© PXimport

Mediaspeler aansluiten

Geplaatst: 22 juli 2011 - 13:19

Aangepast: 16 november 2022 - 09:26

Jeroen Boer

Nadat u een mediaspeler hebt gekocht, wilt u hem natuurlijk zo goed mogelijk aansluiten. Wie een blik werpt op de achterkant van een mediaspeler en AV-receiver ziet een wirwar van aansluitingen. Wij vertellen u welke aansluitingen u nodig hebt, zodat u uw mediaspeler moeiteloos aansluit.

1. Ethernet

De snelste en meest betrouwbare methode om een mediaspeler op uw netwerk - en daarmee internet - aan te sluiten, is ethernet. De meeste mediaspelers zijn daarom voorzien van een ethernetaansluiting oftewel een netwerkpoort. De meest moderne spelers hebben zelfs een gigabitaansluiting, al worden dergelijke snelheden in de praktijk lang niet gehaald. Toch is een gigabitnetwerk verstandig, want dan is het netwerk zelf niet de bottleneck. Het nadeel van ethernet is dat er op de een of andere manier een netwerkkabel bij uw televisie moet komen. Sommige huizen hebben hiervoor de beschikking over loze leidingen, maar meestal zult u gaten moeten boren en andere manieren moeten verzinnen om de bekabeling netjes weg te werken. Op onze website leest u via http://ct.link.ctw.nl/netwerkkabels meer over het trekken van netwerkkabels door uw huis en hoe u zelf stekkers op een netwerkkabel monteert. Via Thuisnetwerk updaten en sneller maken leest u meer over het aanleggen van een thuisnetwerk.

© PXimport

Netwerkkabels zijn nog altijd de meest betrouwbare methode om uw mediaspeler op het netwerk aan te sluiten.

2. Draadloos

Duurdere mediaspelers zijn vrijwel altijd voorzien van wifi en voor veel spelers die standaard geen wifi aan boord hebben, is wifi middels een optionele usb-stick vrijwel altijd toe te voegen. Let er wel op dat u een wifi-dongel koopt die echt werkt op uw mediaspeler. Vaak verkoopt de fabrikant zelf een geschikte wifi-dongel voor de mediaspeler, die gegarandeerd werkt. De wifi-dongel sluit u aan op één van de vrije usb-poorten van uw mediaspeler, waarna u hem draadloos kunt gebruiken. In verband met de bandbreedte die noodzakelijk is voor HD-filmmateriaal adviseren wij gebruik te maken van een 802.11n-netwerk. Uiteraard moet uw mediaspeler dan ook voorzien zijn van 802.11n. Hoewel een 802.11g-netwerk op zich snel genoeg moet zijn voor het streamen van video, kan het zijn dat het streamen van HD-materiaal toch niet helemaal soepel gaat.

© PXimport

Een wifi-dongel sluit u aan op één van de vrije usb-poorten op de achterkant van de mediaspeler, waarna u de mediaspeler draadloos kunt gebruiken.

3. Powerline

Een alternatief voor het trekken van kabels is powerline, waarmee u de elektriciteitsbedrading in uw huis kunt gebruiken als netwerkbekabeling. Een basissetje bestaat uit twee powerline-adapters. De ene adapter sluit u aan op een stopcontact in de buurt van uw router en sluit u met een netwerkkabel aan op de router. De andere powerline-adapter sluit u aan bij uw mediaspeler en verbindt u met een netwerkkabel aan de mediaspeler. Er zijn ook powerline-adapters met een ingebouwde switch zodat u met één powerline-adapter meerdere apparaten aan uw netwerk en internet kunt koppelen, zoals een spelcomputer, televisie en mediaspeler. Er zijn verschillende standaarden op powerline-gebied. De 85Mbit/s-standaard is achterhaald en zouden we niet meer aanschaffen. U dient minimaal een setje van 200 Mbit te nemen, een standaard die ook bekend staat als HomePlug AV. Inmiddels zijn er nog snellere sets te koop, die snelheden beloven van 500 Mbit/s en zelfs 1 Gbit/s. In de praktijk halen setjes van 200 Mbit/s een snelheid van zo'n 9 MB/s en de snellere setjes een snelheid van 15 MB/s. Dat klinkt overigens indrukwekkender dan het wellicht is, want dit zijn de snelheden onder de meest optimale omstandigheden. Helaas is bij powerline de staat en opbouw van uw elektriciteitsnetwerk van grote invloed op de snelheid die te halen is. Is het stopcontact bij uw router bijvoorbeeld aangesloten op een andere groep dan het stopcontact bij uw mediaspeler, dan heeft dit meestal een flink lagere doorvoersnelheid tot gevolg. Domweg uitproberen is de enige manier om te zien of powerline voldoet in uw situatie.

© PXimport

Powerline-adapters zijn er ook met ingebouwde switch, handig als u meer apparatuur met een netwerkaansluiting bij de televisie hebt staan.

Dure HDMI-kabels?

HDMI is (zoals u verderop in dit artikel leest) de beste methode om uw mediaspeler op een televisie aan te sluiten. Omdat een HDMI-kabel een digitaal signaal gebruikt, is het signaal veel minder gevoelig voor storingen dan we van een analoog signaal gewend waren. Bij analoge kabels was het daarom gebruikelijk om niet de goedkoopste kabels te kopen, maar duurdere kabels met een betere afscherming en bijvoorbeeld vergulde connectoren. Onze ervaring bij HDMI is dat een kabel werkt of niet werkt. Niet werken vertaalt zich in dit geval in duidelijk zichtbare digitale beeldfouten als grote groene vlakken. Het is in onze ervaring echter niet zo dat er bij een werkende kabel een noemenswaardig kwaliteitsverschil zichtbaar is tussen een dure of goedkope kabel. Als u geen HDMI-kabel bij uw mediaspeler krijgt, koop dan zeker niet de duurste HDMI-kabel met vergulde aansluitingen (die soms wel zo'n 150 euro of meer kost), maar ga voor een relatief goedkope kabel die rond de tien euro kost.

4. Beeld aansluiten

Iedere mediaspeler ziet er natuurlijk net even anders uit, maar de aansluitingen om een mediaspeler op uw televisie en AV-receiver aan te sluiten zijn bijna altijd hetzelfde. Wij bespreken voor beeld de drie meest voorkomende aansluitmethoden op volgorde van kwaliteit. De aansluiting die we aanraden om uw mediaspeler aan te sluiten op een HD-televisie is HDMI (1). Dit is een digitale aansluiting die zowel beeld- als geluidsinformatie verzendt. Het grote voordeel van HDMI ten opzichte van de oudere analoge aansluitmethodes is de beeldkwaliteit en de ondersteuning voor HD-resoluties tot 1080p. Wanneer u overigens een echte blu-ray-speler wilt aansluiten, dan is HDMI eigenlijk de enige optie, omdat alleen HDMI de digitale HDCP-kopieerbeveiliging ondersteunt.

Is HDMI niet mogelijk, dan is de analoge componentenaansluiting (2) de aangewezen aansluitmethode. Deze aansluiting is uitgevoerd als drie RCA-aansluitingen die rood, blauw en groen zijn. Bij de componentenaansluiting wordt het beeldsignaal gespitst in drie signalen waardoor het beeldsignaal een stuk beter doorkomt dan via composiet (die we hierna bespreken). Belangrijk is dat de componentenaansluiting geschikt is voor HD-resoluties (tot 1080i) en hierdoor prima bruikbaar is in combinatie met een mediaspeler. Voor echte blu-ray-spelers is de aansluiting niet geschikt vanwege het ontbreken van ondersteuning voor de HDCP-kopieerbeveiliging. Geluid wordt niet doorgegeven door de componentenaansluiting, dus geluid zult u los moeten aansluiten (zie paragraaf 5).

De meest basale aansluitmethode is de composietaansluiting (3) die is uitgevoerd als een gele RCA-aansluiting. Deze aansluitmethode is eigenlijk alleen bedoeld voor heel oude televisies en kan geen HD-resoluties weergeven, maar is beperkt tot de SD-beeldformaten. Omdat alle beeldinformatie over slechts één aansluiting gaat, is de beeldkwaliteit op zijn hoogst redelijk te noemen en is deze aansluiting alleen geschikt voor als het echt niet anders kan. Sommige mediaspeler hebben daarnaast nog S-VHS, een aansluitmethode die marginaal beter is dan composiet.

© PXimport

De meest voorkomende aansluitingen op een mediaspeler.

5. Geluid aansluiten

Net als bij het beeld is ook bij geluid HDMI (1) de aansluitmethode die de beste kwaliteit biedt. HDMI kan surroundgeluid doorsturen en ondersteunt naast de 'normale' Dolby Digital- en DTS-surroundformaten ook de zogenaamde HD-varianten Dolby TrueHD en DTS-HD MA. Uiteraard kan HDMI ook een normaal stereogeluidssignaal versturen als u de ingebouwde luidsprekers van de televisie gebruikt om het geluid weer te geven.

Wilt u surround gebruiken, maar heeft uw AV-receiver geen HDMI, dan is S/PDIF de aangewezen aansluitmethode. S/PDIF is geschikt voor surroundgeluid, maar ondersteunt alleen de normale varianten van Dolby Digital en DTS. Heel erg is dat overigens niet, u moet een heel goede geluidset hebben om het verschil tussen de normale varianten en de HD-varianten te horen. S/PDIF is er in twee varianten: coaxiaal die is uitgevoerd als een (meestal oranje) RCA-aansluiting (4) en optisch (5). Het hangt mede van uw AV-receiver af welke aansluiting zult gebruiken, qua geluidskwaliteit maakt het eigenlijk niet heel veel uit. In de praktijk komt de optische variant vaker voor.

Als het echt niet anders kan, dan is er nog de vertrouwde analoge geluidsaansluiting die bestaat uit twee RCA-ingangen: een rode en een witte (6). Omdat het hier een stereosignaal betreft, is het geen echt surroundgeluid waarbij alle kanalen afzonderlijk worden aangestuurd. Wel is bij een surround AV-receiver Dolby Pro Logic of Dolby Pro Logic II mogelijk waarmee surroundgeluid uit een stereosignaal wordt verkregen. Dit is kwalitatief minder dan Dolby Digital of DTS en heeft dus niet de voorkeur. Bij een echt oudere AV-receiver is Dolby Pro Logic de enige optie voor surroundgeluid. Uiteraard gebruikt u de analoge geluidsaansluiting ook als u een stereoversterker hebt. De aansluiting vindt u ook terug op uw televisie en hebt u nodig als u het beeldsignaal via composiet of componenten hebt aangesloten en het geluid via de televisie wilt laten lopen.

6. Netwerk instellen

Nadat u de mediaspeler hebt aangesloten, dient u wellicht nog het netwerk in te stellen. Eigenlijk gaat dat bij het gebruik van een netwerkkabel vrijwel altijd automatisch en zult u de instellingen voor het netwerk alleen nodig hebben als u de mediaspeler draadloos wilt aansluiten. Iedere mediaspeler zit qua menustructuur anders in elkaar, maar we kunnen u wel een aantal algemene aanwijzingen geven. Op uw mediaspeler opent u het menu voor de instellingen en zoekt u naar een onderdeel met een naam als Network settings. Vaak vindt u hier aparte onderdelen voor Wireless en LAN. Wanneer u gebruik wilt maken van een draadloos netwerk, dan zult u de SSID van het netwerk en de beveiligingssleutel moeten invoeren, waarna de speler verbinding maakt met het netwerk. Hebt u verbindingsproblemen bij het gebruik van een ethernetpoort, dan kan het helpen om een vast ip-adres aan de speler toe te wijzen. Vaak kunt u in de netwerkinstellingen kiezen tussen het automatisch verkrijgen van een ip-adres of een handmatig ip-adres. U gebruikt een ip-adres in dezelfde reeks als u netwerk (bijvoorbeeld 192.168.1.x) dat niet in gebruik is door de DHCP-pool van uw router. Vaak is dit dus een hoog adres als 192.168.1.250. U leest meer over het instellen van een netwerk en DHCP via Thuisnetwerk updaten en sneller maken.

7. Firmware bijwerken

Als uw mediaspeler eenmaal is aangesloten op uw netwerk, dan is het verstandig om te controleren of er een firmware-update is. Zeker bij mediaspelers is het belangrijk om regelmatig te controleren op firmware, omdat er in de praktijk nog wel eens iets mis blijkt te gaan bij het afspelen van complexe filmbestanden. Ook is het mogelijk dat er ondersteuning voor een nieuwe codec wordt toegevoegd middels een firmware-update. In vrijwel alle mediaspelers vindt u in het menu met instellingen een optie om de firmware bij te werken. Wanneer u deze optie niet kunt vinden, dan is firmware vaak te downloaden op de ondersteuningspagina van de fabrikant en middels een usb-stick op de mediaspeler te installeren.

© PXimport

Nieuwe firmware is zowel via de speler zelf als via de ondersteuningswebsite van de fabrikant te downloaden.

Aansluitingen op receiver

Als u surroundluidsprekers in uw huiskamer hebt, dan zijn deze waarschijnlijk aangesloten op een AV-receiver. Uw mediaspeler sluit u dan aan op uw receiver om het surroundgeluid weer te geven. Qua aansluitingen zijn er geen verrassingen als u het stuk over de geluidsaansluitingen op een mediaspeler al hebt gelezen. Ook aan de kant van de receiver vinden we HDMI, S/PDIF of de analoge stereoaansluiting terug. Wanneer uw receiver is voorzien van HDMI-aansluitingen, dan sluit u de mediaspeler aan op een HDMI-ingang (1) van uw receiver en sluit u de HDMI-uitgang (2) van de receiver aan op uw televisie. Wanneer uw AV-reciever geen HDMI-aansluitingen heeft, dan sluit u de mediaspeler via HDMI aan op uw televisie en gebruikt u S/PDIF om de mediaspeler aan te sluiten op uw receiver. S/PDIF is er in twee uitvoeringen: optisch (3) en coaxiaal (4). U dient uiteraard de versie te gebruiken die zowel op uw mediaspeler als op uw receiver aanwezig is, vaak zal dit de optische variant zijn. Bij een oudere AV-receiver die enkel Dolby Pro Logic ondersteunt, gebruikt u de analoge stereoaansluiting (5). Deze aansluiting gebruikt u uiteraard ook bij een stereoversterker.

© PXimport

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten