‘Kies voor een zo snel mogelijke internetverbinding’. Dat klinkt als een erg gemakzuchtig advies. Toch zit er veel waarheid in en dat gaan we je uitleggen.
Allereerst moeten we natuurlijk bepalen wanneer internet snel is en wanneer niet. Die definitie verschuift. Vonden we vroeger 4Mbit ADSL snel, tegenwoordig is 20Mbit de ondergrens voor ‘normaal’ internet. Vanaf 30Mbit kunnen we pas aan snel gaan denken maar echt snel is natuurlijk 200Mbit zoals UPC dat aanbiedt.
Up- en download
De snelheid van een internetverbinding wordt altijd in twee delen opgesplitst. Behalve de downloadsnelheid (snelheid waarmee je informatie van internet in huis haalt) wordt ook de uploadsnelheid (snelheid waarmee je informatie vanuit je huis op internet zet) vermeld door je internetprovider. In sommige gevallen is de downloadsnelheid net zo hoog als de uploadsnelheid. Meestal is de uploadsnelheid tien procent van de downloadsnelheid.
Grootverbruikers
De grootste internetverbruikers zijn: online video kijken, downloaden, thuis werken, videovergaderen of videosurveillance en online gamen. 30Mbit lijkt in eerste instantie veel maar als je een Youtube-filmpje in HD afspeelt of bijvoorbeeld Netflix kijkt, dan gebruikt dat al tussen de 2 en 5Mbit. In een gezin met pubers tikt dat al snel aan. Tel daarbij diverse smartphones en tablets op en je loopt op piektijden al snel tegen de grenzen van je internetverbinding aan. En we verbruiken steeds meer, waardoor wat extra ruimte voor de toekomst sneller van pas komt dan je van te voren zou denken.
Uploaden
Behalve downloaden zijn we steeds meer aan het uploaden. Het eerder genoemde thuis werken en videovergaderen zijn goede voorbeelden. We bewerken steeds meer en grotere bestanden. Om alle bestanden die je thuis hebt aangepast weer op het kantoornetwerk te zetten, heb je het liefste een behoorlijke uploadsnelheid. ADSL bijvoorbeeld heeft een maximale uploadsnelheid van 1Mbit/s. Een paar foto’s is al snel goed voor zo’n 40MB. Uploaden duurt dan minimaal 5,5 minuut. UPC bijvoorbeeld biedt een uploadsnelheid van 20MBit. Dan zijn dezelfde foto’s in 16 seconden verstuurd…
Kwaliteit
Je uploadsnelheid is ook bepalend voor de kwaliteit van het videobeeld bij videovergaderen of van de webcam die je op je kind, tuin of garage hebt staan. Is je uploadsnelheid te laag, dan kun je alleen maar kleine en korrelige beelden versturen. Met een fatsoenlijke uploadsnelheid kun je prima HD-beeld uitzenden.
Wifi-snelheid
Maak je gebruik van een draadloos netwerk, dan is je snelheid afhankelijk van de apparatuur die je gebruikt, de afstand naar het draadloze toegangspunt, eventuele stoorzenders zoals magnetron en andere wifi-netwerken en dikte van muren.
Er zijn verschillende standaarden. De tegenwoordig meest gebruikte is 802.11n die maximaal 300Mbit/s biedt. In de praktijk mag je blij zijn als je daar de helft of een kwart van haalt, vaak is het minder.
Snelheid meten
Om te weten welke snelheid je internetverbinding op dit moment biedt heb je een aantal opties: een snelheidstest van je eigen internetprovider (bijvoorbeeld de speedtest van UPC) en een snelheidstest die buiten het netwerk van je internetprovider staat.
De eerste is handig om verbindingsproblemen mee op te sporen. Ligt het aan je eigen thuisnetwerk of huisaansluiting of zit het probleem in het netwerk van je internetprovider. De tweede is goed om je realistische snelheid mee te testen, de snelheid die je kunt verwachten als je een willekeurige site bezoekt. Test regelmatig en met verschillende apparatuur. De beste resultaten haal je via een vaste kabelverbinding met je router. Anders test je niet de maximale snelheid van je internetverbinding maar die van je draadloze netwerk. En daar heeft je internetprovider weinig invloed op.