Feit versus fictie: wat maakt je pc echt sneller?

© PXimport

Feit versus fictie: wat maakt je pc echt sneller?

Geplaatst: 26 juli 2016 - 11:28

Aangepast: 24 november 2022 - 12:04

Ignace de Groot

Broodjeaapverhalen hebben nooit een gebrek aan gelovigen. Beweringen die indrukwekkende prestatieverbeteringen beloven, krijgen gretig gehoor. Jammer genoeg ligt het bij veel claims toch ongenuanceerder. In dit artikel verzamelen we een aantal van zulke stellingen en scheiden we feit van fictie.

Je hebt ze vast ook al vaker zien voorbijkomen: tips en tools die je een veel snellere internetverbinding beloven, die zich sterk maken je systeem vlugger op te laten starten of die je applicaties gegarandeerd een snelheidsboost zullen geven. Het is natuurlijk erg verleidelijk daarop in te gaan, maar heel vaak blijken de resultaten tegen te vallen. Soms zelfs halen die de prestaties naar beneden of maken die je systeem minder stabiel. Jammer, maar nog erger als je voor zo'n tool ook nog eens geld hebt betaald. Lees ook: 20 tips voor een snellere pc.

Register

Stelling: regelmatig je Windows-register opschonen verhoogt de systeemprestaties

Even googelen naar iets als 'registry cleaner' levert je meteen een indrukwekkend aantal hits op. Op sommige sites krijg je zelfs een lijst te zien van wel tientallen gratis cleaners. Veel van deze cleaners beloven je een merkbare prestatiewinst als je die regelmatig uitvoert. In de praktijk zul je hier jammer genoeg zelden iets van merken. Om dat te begrijpen heb je enig inzicht in de opbouw en werking van het Windows-register nodig.

Database

Het register is een relatief eenvoudige database die je via een programma als Windows Register-editor (op te starten via het commando regedit in de zoekbalk van Windows) gepresenteerd krijgt in de vorm van een hiërarchische boomstructuur. Wanneer je bijvoorbeeld aan de systeeminstellingen sleutelt of toepassingen installeert, wijzigt de inhoud van deze database en kan die effectief in omvang toenemen. Verwijder je hieruit zelf bepaalde ingangen, dan blijft de omvang van het register in principe echter ongewijzigd: de 'verwijderde' gegevens worden namelijk met nullen overschreven in plaats van ze effectief weg te halen, omdat een wisactie complexer is.

Geoptimaliseerd

Registerreinigers volgen de redenering dat een groot register, dat deels met nullen is opgevuld, tot slechtere systeemprestaties zouden leiden omdat dit register continu wordt gelezen en beschreven door Windows en allerlei toepassingen. Daartegenover staat dat het register in het RAM-geheugen wordt ingeladen waardoor deze operaties sowieso al snel worden uitgevoerd. Moderne Windows-versies lezen bovendien alleen die registerwaarden in die ze op een bepaald ogenblik nodig hebben, wat dankzij een uitgekiende indexering erg efficiënt verloopt. Oudere delen van het register worden automatisch ook weer uit het geheugen gehaald.

In de meeste gevallen zul je dus nauwelijks of geen snelheidswinst opmerken na een rondje 'register opschonen'. Nou kan het wel eens gebeuren dat de verwijdering van een sleutel die bijvoorbeeld verwijst naar een programma in een niet langer bestaand netwerkpad het opstarten van Windows versnelt, maar dat zijn uitzonderingen.

Maak je toch gebruik van zo'n cleaner, bijvoorbeeld omdat je vermoedt dat je met een registerprobleem te maken hebt, zorg dan eerst voor een systeemherstelpunt. Het zou namelijk niet de eerste keer zijn dat zo'n cleaner het register iets te grondig opschoont en daarmee corrupt maakt!

© PXimport

Het bekende programma CCleaner is in ieder geval zo verstandig om op een registerback-up aan te dringen.

Defragmentatie

Stelling: regelmatig je schijven defragmenteren verhoogt de snelheid bij het lezen en schrijven

Hoe meer bestanden je creëert en weer verwijdert op een harde schijf, hoe groter de kans dat de gegevens niet-aangrenzend op de schijf worden opgeslagen. Immers, wanneer een bestand wordt verwijderd, worden de bijhorende datablokken (ook wel clusters genoemd) vrijgegeven en die kunnen dan door een ander bestand worden ingenomen. Past dit nieuwe bestand niet binnen de vrijgekomen clusters, dan wordt de rest van het bestand op één of meer andere schijflocaties opgeslagen, en dan spreken we van een gefragmenteerd bestand. In principe kan dat tot inderdaad tot tragere leesoperaties leiden. Daarom beweren de makers van defragmentatietools dat hun programma de prestaties van je schijf gevoelig kan opkrikken omdat bij zo'n defragmentatieronde de bestandsclusters opnieuw in sequentiële volgorde op de schijf worden geplaatst.

Beperkt nut

Deze redenering is echter erg kort door de bocht. Zo speelt het vertragingseffect als gevolg van fragmentatie nauwelijks op een moderne, snelle schijf. Bovendien zorgt Windows (Vista en hoger) zelf voor een regelmatige defragmentatieronde, wat het inzetten van een externe defragmentatietool eigenlijk overbodig maakt.

Wil je dat zelf controleren, dan doe je dat als volgt. In Windows 10 bijvoorbeeld open je Verkenner en klik je je schijf aan met de rechtermuisknop. Kies Eigenschappen, open het tabblad Extra en druk op de knop Optimaliseren. Je ziet hier wanneer je schijven het laatst werden gecontroleerd en in hoeverre ze zijn gefragmenteerd. Via de knop Instellingen wijzigen pas je de frequentie van deze automatische controle aan (standaard gebeurt dat wekelijks).

Als je dat wilt, kun je zo'n controle forceren via de knop Analyseren, en met de knop Optimaliseren voer je effectief een defragmentatie door, althans op een 'klassieke' harde schijf. Externe defragmentatietools (gratis of betaald) zijn op moderne Windows-versies dus echt zinloos om te gebruiken. Heb je overigens een SSD in plaats van een klassieke harde schijf, lees dan ook het kader SSD-defragmentatie.

© PXimport

Een moderne Windows-versie is slim genoeg om te weten of je een harde schijf of een SSD in je systeem hebt.

SSD-defragmentatie

Windows is vanaf versie 7 en hoger wel zo slim om een SSD niet (!) automatisch te defragmenteren. Zo'n proces zorgt namelijk voor veelvuldige verplaatsingen van data en aangezien SSD's allergisch zijn voor dergelijke intensieve schijf- en schrijfoperaties laat je dat maar beter achterwege. Je hoeft je echter geen zorgen te maken wanneer je in het Windows-venster Stations optimaliseren bij een SSD per ongeluk toch op de knop Optimaliseren drukt. Windows is slim genoeg om dit type schijf te detecteren en er in plaats van een defragmentatie een zogenoemd TRIM-commando op los te laten. Zo'n commando zorgt ervoor dat Windows de SSD op de hoogte brengt van welke datablokken niet langer nodig zijn zodat ze intern kunnen worden gewist. Een externe defragmentatietool houd je dus maar beter weg van je SSD.

Zoekfunctie

Stelling: activeer de indexering van Windows om zoekoperaties te versnellen

Windows voorziet in een ingebouwde zoekfunctie, die zie je bijvoorbeeld in de zoekbalk rechtsboven in Windows Verkenner. Nu kun je deze zoekfunctie inderdaad sneller maken door de indexeringsservice in te zetten. Bestanden op schijflocaties die mee in deze indexering zitten worden daardoor vlugger gevonden. Deze indexering op zich vereist echter ook de nodige systeembronnen en vooral op een systeem met een trage cpu en een slome harde schijf kan dat enige nadelige impact hebben. Dat kun je trouwens nagaan in Windows Taakbeheer, bij het item Indexeerfunctie van Microsoft Windows Search.

Beperken

Maak je zelden gebruik van deze ingebouwde zoekfunctie, dan kun je overwegen de indexeringsservice uit te schakelen. Je kunt dan nog altijd naar bestanden zoeken, maar de resultaten zullen iets langer op zich laten wachten. Overigens is het ook mogelijk de schijflocaties die mee in de index worden opgenomen te beperken, bijvoorbeeld tot mappen waarin je regelmatig zoekt. Open hiertoe het Windows 10 startmenu en tik 'index' in, waarna je Indexeringsopties selecteert. Via de knop Wijzigen bepaal je zelf de mappen die je wilt laten indexeren en via de knop Geavanceerd kies je op het tabblad Bestandstypen ook de bestandstypen die je geïndexeerd wilt zien, waarbij je kunt kiezen tussen alleen de eigenschappen of ook de bestandsinhoud zelf.

Een alternatief is dat je een externe desktop-zoektool inzet, zoals het gratis Everything, dat nauwelijks beslag legt op systeembronnen en nagenoeg in realtime zoekresultaten aflevert. Overigens zoekt deze tool niet in de bestandsinhoud.

© PXimport

Everything is een razendsnel alternatief voor de Windows-zoekfunctie.

SSD-indexering

Een SSD werkt op zich al zo snel dat je gerust kunt overwegen de indexering voor de zoekfunctie op zo'n schijf uit te schakelen. Dat kan als volgt: open Windows Verkenner, klik het station met de rechtermuisknop aan, waarna je op het tabblad Algemeen het vinkje weghaalt bij De inhoud en de eigenschappen van bestanden op dit station mogen worden geïndexeerd. Deze ingreep is bovendien bevorderlijk voor de levensduur van je schijf.

Wisselbestand

Stelling: stel de grootte van je wisselbestand in op 1,5 tot 2 keer de hoeveelheid RAM-geheugen

Op het internet doen de wildste verhalen de ronde over betere systeemprestaties door te sleutelen aan (de grootte van) het wisselbestand van Windows. Het is namelijk zo dat Windows tijdelijk de harde schijf zal aanspreken wanneer er op een bepaald moment meer geheugen nodig is dan fysiek beschikbaar. Windows zal daar dus data verzamelen die eigenlijk thuishoren in het RAM-geheugen. Die data komen in het zogenoemde 'paging file' of - ietwat onnauwkeurig vertaald - het wisselbestand terecht. Microsoft zelf heeft het hier over virtueel geheugen. De vraag is nu: wat is voor jouw systeem de optimale grootte van dat wisselbestand?

Automatisch

Een vaste regel als 'maak het wisselbestand anderhalf tot tweemaal zo groot als de hoeveelheid RAM' heeft niet zoveel zin, aangezien alles samenhangt met hoe intens je de computer gebruikt en hoeveel geheugen je sessies (gewoonlijk) vereisen. Eigenlijk valt er veel te zeggen om Windows de grootte van het wisselbestand zelf te laten beheren: in de praktijk blijkt dat doorgaans erg goed te werken. Dat check je als volgt: druk op Windows-toets+R en voer het commando sysdm.cpl uit. Open het tabblad Geavanceerd, druk op de bovenste knop Instellingen en open nogmaals het tabblad Geavanceerd. Druk vervolgens op de knop Wijzigen: Windows regelt alles zelf als er een vinkje staat bij Wisselbestandsgrootte voor alle stations automatisch beheren. Wil je de grootte absoluut zelf instellen, verwijder dan dit vinkje, selecteer de gewenste schijf, stip Aangepaste grootte aan en vul Begingrootte en Maximale grootte in.

Grootte

De gratis tool Process Explorer kan je helpen bij het bepalen van een geschikte grootte. Start deze tool bij voorkeur op wanneer er toepassingen draaien die je wel vaker (simultaan) gebruikt. Vervolgens druk je op Ctrl+I zodat het System Information-venster zichtbaar wordt. Open hier het tabblad Memory en focus je op de rubriek Commit Charge. De hoeveelheid geheugen die momenteel in gebruik is, lees je af bij Current, terwijl je bij Limit de totale hoeveelheid beschikbaar geheugen (van RAM en wisselbestand) ziet. Bij de Peak-waarde lees je de maximale hoeveelheid geheugen af die tijdens deze Windows-sessie werd aangesproken. Het is geen kwaad idee de begingrootte van je wisselbestand in de stel op deze Peak-waarde, verminderd met de totale hoeveelheid fysiek geheugen. Stel, je beschikt over 6 GB RAM en de piekwaarde ligt op 8 GB, dan is 2 GB (8 - 6 GB) een zinvolle waarde. De maximale grootte kun je dan instellen op circa tweemaal de begingrootte (in ons voorbeeld: 4 GB).

© PXimport

Process Explorer kan je helpen bij het berekenen van een geschikte grootte voor het wisselbestand, als je het per se zelf wilt instellen.

Geen wisselbestand?

De verleiding is wellicht groot om helemaal geen wisselbestand te voorzien als de Peak-waarde altijd mooi onder de hoeveelheid RAM blijft, maar dat is niet zo'n goed idee. Immers, af en toe hebben Windows (bijvoorbeeld voor crashdumps) of andere tools toch wel eens zo'n wisselbestand nodig. Wel kan het zinvol zijn het wisselbestand op een andere fysieke schijf te plaatsen als die sneller is dan de systeemschijf. Het heeft echter geen zin die op een andere partitie van dezelfde fysieke schijf te zetten.

RAM boosters

Stelling: gebruik regelmatig een 'RAM booster' om geheugen vrij te maken dat niet langer in gebruik is

Je bent vast ook al eens op een webpagina beland met een advertentie voor één of andere 'memory booster'. De makers beloven je dan merkbare prestatieverbeteringen aangezien hun tool 'ongebruikt geheugen' vrijmaakt. Die claim is echter zeer misleidend.

Misleiding

Wanneer je zo'n tool inzet, dan zie je inderdaad heel vaak de gebruikte hoeveelheid geheugen sterk verminderen. Dat kun je bijvoorbeeld checken in het Windows Taakbeheer, op het tabblad Prestaties bij de rubriek Geheugen. Zo'n tool gebruikt daar echter twee sluwe trucs voor. Enerzijds dwingen ze de actieve applicaties hun werkgeheugen naar het - veel tragere - wisselbestand te schrijven. Anderzijds eisen ze heel even veel geheugen voor zichzelf op zodat Windows verplicht is reeds gecachete data uit het geheugen te halen en die eveneens naar het wisselbestand te schrijven. Daarna maken ze het opgeëiste geheugen snel weer vrij. Het gevolg is dat je een plotse toename in vrij geheugen ziet, maar het resultaat is gewoonlijk dat één en ander trager werkt omdat data nu van (het wi4sselbestand op) de schijf moet worden ingelezen. Zo'n tool heeft dus geen enkele zin, vooral omdat Windows zelf wel het wisselbestand zal aanspreken als dat nodig blijkt.

Netwerktweaks

Stelling: door te sleutelen aan je netwerkinstellingen kun je de netwerk- en internetconnecties merkbaar sneller maken

Wanneer je op internet op zoek gaat naar advies om je netwerk- of internetverbinding te versnellen, dan vind je veel twijfelachtige tips. Je leest bijvoorbeeld dat je de TTL-waarde (time to live) van datapakketten lager moet instellen, dat je de RWIN-waarde (receive window) in je register moet verhogen of de QoQ (Quality of Service) maar gewoon moet uitschakelen. Stuk voor stuk tips die in de meest gevallen niets opbrengen of die je verbinding zelfs minder snel maken.

TC/IP-stack

Wat (afhankelijk van je eigen situatie) uiteraard wel een verschil kan maken, is een sneller internetabonnement, een optimale plaatsing van een (snelle) draadloze router, een upgrade van netwerkdrivers en routerfirmware, het gebruik van gigabit-netwerkapparatuur en -adapters enz.

Wil je toch zelf aan de interne instellingen van je TCP/IP-stack sleutelen (dat is de softwarematige implementatie van een reeks communicatieprotocollen waarvan ook het internet zich bedient), dan moet je wel erg goed weten wat je doet. Het is een stuk makkelijker en veiliger als je hiervoor een gratis tool als (het portabele) TCP Optimizer aanspreekt, hoewel je ook hiermee zelden opvallende snelheidswinsten zult realiseren. Je kunt er als volgt mee aan de slag. Download de recentste versie en start die als administrator op.

Duid de juiste netwerkadapter aan in het uitklapmenu bij Network Adapter Selection en controleer of de optie Current wel is aangestipt. Verschuif de knop bij Connection Speed naar de bandbreedte die je maximaal ter beschikking hebt van je provider. Weet je die snelheid niet? Je komt erachter via www.speedtest.net: zorg wel dat er geen andere programma's met internet bezig zijn en klik op Test starten. Na afloop stel je in de interface van SG TCP Optimizer de schuifknop in op de vastgestelde downoadsnelheid. Stip nu Optimal aan en klik op Apply Changes. Een overzicht van oude en nieuwe instellingen verschijnt. Hier moet je zeker een vinkje plaatsen bij Backup en pas daarna bevestig je de wijzigingen met OK. Herstart je pc. Ondervind je na een tijd geen enkele verbetering dan kun je nog terug naar je oude instellingen via File / Restore backed up settings. Het benodigde spg-bestand vind je terug in de map van TCP Optimizer.

Snelle opstart

Ook over het sneller opstarten van je systeem bots je op de meest onzinnige tips. Eén ervan is dat je Windows moet forceren om bij het opstarten alle cpu-kernen te gebruiken. Dat doe je dan door Windows-toets+R in te drukken, het commando msconfig uit te voeren, het tabblad Computer opstarten te openen en daar de knop Geavanceerde opties in te drukken. Hier kun je dan een vinkje plaatsen bij Aantal processors, waarna je de hoogste waarde selecteert.

In de praktijk leidt dit echter tot niets, omdat Windows standaard al je cpu's gebruikt. Deze instelling is alleen bedoeld voor test- of debugging-doeleinden, bijvoorbeeld wanneer je het effect wilt zien van een lager aantal cpu's. Je laat deze instelling dus maar beter voor wat ze is. Wat je opstarttijd vaak wél kan opkrikken, is het uitschakelen van alle overtollige programma's die automatisch met Windows mee opstarten. Dat kan vanuit Windows Taakbeheer, maar beter nog via een gratis tool als Autoruns for Windows. Op nieuwe pc's met een vooraf geïnstalleerde Windows kun je ook de tool The PC Decrapifier inzetten.

© PXimport

Deze instelling is alleen bedoeld voor testdoeleinden met een beperkt aantal cpu's.

Deel dit artikel
Voeg toe aan favorieten