PRISM: kroon op 67 jaar afluisterwerk

© PXimport

PRISM: kroon op 67 jaar afluisterwerk

Geplaatst: 14 juni 2013 - 04:00

Aangepast: 16 november 2022 - 10:03

Redactie ID.nl

Het in het geheim afluisteren van de eigen burgers, ook in Nederland, kent een lange traditie die begon direct na de Tweede Wereldoorlog. Computerworld blikt terug: hoe is het zo ver gekomen?

Het bestaan van een grootschalig afluisterprogramma als PRISM, waar bedrijven en allerlei landen aan zou meewerken, is voor velen geen grote verrassing. Geheime diensten van diverse landen, waaronder de VS en Nederland, kennen een rijke historie van het afluisteren van burgers. Twaalf jaar geleden ontstond er al eens grote ophef over zo’n afluisterprogramma in Europa.

Een rapport van het Europese Parlement naar aanleiding van de Echelon-controverse stelde in juli 2001 dat overheden burgers zouden moeten helpen hun privacy te waarborgen met bijvoorbeeld de installatie van speciale programma’s. Vlak daarna smoorden twee vliegtuigen in New York de nieuwe groei van privacybewustzijn in de kiem. Computerworld.nl kijkt terug naar ruim zes decennia afluisterpraktijken die naar PRISM toewerkten. Hoe is het allemaal zo ver gekomen?

1946: Diensten starten samenwerking

Na de Tweede Wereldoorlog sluiten de VS en Groot-Brittannië een overeenkomst om samen te werken om inlichting te verwerken. Het UKUSA-akkoord richt zich op signal intelligence, oftewel elektronische communicatie. Er wordt vooral gekeken naar communicatie via radiogolven en geheime diensten huren cryptografen in om codes te kraken. Andere Engelssprekende landen (Australië, Canada en Nieuw-Zeeland) sluiten zich hierbij aan. UKASA vormt de basis van een grootschalige internationale samenwerking om elektronisch verkeer te monitoren.

Het eerste document van UKUSA die samenwerking voor het opvangen van elektronische communicatie voorstelde, is openbaar gemaakt en te bekijken op de website van de NSA.

1952: Elektronische communicatie via eigen dienst

Na de Tweede Wereldoorlog verenigt de VS zijn vooroorlogse internationale inlichtingendiensten in de Central Intelligence Agency. De stroom van communicatie in de jaren na de oorlog wordt als inefficiënt gezien. Daarom maakt de overheid een aparte dienst die documenten en – belangrijker – radiocommunicatie verzamelt. Deze data wordt dan weer geanalyseerd door andere instanties als de CIA. President Harry S. Truman keurt in 1952 de oprichting van de National Security Agency (NSA) goed. Het bestaan van de NSA is decennialang onbekend gebleven bij het grote publiek.

Dataoverschot 1950 - 2013

Legendarische topanalist en grondlegger van contraspionage bij de CIA James Jesus Angleton ziet in de jaren 50 de archieven van de CIA fors groeien. Hij draait op dat moment een illegaal spionageprogramma – dus zonder (officiële) toestemming van zijn werkgever – waarin agenten van de geheime dienst post openmaken. Dat begint met het bekijken van brieven aan buitenlandse diplomaten en bekenden van de CIA, maar wordt steeds verder uitgebreid. Dit omdat de lijst van mogelijke dreigingen en bronnen in de jaren 50 tijdens de angst voor communisme de spuigaten uitloopt – zo beschrijft historicus Michael Holzman. De NSA kampt momenteel met exact hetzelfde probleem, een groeiende databerg, maar in plaats van papieren kopieën gaat het nu om digitale opslag. Wired onthulde vorig jaar dat de dienst een gigantisch datacenter bouwt in Utah om grote informatiestromen te kunnen verwerken. Het stiekeme datacenter is de eerste ter wereld die yottabytes aan data opslaat.

 

© PXimport

Onder president Harry S. Truman wordt de NSA opgericht om elektronische communicatie te ondervangen en documenten te ontsleutelen.

Hoe belangrijk de NSA is voor Amerikaanse inlichtingendiensten blijkt onder meer uit een incident uit 1968. Tijdens de Zesdaagse Oorlog torpederen Israëlische gevechtsvlietgtuigen een Amerikaans marineschip waarbij 34 bemanningsleden om het leven komen. De NSA bekijkt radiocommunicatie van vlak voor, tijdens en na het incident, waardoor Amerikaanse inlichtingendiensten met enige zekerheid vast kunnen stellen dat de Israëlische troepen het Amerikaanse schip tijdens de aanval voor een Egyptische hebben aangezien. President Lyndon B. Johnson gelooft direct dat Israël per ongeluk een Amerikaans schip had aangevallen. Anderen in de Amerikaanse overheid, waaronder minister van Binnenlandse Zaken Dean Rusk, hebben daar aanvankelijk hun twijfels over. De NSA biedt uitsluitsel.

LEES DIT ARTIKEL VERDER OP COMPUTERWORLD.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten