programma's de voorkeur hebben. Afgezien van deze voorkeur dient u dus nooit iets aan de instellingen van de prefetcher te veranderen, aangezien deze al optimaal zijn.

© PXimport

Verander niets aan de registerinstellingen voor prefetching.

© PXimport

U kunt aangeven waarop bij prefetching de nadruk moet liggen.

7. Defragmenteren

Sinds Vista is Windows voorzien van automatische schijfdefragmentatie, ook Windows 7 is hiermee uitgerust. Standaard worden alle schijven eenmaal per week gedefragmenteerd, en in de praktijk blijkt dit ruim voldoende te zijn. In sommige gevallen is het echter een beetje veel, want niet alle schijven hoeven wekelijks gedefragmenteerd te worden. Voor een dataschijf of een back-upschijf is defragmentatie meestal helemaal niet of slechts incidenteel nodig. En hebt u bijvoorbeeld een dual-bootsysteem met Windows XP, dan kunt u de betreffende systeemschijf het best door Windows XP zelf laten defragmenteren. U kunt in Schijfdefragmentatie aangeven welke schijven gedefragmenteerd moeten worden. Hiervoor gaat u naar Start / Alle programma's / Bureau-accessoires / Systeemwerkset / Schijfdefragmentatie / Schema instellen / Schijven selecteren.

Verder hoeft er aan de instellingen niets gewijzigd te worden. ScheduledDefrag, zoals de taak heet, staat ingepland voor 's nachts. Staat de pc op dat moment uit, dan wordt de taak na het opstarten of uit slaapstand halen van de pc zo snel mogelijk uitgevoerd, met dien verstande dat het systeem daarbij wacht tot de pc niet wordt gebruikt. Het proces stopt zodra de pc weer gebruikt wordt, om na gebruik weer hervat te worden, net zolang tot de defragmentatie voltooid is. Op deze manier ondervindt u er tijdens het werken met de pc nooit hinder van. In de praktijk blijkt dit allemaal uitstekend te werken. Defragmentatieprogramma's van derden zijn hierdoor overbodig geworden. Het is zelfs af te raden om dit soort programma's te gebruiken, omdat een groot deel ervan geen rekening houdt met de automatische defragmentatieroutines die onderdeel uitmaken van het prefetchproces. Dergelijke programma's verstoren dit proces.

© PXimport

Niet alle schijven hoeven wekelijks gedefragmenteerd te worden.

Gun Windows af en toe even rust

Zoals in stap 7 (Defragmenteren) wordt vermeldt, voert Windows een defragmentatie automatisch uit zodra de machine enige tijd niet gebruikt wordt. Er zijn meer taken die pas worden uitgevoerd wanneer de machine in rust is. Zo wordt er elke dag een optimalisatieroutine uitgevoerd die het bestand Layout.ini in de Prefetch-map aanpast. Dit wordt gedaan op basis van de overige bestanden in deze map, waarin onder meer wordt bijgehouden hoe vaak applicaties worden gebruikt. Daarnaast wordt er eens in de drie dagen een algemene systeemoptimalisatie uitgevoerd. Dit alles gebeurt als de machine enige tijd niet gebruikt wordt. Het is dus een goede gewoonte om de machine hier af en toe de tijd voor te gunnen. Wanneer u de pc altijd direct na gebruik afsluit, kan het zijn dat Windows zelden of nooit aan deze taken toekomt, wat de prestaties uiteindelijk zal verminderen.

8. Het systeem opschonen

Tijdens het gebruik van de pc worden overal gegevens opgeslagen die handig kunnen zijn voor later gebruik. Veel van deze gegevens zullen de prestaties van de pc niet nadelig beïnvloeden. Mappen met tijdelijke bestanden - ongeacht hoe groot ze zijn - die alleen maar op uw harde schijf staan, hebben op de prestaties van de pc geen enkele invloed. Anders is dit met de caches van uw browsers waarin webpagina's tijdelijk worden opgeslagen. Worden deze caches te vol, dan merkt u dat het surfen over het web wat trager gaat verlopen, omdat de betreffende browser dan steeds meer opgeslagen pagina's moet doorzoeken. Regelmatig opruimen van overbodige bestanden blijft dan ook nog steeds vereist. In principe is Windows Schijfopruiming hiervoor voldoende. U bereikt dit programma via Start / Alle programma's / Bureau-accessoires / Systeemwerkset / Schijfopruiming. Het volstaat om dit eenmaal per week uit te voeren. Daarnaast kunt u voorkomen dat browsers te veel internetpagina's opslaan door de grootte van de cache te beperken tot bijvoorbeeld 100 MB.

© PXimport

Beperk de ruimte die de browser voor tijdelijke bestanden gebruikt.

Automatisch opschonen

Het opschonen van de pc is een onderhoudstaak die nog steeds regelmatig uitgevoerd moet worden. U kunt dit echter automatisch laten verlopen. Wilt u hiervoor Windows Schijfopruiming gebruiken, dan zult u dit programma eerst moeten vertellen wat er bij de automatische actie opgeruimd moet worden. Hiertoe gebruikt u de toetsencombinatie Windows-toets+R, u typt cleanmgr /sageset:1 en u klikt op OK, waarna het venster Instellingen voor Schijfopruiming verschijnt. Hierin vinkt u aan wat u wilt laten opruimen, en vervolgens klikt u op OK. Wanneer u nu de opdracht cleanmgr /sagerun:1 geeft, zullen de aangevinkte schoonmaakacties worden uitgevoerd.

Om deze acties automatisch uit te laten voeren, start u Taakplanner via Start / Alle programma's / Bureau-accessoires / Systeemwerkset en u gaat in het linkerdeelvenster naar de map Bibliotheek voor Taakplanner / Microsoft / Windows / Maintenance. Onder Acties in het rechterdeelvenster kiest u nu voor Basistaak maken. Volg nu de aanwijzingen van de wizard. U noemt de taak bijvoorbeeld Automatische schijfopruiming, en bij Taaktrigger geeft u aan dat de taak bij opstarten of aanmelden uitgevoerd moet worden, maar u kunt hier natuurlijk ook een andere optie kiezen. Bij Actie geeft u aan dat er een programma gestart moet worden, en in het volgende venster bladert u naar het betreffende programma - in dit geval cleanmgr.exe dat zich in de map C:\Windows\System32 bevindt. Bij Parameters toevoegen voert u nu /sagerun:1 in. Tot slot krijgt u een overzicht van de taak te zien en u sluit de wizard af door op OK te klikken.

Wanneer de schoonmaakactie wordt uitgevoerd zal het venster van Schijfopruiming verschijnen. Wilt u dit niet, dan dubbelklikt u bovenin de Taakplanner op de zojuist aangemaakte taak, waardoor het Eigenschappenvenster verschijnt. Hierin vinkt u op het tabblad Algemeen de optie Uitvoeren ongeacht of gebruiker wel of niet is aangemeld aan, waarna u twee keer op OK klikt.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten