© PXimport

Uw eigen panoramabeugel

Geplaatst: 7 januari 2011 - 07:15

Aangepast: 16 november 2022 - 09:37

Dirk Schoofs

Een panoramabeugel kunt u eenvoudig zelf maken. Van een Belgische panoramafotograaf kregen we uitleg over de bouw en het gebruik van een DIY(Do It Yourself) panoramabeugel.

1. De bouw

De basis van de beugel bestaat uit een aluminium profiel van 40 mm breed en 10 mm dik. De bodemlat is 180 mm lang. Over de volle lengte van deze lat loopt een sleuf van 7 mm breed. Aan de bodemlat is met lange schroeven een korte dwarslat van 110 mm bevestigd (dat is de breedte van de camera). Hierop staat de camera in horizontale positie gemonteerd. Gebruik als bevestigingsschroeven voor de camera bouten van ¼ inch UNC (Engelse) schroefdraad.

© PXimport

Dik aluminium is sterk en laat zich prima verwerken.

De bevestigingsschroef voor de camera ligt op de as van de sleuf. Op de dwarslat plakt u een 5 mm dikke rubberen strook. Die dient als antisliplaag voor de camera en tegelijkertijd om de camera iets hoger op te stellen, zodat de lensbehuizing de bevestigingsschroeven niet raakt. De beugel wordt op het statief bevestigd met een zwaluwstaartsleuf die in de statiefkop schuift. Wanneer de bevestigingsschroeven lichtjes worden losgeschroefd, kunt u de camera ten opzichte van het statief naar voor en naar achter schuiven.

© PXimport

De horizontale opstelling.

© PXimport

De verticale opstelling.

Om de camera vertikaal te plaatsen wordt een 145 mm lange beugel op de horizontale beugel geschroefd. Hierin boort u een gat voor de bevestigingsschroef van de camera. Een pin houdt de verticale beugel op zijn plaats. Op de verticale beugel is ook een (dunne) antisliplaag aangebracht. Met het waterpasje in het statief en het waterpasje in de flitsschoen kan de camera perfect horizontaal worden gezet.

2. Camerapositie afregelen

Het is nu zaak om de camera op de juiste plaats op de beugel te monteren, zodat er geen parallax-fouten ontstaan. Plaats de camera met de panoramabeugel op het statief. Zorg er met behulp van een waterpas voor dat de camera perfect horizontaal staat. Kijk door de zoeker van de camera en fixeer een vertikaal referentiepunt dat op grote afstand staat (bijvoorbeeld de muur van een gebouw, of een paal). Plaats op korte afstand een paal die op een rechte lijn ten opzichte van het verre referentiepunt staat. Verplaats eventueel het statief, zodat de twee referentiepunten en de camera netjes op één lijn staan.

© PXimport

De drie punten moeten op één lijn liggen.

Draai nu de camera op het statief, totdat het verre referentiepunt nog net zichtbaar is aan de rechterkant van de kijkhoek van de lens. Verschuif de camera op de beugel tot de twee referentiepunten (ver en dichtbij) in de zoeker van de camera op één lijn liggen. Controleer nu de uiterst linkse kijkhoek en regel eventueel nog wat bij. Neem vanuit beide uiterste kijkhoeken een foto en vergelijk de positie van de twee referentiepunten op beide foto’s. Indien nodig kunt u de positie van de camera bijregelen voor een optimaal resultaat. Plaats een merkstreep op de beugel en noteer het type van de gebruikte lens. Zo kunt u later de juiste positie van de camera eenvoudig terugvinden, mits u dezelfde lens weer gebruikt. Als u een zoomlens hebt, herhaalt u de procedure voor beide uiterste brandpuntsafstanden en voor een paar tussenliggende brandpuntsafstanden. Plaats steeds een merkteken op de beugel voor iedere gecontroleerde brandpuntsafstand.

© PXimport

Noteer de lens en markeer het brandpunt.

Met dank aan ‘Beertje’ die ons voorzag van uitleg en van de foto’s.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten