Perfecte foto's met uw eigen printer

Wie thuis foto's wil printen kan kiezen uit een groot assortiment aan printers, fotoprinters en all-in-ones. Toch rolt er niet altijd als vanzelf een perfecte foto­afdruk uit het apparaat. Soms kloppen kleuren niet of staat een deel van de afbeelding er helemaal niet op. Veel hangt af van de juiste combinatie van printer, papier, inkt, programma- en printerinstellingen. Start uw pc en printer maar alvast op, dan gaan we meteen aan de slag!

1. Winnende combinaties

Printer, fotopapier en inkt bepalen samen de kleurweergave van uw afgedrukte foto. Gebruikt u alles van hetzelfde merk, dan is het redelijk eenvoudig om snel tot een mooi resultaat te komen. Papier of inkt van een ander merk gebruiken mag uiteraard, maar dan zult u vaak wat meer moeite moeten doen om hetzelfde goede resultaat te behalen. Start daarom het liefst met spullen van uw printermerk, dan hebt u in ieder geval een ijkpunt. Daarna is het een kwestie van met instellingen spelen tot de foto ongeveer even goed oogt.

© PXimport

2. Papier kiezen

De papierkeuze speelt een grote rol bij de afdrukkwaliteit. Er zijn veel soorten fotopapier, maar niet elke soort geeft in uw printer een optimaal resultaat. Kijk voordat u papier koopt eerst welke soorten uw printer ondersteunt. De ondersteunde soorten vindt u bij de voorkeursinstellingen van uw printer. In Windows 7 vindt u deze via Start / Apparaten en printers. Klik met rechts op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het gaat om de volledige naam, zoals HP Premium Plus Photo Paper.

© PXimport

3. Papiersoorten

Ergens in de Voorkeursinstellingen vindt u een lijst met ondersteunde papiersoorten. Dat zullen nagenoeg alleen papiersoorten van het eigen merk zijn, wat direct verklaart waarom dit het beste resultaat geeft. Zodra u ander papier gebruikt om foto's af te drukken, kan er een opvallende groene of rode kleurzweem te zien zijn. Op iedere papiersoort ziet een afgedrukte foto er anders uit! Pas op: bij een laserprinter kunt u geen inkjetpapier gebruiken omdat de bovenlaag dan smelt, dus koop speciaal laserfotopapier. Het meeste fotopapier dat verkocht wordt is voor de inkjetprinter.

© PXimport

4. Glanzend of mat

Gewoon printerpapier is niet erg geschikt om foto's op af te drukken. Fotopapier is niet alleen dikker en steviger, er zit ook een toplaag op die uw foto beter laat uitkomen. Voor kleurenfoto's wordt meestal glanzend fotopapier gebruikt en daar bestaan diverse variaties van. Glans geeft een goede kleurweergave en de foto oogt lekker scherp. Voor zwart-witfoto's en foto's met zachte kleuren zoals pasteltinten en huidkleuren, wordt vaak mat of zijdeglans fotopapier gebruikt. Raak het fotopapier voor en na het printen nooit aan. Een richtlijn voor een veilige droogtijd is al snel een etmaal.

© PXimport

5. Papiergewicht

Fotopapier is in diverse diktes verkrijgbaar. Dikker papier zorgt voor een stevige foto die minder snel omkrult, kreukelt of beschadigt en ziet er extra luxe uit. Houd er wel rekening mee dat u papier maar tot een bepaalde dikte in uw printer kunt stoppen. Controleer dus goed welke papierdikte nog geschikt is voor uw printer, anders zit u met een dure voorraad waar u niets aan hebt. Of nog erger, uw printer loopt vast en wellicht raakt het mechaniek beschadigd.

© PXimport

6. Camera

Het klinkt afgezaagd, maar een goede fotoafdruk begint al bij de camera. Hoe mooier en beter een foto uit het toestel komt rollen, hoe mooier de afdrukken die u ervan kunt maken. Probeer daarom tijdens het fotograferen al om een zo goed mogelijke opname te maken als in de gegeven omstandigheden mogelijk is. Hoe minder u naderhand aan het beeld hoeft te sleutelen, hoe beter de kwaliteit van de fotoafdruk zal zijn. Kijk daarom goed op het schermpje van de camera nadat u een opname hebt gemaakt en maak de foto desnoods opnieuw.

© PXimport

7. Hoogste kwaliteit

Niet elke foto rolt meteen optimaal uit de camera, dus vaak kan een beetje nabewerking geen kwaad. Bijvoorbeeld het verbeteren van kleur en belichting of het wegsnijden van een storend object aan de rand van de foto. Tijdens het bewerken gaan er altijd wat details verloren en kan er kwaliteitverlies optreden. Bouw daarom extra speelruimte in door de hoogste fotokwaliteit op uw camera in te stellen. Kies dus de grootste afbeeldinggrootte (de breedte en hoogte in pixels) en met zo veel mogelijk details (zoals 'fine' of 'superfine').

© PXimport

8. Foto's optimaliseren

Een foto waarover u tevreden bent, hoeft u niet per se te bewerken. Toch is er bijna altijd meer uit een foto te halen, zoals het optimaliseren van kleur en contrast, het wegpoetsen van vlekken en stofjes of het rechtzetten van een scheve foto. Daar mag u natuurlijk een fotobewerker naar keuze voor gebruiken. In deze workshop beperken wij ons tot enkele bewerkingen die vaak specifiek nodig zijn om optimaal te printen. Dit doen wij in dit artikel met Photoshop Elements 9. Hebt u een andere fotobewerker, dan kan de werkwijze dus iets verschillen.

© PXimport

9. Beeldverhouding

Van veel compactcamera's hebben de foto's een beeldverhouding van 4:3, terwijl dat bij spiegelreflexcamera's juist vaak 3:2 is. In het eerste geval is de breedte van elk plaatje dat u schiet 1/3 meer dan de hoogte, in het tweede geval is de breedte de helft langer. Bij het printen kan het daardoor gebeuren dat uw foto witte randen krijgt. De verhouding van de foto is dan anders dan die van het papier en de afbeelding zal niet het volledige velletje papier bedekken. Deze witte randjes kunt u achteraf prima wegsnijden.

© PXimport

Afdrukinstellingen

Wanneer u vanuit een programma een foto print, zal er altijd eerst een venster met afdrukinstellingen verschijnen. Vooral in fotobewerkers kunnen daar aardig wat mogelijkheden te vinden zijn. Alleen met de juiste instellingen rolt er een perfecte ­afdruk uit de printer. Komt slechts een fragment van de foto op papier of lijkt er van de kleuren werkelijk niets te kloppen, dan is het een goed idee de afdrukinstellingen nog eens zorgvuldig na te lopen alvorens een nieuwe poging te wagen.

© PXimport

10. Foto's digitaal bijsnijden

Fotopapier en fotolijstjes hebben vaak een verhouding van 3:2. Bijvoorbeeld 10x15 of 20x30 centimeter. Heeft uw foto een andere beeldverhouding, dan kan Photoshop of een andere beeldbewerker hem bijsnijden zodat het fotopapier optimaal gebruikt wordt en er nagenoeg geen witte randjes zijn. Daar gebruikt u in Photoshop Elements het gereedschap Uitsnijden voor. Kies in de werkbalk bij Verhouding het juiste fotoformaat. Staat het juiste formaat er niet bij, vul dan zelf een breedte en hoogte in. Soms is het nodig cm achter de getallen in te tikken.

© PXimport

11. Uitsnijden

Breedte en hoogte in de werkbalk zijn eenvoudig te verwisselen door op het pijltje er tussenin te klikken. Zo schakelt u eenvoudig over van een liggende naar een staande foto, of andersom. Bij Resolutie hoeft u niets in te tikken. Daarna selecteert u het deel van de foto dat geprint moet worden door met de muis een kader te slepen. Het kader zal zich exact aan de door u opgegeven beeldverhouding houden. U kunt het kader vrijelijk over de foto verplaatsen en groter of kleiner maken. Klik ten slotte op het groene vinkje.

© PXimport

12. Foto afdrukken

De mooiste printjes maakt u door foto's rechtstreeks vanuit uw foto­bewerker af te drukken, ook als u geen bewerkingen aanbrengt. In Photoshop Elements gaat u naar Bestand / Afdrukken. Daar selecteert u eerst de juiste printer en daarna stelt u papiertype, papiergrootte en afdrukkwaliteit in. Wat verwarrend kan zijn, is dat sommige instellingen rechtstreeks via het stuurprogramma van de printer gedaan moeten worden, in een extra venster. Doe deze instellingen eerst, want sommige instellingen in de vensters van Photoshop veranderen spontaan mee!

© PXimport

13. Printerinstellingen

Klik onder Printerinstellingen op Instellingen wijzigen. Een tweede venster verschijnt. Klik daar op de knop Geavanceerde instellingen. Nu verschijnt een venster vol printerinstellingen van het stuurprogramma zelf. Kies hier de papiersoort, het formaat, de afdrukstand (staand of liggend) en kies voor de hoogst mogelijke kwaliteit. Controleer ook alle tabbladen op belangrijke instellingen, zoals de papierbak waarin het fotopapier zit. Zodra u dit venster afsluit zijn als het goed is alle veranderingen nu ook in het venster ­Instellingen wijzigen te zien. Sluit ook dit venster.

© PXimport

14. Afdrukformaat

Controleer in het venster Afdrukken nog eenmaal of alles klopt. Soms worden wijzigingen uit de vorige vensters namelijk niet juist meegenomen. Pas ze dan alsnog aan, bij voorkeur door de zojuist besproken handelingen nog eens te herhalen. Daarnet hebt u onder andere het papierformaat ingesteld. De foto mag op dit formaat, maar ook kleiner afgedrukt worden. Dit geeft u aan bij de optie Selecteer afdrukformaat. Met een vinkje bij Passend maken kan de foto worden bijgesneden, maar het is altijd beter en nauwkeuriger als u dit vooraf doet met het gereedschap Uitsnijden.

© PXimport

15. Kleurbeheer

We kunnen de foto nu bijna echt gaan printen. Maar voordat u op de knop Afdrukken klikt, is het verstandig om (nog steeds in het venster Afdrukken) eerst naar Meer opties te gaan en het tabblad Kleurbeheer te bekijken. De optie Kleurverwerking staat hier standaard op Printer beheert kleuren. Dat is voor de meeste mensen een goede keuze omdat Photoshop het dan aan het stuurprogramma van de printer overlaat hoe kleuren het beste kunnen worden weergegeven. We mogen er immers vanuit gaan dat de leverancier het beste weet hoe zijn eigen printer werkt.

© PXimport

16. Photoshop aan het roer

Besteedt u veel aandacht aan de kleuren en is kleurechtheid cruciaal­ voor u, dan kiest u bij de optie Kleurverwerking beter voor Photoshop Elements beheert kleuren. U moet dan wel enkele extra instellingen heel zorgvuldig nalopen! Allereerst kiest u bij Printerprofiel nogmaals het juiste papiertype. De optie Rendering intent kan vaak op Perceptueel ingesteld worden. Twee kapiteins op één schip is een slecht idee, dus moet kleurbeheer door het stuurprogramma van de printer nu uitgeschakeld worden via de knop Printervoorkeuren (vaak ergens op het tabblad Geavanceerd).

© PXimport

17. Te grote foto

Moderne camera's hebben zo veel megapixels, dat voor een afdruk op ware grootte al snel een vel papier van enkele meters breed nodig is. Dat past vast niet in uw printer. Gelukkig schalen de meeste fotobewerkers uw foto automatisch zodat deze alsnog netjes op bijvoorbeeld een A4-tje past. Het enige dat u hoeft te doen, is bij de printerinstellingen het juiste papierformaat kiezen. Schaalt een programma uw foto niet automatisch, dan moet u zelf actie ondernemen. Maar... verklein nu niet zomaar uw foto! U hoeft de pixels slechts te herverdelen.

© PXimport

18. Pixels herverdelen

Zodra u de afbeeldinggrootte (de hoogte en breedte van de foto in pixels) verlaagt, gooit u veel informatie weg en kan de afdruk lelijk worden. In plaats daarvan verhogen we alleen de resolutie tot de foto op het papier past. De resolutie is het aantal pixels dat per centimeter (inch) wordt afgedrukt. Hoe meer puntjes per centimeter, hoe kleiner de afmetingen van de foto worden. Ditmaal zonder informatie (pixels) weg te gooien. Haal in fotobewerkers zoals Photoshop Elements wel eerst het vinkje weg bij de optie Nieuwe beeldpixels berekenen.

© PXimport

Printerinstellingen

Behalve de afdrukinstellingen van het programma waarmee u werkt, zijn er ook allerlei printereigenschappen die ingesteld moeten worden. Vandaar dat op het afdrukscherm altijd een knop te vinden is waarmee u bij de instellingen van het stuurprogramma terechtkomt. Dit venster is exact hetzelfde als het venster dat u krijgt wanneer u de printereigenschappen vanuit bijvoorbeeld Word aanpast. Aangezien u ditmaal foto's afdrukt, is het verstandig om opties zoals Hoge snelheid en Grijswaarden uit te schakelen. Die zijn prima bij teksten, maar ongewenst bij een mooie kleurenfoto.

© PXimport

19. Kleurverschillen

Een foto ziet er op het camerascherm altijd iets anders uit dan op een computerscherm of op de afdruk die uit de printer rolt. Werkt u veel met foto's, dan is het verstandig om uw beeldscherm(en) te kalibreren. Voor een betrouwbaar resultaat kunt u het beste een kleurmeter kopen die met gespecialiseerde kalibratiesoftware werkt. Dan weet u zeker dat u tijdens het bewerken de juiste kleuren ziet en daar worden uw printjes vanzelf ook mooier van. Een printer kalibreren kan ook, maar dit is best complex en moet per inkt- en papiersoort gebeuren.

© PXimport

20. Pitstop

Voordat u een serie foto's afdrukt, kan het geen kwaad de printer aan een inspectie te onderwerpen. Staat de kop nog goed uitgelijnd? Zijn de spuitmondjes niet verstopt? Zijn de inktpatronen nog voldoende gevuld? Elke onregelmatigheid valt juist bij een fotoprint direct op. Via het stuurprogramma van de printer kunt u al dit soort onderhoudsklusjes uitvoeren. U komt er via Start / Apparaten en printers. Klik met rechts op de printer en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Ga dan op zoek naar een tabblad genaamd Onderhoud of Hulpprogramma's of iets in die richting.

© PXimport

21. Automatische correctie

Het stuurprogramma van de printer kan uw foto automatisch optimaliseren. Bijvoorbeeld door de kleuren op te helderen en het contrast te verhogen. Soms kan zelfs de huid in een portretfoto gladder gemaakt worden. Als u de kleurweergave aan de printer overlaat, kunt u een poging wagen. Bevalt het resultaat niet, schakel de automatische functies dan gerust uit. De kans is groot dat de foto dan natuurlijker oogt en meer lijkt op wat u op het scherm ziet. Laat u Photoshop Elements het kleurbeheer doen, dan zijn automatische aanpassingen uiteraard ongewenst.

© PXimport

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten