13 Variabelen
Ga nu naar de directory easy-rsa met cd easy-rsa en open het bestand vars met nano vars. We geven nu een aantal variabelen een waarde, zodat we bij het aanmaken van certificaten later niet telkens dezelfde waarden moeten ingeven. Wijzig de inhoud van de variabelen KEY_COUNTRY, KEY_PROVINCE, KEY_CITY, KEY_ORG, KEY_EMAIL en KEY. Voor het land vul je een tweeletterige landcode in (nl), voor de andere waarden is de inhoud vrij. Verander KEY_SIZE in 1024, want de standaardwaarde 2048 is te zwaar voor de Pi. Zie voor een voorbeeld de afbeelding. Sla op en sluit af met Ctrl+O en Ctrl+X.
14 CA
Normaal brengt een certificate authority (CA) certificaten uit waarmee het eigenaarschap van een publieke sleutel bewezen wordt, maar we kunnen dat evengoed zelf doen. We maken daarom een CA-certificaat aan. Met source ./vars laden we de variabelen in die we hierboven aangepast hebben, met ./clean-all verwijderen we alle sleutels die al aanwezig zijn en met ./build-ca maken we uiteindelijk het CA-certificaat aan. Druk bij elke vraag op Enter om de standaardwaarde te aanvaarden, ook bij de Common Name en Name.
15 Servercertificaat
Daarna maken we een certificaat en sleutel aan voor onze OpenVPN-server. Dat kan met ./build-key-server Frambozentaart, waarbij Frambozentaart de naam van onze server is. Aanvaard weer de standaardwaardes, zeker voor Common Name, die gelijk moet zijn aan de naam van de server die je aan build-key-server doorgegeven hebt. De vraag voor een challenge password antwoord je met Enter, waardoor het leeg blijft en ook de optionele bedrijfsnaam laat je leeg. Op de vraag Sign the certificate? antwoord je bevestigend met y, evenals op de vraag erna.
16 Clientcertificaten
Nu we de serverkant in orde hebben, moeten we voor elke client een certificaat en sleutel aanmaken met de opdracht ./build-key client1, waarbij client1 de naam van de client is. Accepteer weer dezelfde standaardwaarden en kies zeker bij Common Name de voorgestelde waarde, namelijk de naam van de client, zoals client1. Voor de rest antwoord je hetzelfde als bij de server. Herhaal dit voor alle apparaten waarmee je met het VPN wilt verbinden en zorg dat je voor elke client een unieke naam gebruikt. Tot slot voer je nog de opdracht ./build-dh aan (dat hoeft slechts één keer).
11 Reactie(s) op: Raspberry Pi als VPN-server inzetten