Thuisnetwerk updaten en sneller maken

Zijn er nog huizen zonder computernetwerk? Vermoedelijk niet. Huizen zonder optimaal computernetwerk zijn er echter nog genoeg. Terwijl zeker jaarlijks nieuwe en snellere apparaten aan het netwerk worden gekoppeld, blijft het netwerk zelf onveranderd en presteert het vaak ongemerkt steeds slechter. Met gerichte inzet van nieuwe hardware en aanpassingen in de configuratie van bestaande apparaten, is een netwerk sneller te maken.

Inertie is een wetenschappelijke term die beschrijft hoe iets dat eenmaal vorm heeft gekregen, vooral die vorm wil behouden. Dat klinkt abstract maar zelfs een thuisnetwerk staat onder invloed van inertie. Zelden worden netwerkonderdelen vervangen alleen omdat er betere beschikbaar zijn. Veel netwerken zijn daardoor niet optimaal ingericht of hebben last van verouderde instellingen. Vaak is dit op te lossen met een paar aanpassingen of door een of enkele onderdelen te vervangen.

© PXimport

Ongemerkt is het DHCP-bereik van dit netwerk veel te klein geworden. Was aanvankelijk een reservering van 10 IP-adressen ruim voldoende, door de komst van meer computers en meer draadloze apparaten is dat te weinig.

1. De router

De spil in het thuisnetwerk is nog altijd de router. De router koppelt netwerken en heeft dat in bedrijfsnetwerken vaak ook als enige functie. In het thuiswerk gaat de functionaliteit van het apparaat dat de router bevat echter een stuk verder. Daar is de router behalve koppelvlak met veelal het internet, vaak ook nog modem, switch, draadloos toegangspunt, firewall en nog soms nog meer. Veel verschillende functies die stuk voor stuk mede bepalen hoe stabiel en snel het netwerk is. Daarom nemen we als eerste de router onder handen. Mogelijk is er nieuwere firmware die de stabiliteit verbetert of functionaliteit toevoegt. En misschien is er wel een nieuw model dat belangrijke verbeteringen brengt en zijn geld dubbel en dwars waard is.

© PXimport

Helaas is er voor onze router geen nieuwe firmwareversie beschikbaar.

© PXimport

We vervangen onze verouderde router door een gloednieuwe Linksys E4200.

2. Een bestaande router backuppen

Dat de router vaak niet zelf gekozen is, maar is geleverd door de internetprovider maakt veel mensen nog huiveriger het apparaat te vervangen of de configuratie aan te passen. Geldig is die reden doorgaans echter niet, hooguit zou u eens bij de provider kunnen vragen om een nieuwer apparaat wanneer u niet zelf de aanschaf wilt doen. In ruil voor een abonnementsverlenging is er vaak best wat te regelen. De hoeveelheid functies maakt het apparaat extra gevoelig voor technische vernieuwing. Een jaren oude router kan nog prima zijn werk doen, maar laat wellicht alle aangesloten draadloze apparaten langzamer werken doordat er alleen 802.11g ondersteund wordt. Om te zien wat nieuwe routers te bieden hebben, vervangen we onze router voor de Linksys E4200, het nieuwe topmodel van Linksys. Linksys besteedt veel aandacht aan de installatiesoftware en geeft daarbij ook aanwijzingen voor het geval de nieuwe router een ander model vervangt. De aandacht beperkt zich echter tot het juist aansluiten van de kabels en gaat voorbij aan de oude configuratie.

Daarom is het zaak eerst in te loggen in de bestaande router en de configuratie veilig te stellen. Dat kan door screenshots te maken of door de belangrijkste keuzes over te nemen in Kladblok. Voorbeelden van belangrijke opties zijn in elk geval: de IP-adresreeks en het subnetmasker, de instellingen van de DHCP-server, de naam van het draadloos netwerk, de WPA2-sleutel en eventueel de MAC-adressen die zijn opgenomen bij de MAC-filtering (al raden we deze manier van beveiligen niet aan). Hebt u daarnaast poorten geforward, dan dient u zeker ook de opties voor portforwarding te noteren: welke poort is toegestaan en wordt doorverbonden met welk IP-adres op het eigen netwerk. Een laatste belangrijk onderdeel om te bewaren, zijn natuurlijk de loginnaam en het wachtwoord van de router en eventueel die van het internetabonnement wanneer die zoals bij ADSL in het modem geconfigureerd moeten worden. Het is niet aan te bevelen de router nu al een reset te geven en de fabrieksinstellingen te herstellen. Bewaar de oude router juist met de huidige configuratie om deze bij problemen weer te kunnen inzetten.

© PXimport

Linksys (en andere fabrikanten) biedt de mogelijkheid de configuratie van de oude router op te slaan, maar met het bestand valt verder weinig te beginnen als u het niet op dezelfde router wilt terugzetten.

3. De nieuwe router configureren

Hoewel het de voorkeur heeft de nieuwe router eerst te configureren en dan pas in het netwerk te plaatsen, vereisen de meeste routers dat de installatie gebeurt terwijl de router ook al echt in het netwerk is geplaatst en de eventuele oude router is verwijderd. Bezoek voor u hiermee begint de website van de maker van de nieuwe router en download relevante documentatie zoals handleiding en installatiegids en ook eventuele software zoals een installatieprogramma en de nieuwste firmware. Is de oude router verdwenen, dan kunt u die gegevens immers niet zo makkelijk meer binnenhalen wanneer de nieuwe router onverhoopt toch problemen geeft. Geen zin om de setupwizard te volgen of werkt deze niet? Zoek dan in de handleiding naar de mogelijkheid de router handmatig te configureren. Belangrijk om te weten zijn het standaard IP-adres van de router en de combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord voor de webinterface. Verbind dan een computer met een van de LAN-poorten (niet de WAN-poort) van de router en configureer op de computer een IP-adres in hetzelfde netwerk als het standaard IP-adres van de router, als dat niet door een DHCP-server in de router wordt uitgedeeld. Open de webbrowser en typ in de adresbalk het IP-adres in van de router. Al snel zal dan een inlogvenster verschijnen of - wanneer de router niet beveiligd is - de openingspagina van de configuratie of een configuratiewizard. Kiest u voor de handmatige configuratie, gebruik dan de configuratiegegevens van de oude router, maar controleer bij elke optie of deze nog de beste keuze is voor het huidige netwerk. Nieuwe functies kunt u met de handleiding in de hand (of de pdf geopend in beeld) doorlopen en configureren.

© PXimport

Niet de installatiewizard gebruiken, maar direct inloggen op de router en daar het apparaat configureren, maakt het mogelijk de oude router zo lang mogelijk in het netwerk te laten. Bovendien is er veel meer mogelijk dan met de installatiewizard.

© PXimport

De nieuwe router biedt ook nieuwe functies zoals de mogelijkheid de iPod van de kinderen delen van de dag de toegang tot het internet te ontzeggen.

4. Draadloos netwerk optimaliseren

De nieuwste routers met simultane dualband bieden hoge doorvoersnelheden dankzij het gelijktijdig gebruik van de 2,4GHz- en 5GHz-band én meerdere antennes. In theorie kunnen hiermee snelheden tot 450 megabit gehaald worden, in de praktijk zal het tussen de 100 en 200 megabit liggen. Belangrijk is echter wel dat de router zo min mogelijk storing ondervindt (bijvoorbeeld van andere netwerken) bij het zenden en ontvangen. Hetzelfde geldt ook voor een oudere router of wanneer u nog een apart draadloos accesspoint gebruikt. Ooit is die geconfigureerd en zijn er keuzes gemaakt zoals het te gebruiken kanaal. Maar zeer waarschijnlijk zijn er in de omgeving andere apparaten en draadloze netwerken bijgekomen die nu de prestaties van uw draadloos netwerk nadelig beïnvloeden. InSSIDer, een gratis scanner voor draadloze netwerken. InSSIDer scant het 2,4- of 5GHz-spectrum en verzamelt informatie over de draadloze netwerken die het daarbij aantreft. Van ieder netwerk laat het de SSID zien maar ook het gebruikte kanaal, de beveiliging, de snelheid, het MAC-adres van de router en de naam van de leverancier. Vooral het kanaal is interessant, bij de configuratie van uw eigen draadloos netwerk kunt u hier namelijk mee variëren. Bijvoorbeeld 802.11g onderscheidt 14 (overlappende) kanalen waarvan de kanalen 1, 6 en 11 voldoende ver uit elkaar liggen om elkaar zo min mogelijk te storen. Door InSSIDer alle netwerken te laten scannen en vervolgens de weergave te sorteren op Channel, kunt u zien hoe druk de verschillende kanalen zijn. Bovendien geeft de RSSI-waarde de sterkte van de verschillende signalen weer. Combineer deze gegevens en bepaal wat het beste kanaal is voor uw nieuwe of huidige draadloze netwerk. Hebt u helemaal geen 802.11g-appatuur meer in huis, dan kunt u volstaan met alleen het 802.11n-netwerk te configureren. En ook omgekeerd, zijn er nog geen 802.11n-apparaten of maar heel weinig, kan het voor extra stabiliteit ook een overweging zijn die mogelijkheid nog onbenut te laten tot er meer apparaten de nieuwe snelste standaard ondersteunen.

© PXimport

Zie wat anders onzichtbaar is en bepaal de strategie om het beste kanaal voor het eigen netwerk te kiezen.

5. Wireless Repeater

Een belangrijke factor in het gebruiksgemak van een draadloos netwerk is de reikwijdte en de sterkte van het signaal. Zeker in huizen met betonnen muren en vloeren kan het signaal van het draadloos netwerk snel verminderen tot het niet meer prettig te gebruiken is. Een 'wireless repeater' zoals de Fritz!Wlan Repeater kan een oplossing zijn. De repeater pakt het zwakke signaal van het draadloos g/n-netwerk op en zendt het versterkt weer uit. De configuratie van WLAN-repeater gebeurt door een computer draadloos te verbinden met het standaard-WLAN van de repeater, en daarna in te loggen op de webinterface van de repeater. De repeater speurt zelf naar draadloze netwerken en laat u daarna de draadloze netwerken selecteren die versterkt moeten worden. Belangrijk, en bij de Fritz!WLAN ontbrekend in de handleiding, is dat het MAC-adres van de Repeater moet worden opgenomen in het MAC-filter van de router. Door de filtering tijdelijk uit te schakelen kan deze via het overzicht van de DHCP-reserveringen worden gevonden en daarna toegevoegd. Het MAC-filter kan dan weer ingeschakeld worden.

© PXimport

Eenmaal geconfigureerd werkt de WLAN-repeater als een extra accesspoint van hetzelfde draadloos netwerk. Apparaten kunnen het versterkte signaal van de repeater gebruiken voor hun netwerkverbinding.

© PXimport

Door een verbinding te maken met het standaard WLAN van de WLAN-repeater kan de configuratie worden aangepast.

6. Powerline

Een alternatief voor het verlengen van het draadloze netwerk is 'powerline'. Bij powerline wordt het netwerksignaal op het stroomnet gezet en kan het er bij elk stopcontact weer afgehaald worden. Hiervoor zijn speciale powerline-adapters nodig, altijd minimaal twee. Net als van het draadloos netwerk is de laatste jaren ook de snelheid van deze techniek flink toegenomen. De nieuwste versies beloven snelheden tot 500 megabit per seconde, maar maken dit niet waar. Meer hierover leest u in onze test op pagina 38. Kenmerkend voor de meeste powerline-adapters is dat deze direct uit de doos gebruikt kunnen worden. De ene adapter wordt in de buurt van de router in een wandcontactdoos gestoken en met een netwerkkabel verbonden met de router. Een tweede adapter wordt elders in huis in een wandcontactdoos gestoken en met een netwerkkabel verbonden met een apparaat met een netwerkpoort. De twee powerline-adapters zullen elkaar vinden en een verbinding opbouwen, zolang er geen belemmering op het elektriciteitsnet is. Daarna kan het aangesloten apparaat de verbinding gebruiken en hebt u toegang tot het netwerk en het internet. De door ons hiervoor gebruikte Netgear XAVB5001 powerline-adapters werken direct uit de verpakking probleemloos en bouwen via de gigabit-netwerkpoorten een betrouwbare netwerkverbinding op tussen de mediaspeler in de woonkamer en de overige netwerkapparatuur op zolder. Powerline is vooral handig voor apparaten die echt ver buiten het netwerk staan of waar vanwege het aanzicht liever geen netwerkkabels moeten komen zoals in een woonvertrek. Net als wifi is powerline een hub-netwerk waarbij het aantal verbindingen samen de maximale bandbreedte deelt. De adapters kunnen bovendien de verbinding beveiligen zodat een andere adapter niet ongemerkt het netwerkverkeer kan aftappen. Hiertoe moet op elke adapter binnen twee minuten van elkaar de Secure-knop worden ingedrukt, of kan er bijgeleverde software worden gebruikt.

© PXimport

Door achter elkaar op alle Powerline-adapters de Secure-knop in te drukken wordt de onderlinge communicatie beveiligd tegen aftappen.

Bekabeling

Met de meeste netwerkapparaten wordt een netwerkkabel meegeleverd. Waarschijnlijk om de verpakking zo klein mogelijk te houden worden die kabels vaak strak en met haakse bochten opgerold. Dat is echter niet goed voor de datadoorvoer in die kabel wanneer deze later wordt gebruikt in een netwerk. Een ader in de kabel kan breken of de draaiing van de aders binnen de kabel kan beschadigd raken. Voor optimale prestaties is het aan te raden ook in de bekabeling van het netwerk te investeren en nieuwe, losjes opgerolde CAT5 of CAT6 bekabeling te kopen met aangehechte RJ45-stekkers. Wilt u zelf kabels op maat maken? In Opgelost op pagina 100 leest u hier meer over.

7. Topologie

Een vaak vergeten aspect van het thuisnetwerk is de netwerktopologie. Hiermee wordt eigenlijk niets anders bedoeld dan de verschillende netwerkapparaten logisch ordenen binnen het netwerk. Apparaten die veel onderling netwerkverkeer hebben, bijvoorbeeld een pc en een NAS of een NAS en een mediaspeler, kunnen het beste via dezelfde switch met elkaar verbonden worden. Is het aantal apparaten binnen het netwerk beperkt tot vier of minder, verbindt dan elk met een van de switchpoorten op de router, gebruik switchpoorten die naast elkaar zitten. Heeft de router geen vier gigabitpoorten, investeer dan in een model dat er wel vier heeft. Zijn er meer apparaten in het netwerk dan er switchpoorten op de router zitten, dan is een extra switch nodig. Een switch met gigabit-poorten is dan een goede investering. Verbind de switch met één netwerkkabel met de router en plaats opnieuw apparaten die veel met elkaar communiceren, samen op de switch. Ook voor de switchpoorten geldt dat de beste methode is de poorten aansluitend te gebruiken. Laat dus geen poorten open. Hoewel een switch nauwelijks configuratie nodig heeft, beschikken de iets duurdere modellen wel over een webinterface via welke bijvoorbeeld poorten geopend of gesloten kunnen worden of aparte netwerken kunnen worden gemaakt (VLAN's). Voor gebruik in een thuisnetwerk is dat niet van belang en zorgt het slechts voor belasting van de switch.

© PXimport

Het beste is om de poorten op een switch aansluitend te gebruiken, anders dus dan hier.

IP-nummering

Om een thuisnetwerk te laten werken volstaat het om enkel IPv4 te configureren. IPv6 heeft, hoewel het op de meeste pc's inmiddels standaard aanstaat, nog geen toegevoegde waarde. Kies voor het thuisnetwerk een van de zogeheten 'private ranges' uit de IPv4-adresreeks, bijvoorbeeld 191.168.x.0 met een subnet van 255.255.255.0. De x kunt u veranderen naar elke willekeurige waarde, 192.168.0.0 en 192.168.1.0 worden het meest gebruikt. Kiest u bijvoorbeeld 192.168.1.0 met een subnetmasker van 255.255.255.0 dan staan alle adressen van 192.168.1.1 tot en met 192.168.1.254 tot uw beschikking. Een deel hiervan kunt u reserveren voor DHCP, het automatisch toewijzen van IP-adressen aan computers en apparaten die op het netwerk komen en geen eigen IP-configuratie hebben. Het is niet handig daarbij de hele reeks voor DHCP te gebruiken, beperk het tot een 20- of 50-tal adressen, afhankelijk van de behoefte. De overige adressen kunt u gebruiken om computers en netwerkapparaten zoals een NAS of netwerkprinter een vast IP-adres te geven. Het is handig als een computer die u via internet wilt overnemen, altijd op hetzelfde IP-adres te vinden is, bijvoorbeeld 192.168.1.70. Ook een netwerkprinter kunt u het beste een vast IP-adres geven. En natuurlijk moet ook de router aan de LAN-kant een vast IP-adres in deze reeks hebben, bijvoorbeeld 192.168.1.1 of 192.168.1.254, het eerste of het laatste adres.

 

© PXimport

Voor een netwerkprinter is het handig dat deze een vast IP-adres heeft.

8. Naar een beter netwerk

Kortom, een netwerk verdient aandacht. Niet alleen wanneer er problemen zijn, maar juist ook wanneer die er niet zijn. Bij problemen gaat de aandacht namelijk te veel uit naar herstel van de functionaliteit. Hebt u geen problemen dan kunt u de tijd gebruiken om apparaten op de juiste manier aansluiten, zwakke plekken aan te pakken of oude onderdelen te vervangen. Dat is niet alleen leuk om te doen het levert ook nieuwe mogelijkheden en een beter en sneller netwerk op.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten