© PXimport

Betere kleurweergave

Geplaatst: 18 april 2012 - 08:33

Aangepast: 16 november 2022 - 10:19

Ignace de Groot

Stel, u hebt foto's gemaakt die er op het display van uw camera indrukwekkend uitzien. Op het beeldscherm van uw computer zijn de vastgelegde bomen echter bijna blauw, terwijl de witte parasol in uw tuin wel geel lijkt. Met een fotobewerker weet u een en ander te corrigeren, maar op de afdrukken die uit uw printer rollen zijn de foto's weer te donker en voorzien van een rode waas. De diagnose is helder: uw apparaten zijn dringend toe aan kalibratie!

Kleurmodel

Zelfs met een gekalibreerde monitor en printer blijft het een hele opgave om de kleuren van beide apparaten perfect op elkaar af te stemmen. Dat heeft vooral te maken met de manier waarop kleuren worden samengesteld. Een monitor produceert kleur door het mixen van rood, groen en blauw ('RGB'). Zijn de drie kleuren precies even sterk vertegenwoordigd, dan ziet u wit. Worden bijvoorbeeld alleen groen en rood gemengd, dan krijgt u geel. Met andere woorden: om een bepaalde kleur te krijgen, moeten kleuren (aan het zwarte scherm) worden toegevoegd. Die toevoeging wordt het 'additieve' kleurmodel genoemd. Bij een printer is echter sprake van een heel ander proces. Bij dit apparaat vertrekt u standaard al van wit (omdat het papier wit is) en naarmate hier de drie primaire inktkleuren (cyaan, magenta en geel) over elkaar heen worden gedrukt, vermindert de kleurreflectie en komt het resultaat dichter bij zwart. Dit noemt men ook wel het 'subtractieve' kleurmodel. Omdat het op deze manier gecreëerde 'zwart' meer weg heeft van donkerbruin, zijn de meeste printers voorzien van een apart patroon met zwarte inkt. Een printer werkt dus met CMYK (Cyan, Magenta, Yellow en Black). U zult begrijpen dat er onderhuids heel wat berekeningen aan te pas komen om de overgang van het ene naar het andere kleurmodel zo goed mogelijk te laten verlopen. Meer hierover leest u ook in het kader 'kleurbereik', elders in dit artikel. Op de website Color conversion kunt u terecht voor een handige conversietool tussen deze (en andere) kleurmodellen.

© PXimport

Links het additieve kleurmodel, rechts het subtractieve model (bron).

Kleurbereik

In het kader 'Kleurmodel', elders in dit artikel, leggen we uit waarom het overzetten van schermkleuren naar printerkleuren een complexe operatie is. Toch is dat nog niet het volledige verhaal. Er is namelijk ook nog zoiets als het kleurbereik (gamut). Het menselijk oog kan heel wat meer kleuren zien dan het RGB- of het CMYK-model kan weergeven. Daar komt nog bij dat beide modellen niet hetzelfde kleurbereik hebben. Anders gezegd: sommige kleuren die perfect kunnen worden weergegeven op een monitor vallen buiten het bereik van een printer, en (in mindere mate) omgekeerd. Een kleurbeheersysteem kan helpen om de meest 'passende' kleuren te vinden in het geval ze niet in het doelbereik beschikbaar zijn. Meer hierover leest u in het kader 'Kleurprofielen'.

© PXimport

Kleuren worden niet alleen anders samengesteld, ook het kleurbereik kan verschillen!

1. De noodzaak van kalibratie

Stel, uw monitor staat te helder ingesteld of, erger nog, uw foto's worden met een lichte kleurzweem weergegeven. De kans is groot dat u er een beeldbewerkingstool bijhaalt en uw plaatjes snel wat donkerder maakt, of de verkleuring probeert weg te krijgen door er de juiste tools op los te laten. De ontgoocheling is dan groot als blijkt dat de fotoafdrukken die uit uw printer rollen nog altijd niet het resultaat tonen dat u had verwacht. De foto's blijken te donker of de kleuren zijn niet meer levensecht. De verklaring voor dit probleem is eenvoudig gevonden: uw foto's waren niet overbelicht of verkleurd; dat dat leek alleen maar zo omdat uw monitor niet optimaal was afgesteld. U begrijpt meteen dat het voor een correcte weergave én een goede afdruk van belang is dat eerst uw monitor en vervolgens uw printer zijn 'gekalibreerd'. Met 'kaibreren' wordt bedoeld dat u de afwijking van uw apparaten ten opzichte van de typische standaardwaarden vaststelt, en dat u eventueel de nodige aanpassingen uitvoert. Omdat zulke afwijkingen ook in de loop van de tijd kunnen ontstaan, is het verstandig om regelmatig een kalibratie uit te voeren.

© PXimport

Welke weergave is de correcte? Op een niet-gekalibreerde monitor is dat lastig vast te stellen.

2. Kalibratiemethoden

Er zijn twee manieren om uw monitor te kalibreren. De eenvoudigste methode is de visuele kalibratie. Daarbij komt het er op neer dat u een eventuele afwijking vaststelt op basis van wat u zelf met het oog waarneemt. Aangezien niet iedereen een 'perfect' zicht heeft, is duidelijk dat dit meteen ook de minst accurate aanpak is. Op X-Rite Photo treft u een speelse test aan waarmee u nagaat hoe goed u kleur(tint)en herkent. Een meer professionele manier van kalibreren, is die waarbij u hardwarematige hulp inroept. Zo zijn er kleurmeters die zelf de schermkleuren kunnen meten om ze met optimale waarden te vergelijken, waarna ze met behulp van bijhorende software een aangepast kleurprofiel aanmaken (meer hierover leest u in het kader 'Kleurmeters'). In dit artikel focussen we ons echter vooral op de visuele methode. Voor niet-professioneel gebruik kan deze volstaan en bovendien hoeft u er geen geld voor uit te geven.

© PXimport

Kleurmeters zijn doorgaans nauwkeuriger dan het menselijke oog.

3. Omgevingsfactoren

Voordat u begint met het eigenlijke kalibreren van uw monitor, moet u wel beseffen dat de weergave - en dus ook het kalibratieproces - door allerlei omgevingsfactoren kan worden beïnvloed. Met name de lichtinval kan een belangrijke rol spelen, en die hangt weer af van de plaatsing van het scherm (al dan niet bij een raam), de aanwezige lichtbron (type lamp en hoeveelheid licht), de reflectie van muren en plafond, enzovoort. Het heeft uiteraard weinig zin een kalibratie uit te voeren onder minderwaardige condities of in een omgeving die duidelijk verschilt van uw normale werkomstandigheden. Zorg dus dat de monitor zo min mogelijk lichtbronnen reflecteert en dat u het apparaat bij voorkeur al enige tijd (minimaal een half uur) hebt ingeschakeld.

4. Instelmenu

Hebt u weinig tijd of zin om een grondige kalibratie van uw monitor door te voeren? Houd het desnoods bij de opties uit het ingebouwde instelmenu. Vrijwel iedere monitor is voorzien van een OSD-menu (On Screen Display) dat zich met knopjes laat bedienen en waarmee u snel enkele weergave-aanpassingen kunt doorvoeren. Zo vindt u hier haast zeker een instellingsoptie voor helderheid en contrast. Een algemene regel is moeilijk te geven, maar veel gebruikers blijken hun monitor iets te helder en met te weinig contrast in te stellen. Belangrijk is ook de kleurtemperatuur (color tone) van uw monitor: die geeft aan hoe u de kleur wit waarneemt, en dat kan afhangen van de lichtbron. Een klassieke gloeilamp geeft bijvoorbeeld gelig licht, terwijl een tl-lamp meestal wat meer blauw in het spectrum heeft. Bij heel wat monitoren kunt u deze kleurtemperatuur aanpassen. In de meeste gevallen bent u het beste af met de instelling 'neutraal' (ook wel uitgedrukt als 6500 K(elvin) of D65), en desnoods past u zelf de RGB-waarden aan.

© PXimport

Een weinig geraffineerde kalibratie met behulp van het OSD-menu (de terminologie en opties verschillen naar gelang het schermtype).

5. Optimale voorwaarden

Voor u aan het instelmenu gaat sleutelen, is het verstandig om ervoor te zorgen dat de monitor op de optimale resolutie is ingesteld - voor een lcd-monitor is dat normaliter de 'native resolution' - en met de gewenste kleurdiepte (wellicht is dat 32 bit). Beide instellingen laten zich vanuit het configuratiescherm bijstellen: kies Vormgeving en persoonlijke instellingen / Beeldschermresolutie aanpassen. Via de optie Geavanceerde instellingen kunt u het tabblad Beeldscherm openen waarop u de kleurdiepte instelt. Kalibratie op basis van het OSD-menu blijft hoe dan ook een wat rudimentaire en arbitraire methode. Om een beter oordeel te kunnen vormen van de beeldweergave tijdens uw aanpassingen, kunt u daarom een geschikte afbeelding geopend houden. Een bruikbaar plaatje vindt u op Digital Dog. Klik met de rechtermuisknop op de eerste optie (Printer Test File), kies Doel / Koppeling opslaan als en pak het opgeslagen zip-bestand uit. Een andere geschikte afbeelding vindt u op SmugMug.

© PXimport

Een speciaal ontworpen plaatje maakt een snelle kalibratie net iets zinvoller.

6. Kalibratiewizard

Gebruikt u Windows 7, dan kunt u gerust de kalibratiewizard inzetten die in het besturingssysteem is ingebouwd. U start hem op vanuit het configuratiescherm, door naar Vormgeving en persoonlijke instellingen / Beeldscherm / Kleuren kalibreren te navigeren. De wizard gaat er alvast van uit dat u in het OSD-menu waar mogelijk voor de standaardfabrieksinstellingen hebt gekozen (met name kleurmodus sRGB of kleurtemperatuur D65, en gammawaarde 2,2) en dat u de native schermresolutie hebt ingesteld. Hebt u dat voor elkaar, dan laat de wizard u eerst de optimale gammawaarde instellen. Die geeft aan hoe helder of donker de middentinten van grijs zijn. Stelt u die waarde te laag in, dan krijgt u grijstinten die meer helder zijn. Dat geeft weliswaar meer zwartdetail, maar het kan tegelijk tot een lichter en fletser beeld leiden. Aan de hand van een patroon met verschillende grijstinten bepaalt u heel eenvoudig de optimale gammawaarde.

© PXimport

Een correcte gammawaarde: het middelpunt van de cirkels wordt 'opgelost'.

In een volgende fase pakt de wizard de helderheid van uw monitor aan. Dat blijkt heel eenvoudig: u krijgt een afbeelding te zien met verschillende donkere kleuren. Vervolgens is het aan u om de helderheidsinstelling van het OSD-menu zó aan te passen dat de kleuren zo goed mogelijk worden weergegeven, met behoud van schaduwen, contouren en andere details. Let met name op het subtiele kleurverschil tussen het overhemd en de jas. Eenzelfde verhaal vinden we bij de volgende stap: de contrastwerking. Ook hier krijgt u een plaatje te zien en moet u via het OSD-menu het contrast zo hoog mogelijk instellen, zonder echter de plooien en knopen van het witte overhemd te laten verdwijnen. Overigens ontbreekt bij laptops vaak de functie om het contrast bij te stellen.

© PXimport

Helderheid en contrast pakt u aan vanuit het OSD-menu.

Tijd voor de laatste stap van de kalibratiewizard: het instellen van de optimale kleurbalans. De bedoeling is dat u aan de hand van RGB-schuifknoppen probeert zo neutraal mogelijke grijstinten te krijgen, zonder kleurzweem. Zodra u met Volgende bevestigt, hebt u de gelegenheid het effect van de vorige kalibratie met uw huidige kalibratie te vergelijken. U kunt dan het beste het venster van de wizard verkleinen, zodat u schermruimte over hebt om het effect van de kalibraties op een referentieplaatje (zoals de afbeeldingen uit tip 5) te beoordelen. Het is verstandig om het vinkje bij ClearType Tuner starten [...] , te laten staan, zodat u kunt nagaan of de gekozen kalibratie geen nadelige gevolgen heeft voor de leesbaarheid van de tekst op uw scherm.

© PXimport

Door aan de primaire RGB-kleuren te sleutelen, kunt u kleurdominantie vermijden.

7. Extra visuele controle

Hoe u de visuele kalibratie ook hebt uitgevoerd (al dan niet met behulp van de Wizard Kleuren kalibreren), op Imaging Resource kunt u nog eens extra controleren of uw kalibratie goed geslaagd is. Zo kunt u met behulp van de plaatjes 'White Point Checker' en 'Black Point Checker' nagaan of u de hoge lichten, respectievelijk de schaduwen goed kunt onderscheiden. Heel concreet zou u bij een goed gekalibreerde monitor nog net de scheidslijn moeten kunnen zien tussen het witte punt (met een RGB-waarde van 255,255,255) en blok 251 (RGB 251, 251, 251). Idem dito voor de scheidslijn tussen het zwarte punt (RGB 0,0,0) en blok 15 (RGB 15,15,15). Is dat niet geval, dan moet u wellicht overgaan tot herkalibratie. De webpagina bevat verder ook een plaatje om de gamma-instelling mee te controleren. Die instelling stuurt u desgewenst bij met behulp van de eerder vermelde kalibratiewizard van Windows 7.

8. QuickGamma

Wilt u de gamma-instelling optimaliseren, maar lukt dit niet vanuit het OSD-menu en u werkt niet met Windows 7 (met zijn ingebouwde kalibratiewizard)? Download dan QuickGamma 3.0. Weigert de tool dienst, dan moet u wellicht een tweetal 'runtime libraries' installeren: de linkjes die hier naar verwijzen vindt u op de vermelde webpagina. QuickGamma werkt op basis van een afbeelding. U kunt de helderheid en het contrast van uw monitor zo instellen dat de twee delen van de afbeelding (gammakaart en zwartniveaus) op de juiste manier worden getoond. De nodige instructies voor deze werkwijze vindt u in het programmavenster. We raden u echter wel aan eerst even de helptekst (via Help / Program Usage) door te nemen. Houd er rekening mee dat monitoren, zoals eerder gezegd, standaard op een gammawaarde van 2,2 moeten zijn ingesteld. U kunt een eventuele aanpassing van die waarde daarom het best zo bescheiden mogelijk houden, temeer omdat zo'n wijziging gevolgen kan hebben voor de manier waarop uw beeldbewerkingssoftware reageert.

© PXimport

Nagenoeg alle monitoren zijn ingesteld op een gamma van 2,2 (overeenkomstig de RGB-standaard 'sRGB').

9. Printerkalibratie

Uw monitor is nu gekalibreerd. Uw foto's worden voortaan precies zó op het beeldscherm getoond zoals ze uit uw digitale camera komen. Dat betekent echter nog niet dat ze ook net zo worden afgedrukt door uw printer. U raadt het al: ook uw printer moet wellicht worden gekalibreerd. In de praktijk blijkt dat echter niet zo eenvoudig; het resultaat hangt namelijk sterk samen met het papiertype en de inktsoort die u gebruikt. Bovendien laat de ene printer zich meer tot in detail configureren en bijsturen dan de andere. Een stappenplan dat specifiek is toegespitst op uw printer kunt u van ons dan ook niet verwachten. Wel geven we u graag enkele tips die u hoe dan ook kunt toepassen, onafhankelijk van het type printer dat u hebt.

10. Eigen referentieplaat

Om de kleurafdrukken zo goed mogelijk te kunnen beoordelen, gebruikt u - net zoals bij de monitorkalibratie - het best een of meer geschikte referentieplaatjes. Dat kan eenzelfde afbeelding zijn als die in tip 5 is aangedragen, of het plaatje dat u hier kunt downloaden (de download start direct!). U kunt echter ook een eigen afbeelding samenstellen. Een kleurenkaart met verschillende gradaties van wit naar alle primaire kleuren (inclusief zwart), kan bijvoorbeeld erg nuttig zijn. Zo'n kaart hebt u snel aangemaakt met een beeldbewerkingstool. Voorwaarde is wel dat u hier zelf exacte RGB-waarden bij kunt invoeren. Die mogelijkheid bestaat in een dure krachtpatser als Photoshop, maar ook met een gratis - en ook Nederlandstalige - tool als Phoxo kunt u hiermee aan de slag. U stelt de gewenste kleur in door onderaan de gereedschapskist op het voorgrondkleurvlak te klikken en vervolgens de RGB-waarden aan te passen. Als voorbeeld starten we met de kleur rood. Daarbij vertrekt u van RGB 255,0,0 (zuiver rood) en verhoogt u stapsgewijs de 0-waarden tot u zuiver wit bereikt (RGB 255,255,255). Dat herhaalt u dan voor blauw (RGB 0,0,255) en groen (RGB 0,255,0) en voor de CMYK-waarden. Deze kleurwaarden bereikt u door telkens twee primaire RGB-waarden te mengen (magenta is bijvoorbeeld RGB 255,0,255).

© PXimport

Een goed testpatroon kan behulpzaam zijn bij het kalibreren van uw printer.

11. Printerconfiguratie

De bedoeling is nu dat u de referentieafbeelding(en) afdrukt en de afdruk(ken) grondig bestudeert. Gebruik bij voorkeur een vergrootglas om alle details goed te kunnen zien. Merkt u onvolkomenheden op, zoals een lichte kleurzweem (in plaats van neutraal grijs) of enkele kleurdruppels op plaatsen die zuiver wit hadden moeten zijn, dan moet u wellicht de printerinstellingen aanpassen. Open het afdrukvenster en druk op de knop Eigenschappen of Voorkeursinstellingen. De precieze mogelijkheden hangen, zoals eerder aangegeven, van het printermodel af, maar ongetwijfeld treft u onder een van deze knoppen ook voor uw printer opties aan waarmee u de kleurverwerking kunt aanpassen. We geven een voorbeeld: in het configuratiemenu van een HP Officejet Pro K5400 treft u het tabblad Kleur aan met de knop Meer kleuropties. Middels deze optie kunt u de helderheid, verzadiging en kleurtint aanpassen, evenals het proportionele aandeel van de vier CMYK-kleuren. Als u bijvoorbeeld moet afrekenen met een rode kleurzweem, dan verhoogt u het aandeel van cyaan of vermindert u dat van geel en magenta.

© PXimport

De instelmogelijkheden voor kleurverwerking hangen af van het model printer dat u gebruikt.

Zoals gezegd, kan ook de papiersoort invloed hebben op de afdruk(kleuren). Daarom is het een goed idee om op iedere papiersoort die u regelmatig gebruikt de afdrukken te controleren en eventueel de nodige aanpassingen door te voeren. Om te vermijden dat u steeds als u ander papier gebruikt in het configuratiemenu moet duiken, kunt u voor elke papiersoort de optimale printerinstellingen opslaan. Onder Windows 7 doet u dit als volgt. Stel de gewenste instellingen in voor een specifieke papiersoort, open het venster Apparaten en printers, klik de printernaam met de rechtermuisknop aan en kies Eigenschappen van printer. Vervolgens geeft u op het tabblad Algemeen een naam in waar u later zelf aan herkent waar de instelling voor is bedoeld, bijvoorbeeld 'printer , op glossy paper'. Om nu ook aangepaste instellingen voor een andere papiersoort aan te maken, klikt u op Een printer toevoegen, selecteert u dezelfde printer, past u de configuratie naar wens aan en geeft u ook die printerinstelling een duidelijke naam.

© PXimport

U kunt verschillende configuraties voor eenzelfde printer(model) vastleggen.

Kleurmeters

In het kader 'Kleurmodel', elders in dit artikel, leggen we uit waarom het overzetten van schermkleuren naar printerkleuren een complexe operatie is. Toch is dat nog niet het volledige verhaal. Er is namelijk ook nog zoiets als het kleurbereik (gamut). Het menselijk oog kan heel wat meer kleuren zien dan het RGB- of het CMYK-model kan weergeven. Daar komt nog bij dat beide modellen niet hetzelfde kleurbereik hebben. Anders gezegd: sommige kleuren die perfect kunnen worden weergegeven op een monitor vallen buiten het bereik van een printer, en (in mindere mate) omgekeerd. Een kleurbeheersysteem kan helpen om de meest 'passende' kleuren te vinden in het geval ze niet in het doelbereik beschikbaar zijn. Meer hierover leest u in het kader 'Kleurprofielen'.

© PXimport

De Spyder 3 Express aan het werk.

Kleurprofielen

Hebt u een kalibratie uitgevoerd met de Wizard Kleuren kalibreren van Windows 7 (of met een kleurmeter), open dan even het configuratiescherm en kies Vormgeving en persoonlijke instellingen / Beelschermresolutie aanpassen. Vervolgens klikt u op Geavanceerde instellingen, opent u het tabblad Kleurbeheer en drukt u op de knop Kleurbeheer. Wanneer u nu uw monitor selecteert in het uitklapmenu bij Apparaten, zult u merken dat Windows standaard het ICC-profiel heeft geselecteerd dat de kalibratiewizard heeft berekend. Zo'n profiel is niets anders dan een bestand waarin de kleureigenschappen van een specifiek apparaat (in een bepaalde toestand) worden beschreven. Een kleurbeheersysteem als dat van Windows (WCS, Windows Color System) gebruikt zulke profielen om kleurconversies tussen diverse apparaten te berekenen. Wanneer u een nieuw in- of uitvoerapparaat toevoegt, is het mogelijk dat meteen ook een bijhorend kleurprofiel wordt geïnstalleerd. De ins en outs van zo'n kleurbeheersysteem vallen echter buiten het bereik van dit artikel.

© PXimport

Een kleurbeheersysteem maakt dankbaar gebruik van kleurprofielen.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten