Zo bouw je het ideale thuisnetwerk

© PXimport

Zo bouw je het ideale thuisnetwerk

Geplaatst: 10 januari 2019 - 04:35

Aangepast: 24 november 2022 - 13:33

Jeroen Boer

We krijgen steeds meer apparaten met een internetverbinding, die we ook nog eens overal in huis willen gebruiken. Een goede wifi-dekking is dan ook geen overbodige luxe. Maar een goed thuisnetwerk kan zelfs in 2018 niet zonder kabels. In dit artikel laten we je zien hoe je het ideale thuisnetwerk aanlegt.

Een huis zonder een goed dekkend draadloos netwerk kan in 2018 écht niet meer en een goede wifi-dekking is dan ook doorgaans dé reden om iets aan het thuisnetwerk te doen. Toch zullen we in dit artikel vooral ingaan op netwerkkabels. Dat lijkt wellicht vreemd, maar juist kabels maken het beste draadloze netwerk mogelijk. De wifi-mesh-systemen die we elders in deze editie testen, zijn een goede oplossing voor bestaande woningen waarin een verbouwing niet mogelijk is, maar bedraad aangesloten accesspoints zorgen nog altijd voor de allerbeste prestaties. Daarnaast is de draadloze bandbreedte niet onbeperkt: uiteindelijk zorgt ieder draadloos aangesloten apparaat voor een minder goed draadloos netwerk. Elk apparaat dat je bedraad kunt aansluiten, zorgt voor een beter draadloos netwerk voor de apparaten die draadloos moeten. Bovendien zorgen kabels voor een snelle backbone voor je draadloze netwerk. Een groot voordeel van de wifi-mesh-systemen is dat je het hele wifi-systeem vanuit één interface kunt instellen. Met de komst van goedkopere (klein zakelijke) accesspoint-systemen zoals Ubiquiti Unifi of TP-Link Auranet is een centraal te beheren bedraad accesspoint-systeem tegenwoordig ook thuis bereikbaar.

Plannen

Een thuisnetwerk begint bij een goede planning. Maak een plattegrond van je woning en bepaal waar je je apparatuur wilt hebben, waar de internetverbinding binnenkomt en welke locatie je als centraal knooppunt in je netwerk gebruikt. In een modern huis zal dat de meterkast zijn en zal de internetverbinding doorgaans ook in de meterkast binnenkomen. Is dat niet zo, dan zul je rekening moeten houden met een netwerkkabel vanaf je internetaansluiting naar het centrale punt van je netwerk.

Inventariseer welke netwerkapparatuur je hebt en welke apparatuur er bedraad kan worden aangesloten. Naast je pc zijn dat bijvoorbeeld een nas, netwerkprinter, smart-tv, mediaspeler en spelcomputer. Ook wifi-accesspoints hebben bij voorkeur een netwerkaansluiting nodig. Vervolgens kun je in kaart brengen op welke plekken je netwerkaansluitingen nodig hebt en een grove inschatting maken hoeveel netwerkkabel je nodig hebt. Houd er rekening mee dat leidingen in de muur langer kunnen zijn dan je van tevoren denkt. Tevens je heb je voor een dubbele netwerkaansluiting twee kabels nodig.

Ga je in een huis wonen dat nog gebouwd moet worden, begin dan zo vroeg mogelijk met de planning. Juist in een nog te bouwen huis is het relatief eenvoudig om leidingen op de juiste plek uit te laten komen en kun je iedere kamer van een bekabelde netwerkaansluiting voorzien. Ook als je een huis grondig gaat verbouwen, kun je rekening houden met netwerkaansluitingen en buizen hiervoor in de muur frezen. In een bestaand huis kun je soms loze leidingen of leidingen voor telefonie of televisie gebruiken om netwerkkabels door te trekken. Wil je bestaande leidingen hergebruiken, dan moet het wel mogelijk zijn om de aanwezige kabels te verwijderen. Is een verbouwing niet mogelijk en zijn er geen geschikte leidingen, dan zul je creatief aan de slag moeten met bijvoorbeeld plinten om kabels netjes weg te werken.

Heatmap maken

Met een heatmap kun je de beste plaatsing voor je accesspoint(s) bepalen.

© PXimport

Vast versus soepel

De netwerkkabels die je nodig hebt voor het aanleggen van je thuisnetwerk kun je kopen per strekkende meter of op een rol van bijvoorbeeld 50 of 100 meter. Let er wel op dat je netwerkkabels bedoeld voor vaste installatie koopt. Er is namelijk een belangrijk onderscheid in netwerkkabels: solid of vaste kabels versus stranded of soepele kabels. Een vaste kabel heeft aders die bestaan uit één stugge draad, terwijl de aders bij soepele kabels bestaan uit meerdere dunne draadjes.

Dit is vergelijkbaar met hoe elektriciteit doorgaans is aangelegd. In de muren is vast installatiedraad verwerkt, terwijl de kabels van bijvoorbeeld de lamp die je in het stopcontact steekt gebruikmaken van een soepele kabel. Wat je nodig hebt, is daarom eenvoudig te onthouden: vaste kabel voor bekabeling die je permanent aanlegt en soepele kabel voor losse kabels naar je apparatuur. Omdat een vaste kabel veel minder goed tegen beweging kan, moet je hem na plaatsing zoveel mogelijk met rust laten. Werk de kabel daarom niet af met netwerkstekkertjes die je direct in je router steekt, maar voorzie de kabel in de gebruiksruimten van een wandcontactdoos en werk hem in de meterkast af met een patchpanel. Verderop lees je hier meer over.

In een vaste kabel (links) bestaan de aders uit één draad, terwijl in soepel kabels (rechts) de aders uit meerdere dunne draadjes bestaan.

© PXimport

Categorie

Netwerkkabels worden onderverdeeld in categorieën waaraan je kunt herkennen voor welke snelheden deze kabels geschikt zijn. Voor de gigabit 1000BASE-T-standaard die momenteel in gebruik is, voldoet cat 5e-bekabeling. Cat 5e is in combinatie met geschikte apparatuur inmiddels ook geschikt voor 2.5GBASE-T voor een snelheid van 2,5 Gbit/s. Ook cat 6-kabels zijn oorspronkelijk bedoeld voor gigabit, maar hebben wel een voordeel boven Cat-5e. Deze kabel is namelijk geschikt voor 2.5GBASE-T, 5GBASE-T en over een beperkte lengte tot 55 meter doorgaans ook voor 10GBASE-T waarmee in de toekomst snelheden van 2,5, 5 en zelfs 10 Gbit/s mogelijk worden.

In huis zijn lengtes van 55 meter eerder uitzondering dan regel en zijn de afstanden doorgaans een stuk korter. Je kunt met cat 6-kabels thuis dan ook hoogstwaarschijnlijk 10 Gbit/s halen. Ga je voor echte zekerheid (wij houden wel van wat overkill) en wil je voldoen aan de 10GBASE-T-standaard die een lengte van 100 meter voorschrijft, dan heb je cat 6a-, cat 7- of zelfs cat 7a-bekabeling nodig. Het nadeel van deze op zich betere kabels is dat de afscherming steviger én stugger is waardoor deze kabels zich lastiger door een leiding laten trekken. Zeker twee kabels door één leiding trekken, wordt dan een uitdaging (of je moet buizen met een grotere diameter gaan gebruiken). Er zijn echter extra dunne kabels, zoals de Draka UC Home-kabel. Dit is een Cat 7-kabel die nauwelijks dikker is dan een cat 5e-kabel, maar wel officieel gecertificeerd is voor 10 Gbit/s tot een lengte van 60 meter.

Maar wat kun je nu het beste kopen? Omdat een lengte van 55 meter voor vrijwel ieder huis genoeg is, raden wij je aan om cat 6-kabels te kopen. Die laten zich eenvoudiger verwerken dan betere kabels en zijn bovendien ook nog wat goedkoper.

Netwerkkabels voor installatie koop je doorgaans op een rol van 50 of 100 meter.

© PXimport

Pas op voor ijzer!

Brandveiligheid

Kabels trekken

Lozen leidingen komen uit in je meterkast.

© PXimport

Wandcontactdozen

De vaste netwerkkabels die je in bijvoorbeeld de muur of plint hebt verwerkt, werk je niet af met netwerkstekkertjes. Hoewel er netwerkstekkertjes voor vaste kabels bestaan, is een vaste kabel niet bedoeld om na installatie nog te bewegen. Werk de kabels in de gebruiksruimtes daarom af met een wandcontactdoos. Op een inbouwdoos plaats je een exemplaar dat geschikt is voor inbouw, terwijl je een opbouwexemplaar kun gebruiken als je de kabel in de plint hebt verwerkt.

Een complete dubbele wandcontactdoos die je afmonteert met lsa-stroken kost je zo’n tien euro, doorgaans heb je de keuze uit wit of ivoor. Daarnaast kun je ook keystoneframes kopen waar je zelf twee keystones in klikt, je kunt daar hier meer over lezen. Het is natuurlijk het fraaist als de wandcontactdozen netjes aansluiten bij het schakelmateriaal dat je al hebt. Vrijwel iedere fabrikant van schakelmateriaal maakt frontjes die geschikt zijn voor inbouwdozen die voldoen aan de UAE-specificaties (universele aansluiteenheid) die soms nog IAE (isdn-aansluiteenheid) genoemd wordt. Koop wel UAE-binnenwerkjes die aan minimaal de Cat 5e-specificaties voldoen. Met name bij bouwmarkten kun je nog (dubbele) isdn-wandcontactdozen kopen die passen bij het schakelmateriaal. Die zijn niet geschikt voor netwerktoepassingen. Daarnaast bieden sommige fabrikanten van schakelmateriaal ook keystoneframes aan waarin je zelf losse keystones kunt klikken. Wellicht ten overvloede: naar een dubbele wandcontactdoos moet je twee kabels trekken.

Utp-wandcontactdozen kun je passend bij je schakelmateriaal aanschaffen.

© PXimport

Lsa-stroken aansluiten

Patchpanel

Een thuisnetwerk heeft een centraal punt waar de kabels vanuit de gebruiksruimtes samenkomen. In een relatief nieuw huis zal dit centrale punt de meterkast zijn. Net als in de gebruiksruimtes dien je de kabels af te werken. De meest simpele oplossing is het knijpen van RJ45-stekkertjes, maar dat kun je beter niet doen. Ten eerste zijn de meeste stekkertjes bedoeld voor netwerkkabels met een soepele kern. Er zijn wel geschikte stekkertjes voor een vaste kern, maar die raden we niet aan. Netwerkkabels met een vaste kern zijn immers niet ontworpen om al teveel te bewegen na installatie, iets dat met het gebruik van stekkertjes waarschijnlijk wel gebeurt. Je werkt de kabels op het centrale punt daarom ook af met vaste netwerkaansluitingen. Dit kun je net als in de gebruiksruimtes doen met een wandcontactdoosje, deze zijn ook in opbouwuitvoering beschikbaar. Wanneer er maximaal vier kabels in je meterkast uitkomen, is dat een prima oplossing. Heb je echter meer kabels, dan wordt een patchpanel prijstechnisch interessanter. Een patchpanel bevat meerdere netwerkaansluitingen waarop netwerkkabels via lsa-stroken worden afgemonteerd. Voor thuis zijn zogenoemde desktop-patchpanels interessant. Deze bevatten acht of twaalf netwerkaansluitingen en kun je aan de muur bevestigen. Heb je een veel uitgebreider thuisnetwerk, dan kun je ook gebruikmaken van een patchpanel dat is bedoeld voor gebruik in een 19inch-patchkast. Je kunt een kleine kast in je meterkast hangen of een patchbeugel aan de wand bevestigen waar de 19inch-elementen in passen. Ook switches zijn bijvoorbeeld beschikbaar in een 19inch-variant.

Bij een groter thuisnetwerk kies je voor een patchpanel geschikt voor rekmontage.

© PXimport

Patchkabels

Voor het onderling aansluiten van je apparatuur en de verbinding met wandcontactdozen gebruik je patchkabels, netwerkkabels met aan beide kanten een stekkertje. In tegenstelling tot kabels die je permanent installeert, maken patchkabels gebruik van soepele netwerkkabels. Je kunt patchkabels zelf maken door met een netwerktang RJ45-stekkertjes op een kabel te knijpen, maar we raden je sterk aan om kant-en-klare patchkabels te kopen. In de praktijk blijkt namelijk dat onverklaarbare storingen in het thuisnetwerk frequent terug te leiden zijn tot zelfgemaakte patchkabels. De goedkopere netwerktangen krimpen de contacten niet altijd goed. Kant-en-klare kabels kun je in diverse lengtes kopen, dus zelf maken omdat je een bepaalde lengte nodig hebt, is doorgaans niet nodig.

Ga je toch zelf patchkabels maken, let er dan op dat je de juiste plugjes koopt. De normale RJ45-plugjes zijn bedoeld voor soepele kabels en de kans is groot dat je deze krijgt als je ergens stekkertjes koopt. Let toch goed op, omdat er ook stekkertjes zijn die bedoeld zijn voor stugge kabel. Het is belangrijk dat de plugjes passen bij het type kabel, omdat anders de verbinding tussen de stekker en aders niet goed is. Let er verder op dat de meeste RJ45-plugjes bedoeld zijn voor niet afgeschermde kabel. Ga je zelf kabels maken, dan raden we je sowieso aan om niet afgeschermde utp-kabel te gebruiken. Hierbij zijn cat 5e-kabels eenvoudiger om te verwerken, maar cat 6 kan eventueel ook. Het zelf maken van cat 6a-kabels raden we echt af.

Switch

Met alleen het patchpanel ben je er nog niet, want er staat geen signaal op de netwerkaansluitingen. Hiervoor dien je de aansluitingen op het patchpanel aan te sluiten op een switch. Voor iedere aansluiting heb je één poort op je switch nodig. Je router is doorgaans voorzien van een ingebouwde switch met vier aansluitingen, iets dat zelfs bij een simpel thuisnetwerk al snel niet genoeg is. Afhankelijk van het aantal gepatchte poorten kun je een switch met acht, zestien, vierentwintig of meer poorten monteren. Switches met acht en zestien poorten zijn verkrijgbaar in een variant die je aan de muur kunt schroeven.Heb je behoefte aan nog meer poorten, dan zul je switches moeten gebruiken die in een patchkast of patchbeugel passen (19inch-rekmontage).

Een unmanaged switch met vijf poorten heb je vanaf twintig euro, terwijl je een exemplaar met acht poorten voor zo’n 30 euro kunt kopen. Gezien het geringe prijsverschil, raden we je aan om minimaal voor een switch met acht poorten te kiezen. Switches met zestien poorten zijn een stuk duurder en heb je vanaf zo’n 60 euro voor een unmanaged exemplaar. Een managed exemplaar is thuis doorgaans niet nodig.

Een switch met acht poorten zoals deze van TP-Link heb je voor zo’n 30 euro.

© PXimport

Power over ethernet

Met een PoE-injector kun je in combinatie met een normale switch toch PoE gebruiken.

© PXimport

Topologie

Aan de basis van je netwerk staat de router. Dit kan zowel de (modem-)router van je internetprovider zijn als een eigen router die je achter de (modem-)router van je internetprovider hangt. Consumentenrouters zijn doorgaans voorzien van een ingebouwde switch met vier poorten. Voor kleine netwerken is dit genoeg, maar vaak komen er meer dan vier kabels in bijvoorbeeld de meterkast uit. We raden je aan om een switch te kopen met genoeg aansluitingen om alle kabels die op het centrale punt uitkomen op één switch aan te sluiten.

Mocht je nu bijvoorbeeld een beperkt aantal kabels teveel hebben, terwijl een grotere switch een stuk duurder is, dan kun je eventueel minder belangrijke aansluitingen direct in je router steken. Dit is bijvoorbeeld het geval als er acht kabels aangesloten moeten worden; in een switch met acht poorten passen immers maar zeven kabels, omdat de switch zelf ook aangesloten moet worden. Houd bij de opbouw van je netwerk rekening met de topologie van je netwerk. Want hoewel je prima meerdere switches achter elkaar kunt plaatsen, zorgt dit mogelijk voor een minder optimale werking. Het verkeer tussen twee switches vormt een bottleneck, want tussen simpele switches zit één gigabitkabel.

Thuis zal het ideaalbeeld van één switch zonder een ingrijpende verbouwing niet altijd mogelijk zijn. Je kunt het aantal aansluitingen in één kamer, bijvoorbeeld je woonkamer bij de televisie, gerust uitbreiden met een simpele unmanaged switch. Het is immers vrijwel niet te doen om meer dan twee kabels vanaf een centrale plek als de meterkast netjes naar je televisiehoek te leggen. Onthoud verder dat verkeer tussen apparaten die allebei direct aangesloten zijn op dezelfde switch binnen die switch blijven. Je kunt hier bijvoorbeeld rekening mee houden bij het plaatsen van een apparaat waarbij de snelheid veel uitmaakt zoals een nas. Is centraal aansluiten niet mogelijk, sluit de nas dan aan op dezelfde switch als de grootste gebruikers zoals je pc.

Aan de slag

Op basis van dit artikel kun je zelf aan de slag met het (opnieuw) aanleggen van een net thuisnetwerk. De aanleg begint bij een goede planning waarin je inventariseert wat je nodig hebt, waarna je met de aanwijzingen in dit artikel alles netjes kunt afwerken. Ben je klaar, dan is je huis voorzien van bekabeling die nog jarenlang een goede basis vormt voor je (draadloze) thuisnetwerk.

Alternatieven voor netwerkkabels

Met powerline-adapters zijn elektriciteitsdraden in te zetten als netwerkbekabeling.

© PXimport

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten