'Desktop-Linux heeft zijn kans gemist'
Linux heeft drie jaar gehad om de desktop te veroveren in het Vista-tijdperk, maar de community heeft gefaald. Dit stelt ontwikkelaar Miguel de Icaza in vervolg op zijn verwijt aan Linus Torvalds.
De Mexicaanse open source-ontwikkelaar, grondlegger van Gnome en Mono, heeft ophef veroorzaakt met zijn verklaring voor het falen van Linux op de desktop. De Icaza wijt dit aan de 'macho-houding' van kerneldevelopers, met Linux-schepper Torvalds voorop. Die oorspronkelijke maker van het open source-besturingssysteem heeft deze kritiek hard van de hand gewezen.
Vista-tijdperk
In een vervolgpost in de flinke discussiethread op Google+ hierover geeft De Icaza toe dat er meer problemen zijn die de verovering van de desktop parten spelen. "We hadden een gouden kans in het jaar dat Vista door het putje ging, en we hadden die kans tot het moment dat Windows 7 uitkwam." Het begin 2006 uitgekomen Vista is nooit groot aangeslagen. Voorganger XP is in gebruik gebleven en pas met de komst van Windows 7 in 2009 zijn pc-gebruikers naar een nieuwer besturingssysteem overgegaan.
De ontwikkelaar van het Silverlight-compatibele Moonlight legt de schuld hiervoor breder neer: bij de gehele open source-gemeenschap die zich hard maakt voor Linux op de desktop. "Iedereen die uitzoekt wat we aan het doen waren in die jaren zal zien dat we, de community die gaf om Linux op de desktop voor consumenten, ondanks onze beste intenties hebben gefaald."
Fouten uit het verleden
"Misschien dat iemand ooit een boek schrijft over engineering-fouten op basis van wat we deden van 2006 tot 2009: in de jaren dat we wat marktaandeel hadden kunnen winnen." De Icaza stelt dat hij niet de kerneldevelopers verwijt dat zij hun api-stabiliteit (application program interface) hooghouden, maar dat de houding erachter verkeerd is overgenomen door de bredere open source-community.
Hij spreekt van een zogenaamde 'hacker macho-cultuur': iets goed doen of anders code rigoureus de nek omdraaien. En die houding is volgens hem doorgedruppeld in ook andere delen van de Linux-gemeenschap en daarmee in de diverse lagen van dat besturingssysteem zelf. Uiteenlopend "van de desktop naar systeembibliotheken (libraries), naar system daemons (op de achtergrond draaiende services) en zo'n beetje elk ander deel van de stack".
Niet consumentvriendelijk
Daardoor is volgens De Icaza het uiteindelijke product dat consumenten voor hun neus krijgen niet een zorgvuldig gevormd Linux dat antieke programma's nog gewoon draait. In plaats daarvan is het besturingssysteem een complexe opeenstapeling (stack) waarbij honderden code-ontwikkelaars (maintainers) zijn betrokken. Applicaties zijn daarbij gemaakt voor die hele stack en niet voor puur en alleen de kernel met libc, klaagt De Icaza.
Linux-kerneldeveloper Theodore Ts'o van Google werpt in de discussiethread tegen dat De Icaza slechts oog lijkt te hebben voor één element. Namelijk de 'besmetting' door de houding van de kerneldevelopers wat betreft interne interfaces van Linux. Daarbij negeert de oorspronkelijke Gnome-ontwikkelaar namelijk het feit dat de kerneldevelopers een hele andere houding hebben ten opzichte van externe interfaces.
'Schuld van Gnome-makers'
Linux-schepper Linus Torvalds heeft dat De Icaza ook al voor de voeten geworpen in zijn reactie. Ts'o suggereert dat het dus geheel de schuld is van Gnome-ontwikkelaars als zij de verkeerde les hebben gevolgd door zich te concentreren op de verkeerde kant van de zaak. "Het feit is dat we altijd al de houding hebben gehad Gij Zult Nooit Applicaties Breken", een harde regel voor Linux die al tientallen jaren geldt, aldus de ontwikkelaar.
"Als de Gnome-ontwikkelaars besluiten om dat deel van het ethos te negeren", zoals ze volgens Ts'o ook andere zaken hebben genegeerd, "dan is dat helemaal hun probleem." De schuld in de schoenen van de kerneldevelopers schuiven, is oneerlijk, besluit de open source-ontwikkelaar.
Open source-drivers
De Icaza heeft echter nog een ander verwijt aan de ontwikkelaars van de Linux-kern. "Ik wou dat de kernelmensen gedurende de periode van 2006 tot 2009 de wereld een stabiele ABI (application binary interface) hadden gegeven voor kerneldrivers. Dat zou gebruikers en ons [de Linux-desktopcommunity - red.] veel problemen en onrust hebben bespaard." Een binary-interface zou het mogelijk maken om drivers en software met bedrijfseigen, gesloten broncode toch te laten draaien en compatibel te houden als er (drastische) wijzigingen in Linux worden doorgevoerd.
De criticaster zegt wel te begrijpen waarom de kerneldevelopers geen binary ABI wilden voor device drivers. "Maar ik blijf denken dat dat een vergissing is, zelfs als [kernelontwikkelaar - red.] Greg KH de wereld heeft getoond dat hij grote leveranciers kan overtuigen om hun drivers te open sourcen. Greg heeft gewonnen, maar ik denk dat we een hoge prijs hebben betaald voor zijn overwinning in deze kritieke periode."
Werkstation, niet consumenten-pc
De Icaza schrijft de Linux-desktop niet af en zegt zelfs dat het nu beter is dan ooit. Alleen is het dan wel als een fantastische werkstationomgeving en niet als een consumentenbesturingssysteem. Het momentum daarvoor is volgens hem verdwenen. Mogelijk dat er met goede steun en het juiste omslagmoment nog een kans is voor iets als de Chromebooks van Google, om wel te slagen "waar de traditionele Linux-desktop heeft gefaald".
Bron: Webwereld.nl